× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 826  Adelhard van Corbie

Info afb.

Adelhard (ook Adalardus, Adalhard, Adélard, Alard of Alardus) van Corbie (ook van Corvey) sr osb, bij Amiens, Frankrijk; stichter & abt; † 826.

Feest 2 & 3 (bisdom Gent) januari.

Het leven van Adelhard werd beschreven door zijn latere opvolger Paschasius Radbertus († ca 865; feest 26 april); deze was ten tijde van Adelhard monnik en novicenmeester geweest zowel in Corbie als in de Duitse vestiging Corvey aan de Weser. Nog later, toen Foulques († 1095) abt was, werd er een levensbericht aan toegevoegd door Sint Gerard van Grande-Sauve († 1095; feest 5 april); deze was zijn loopbaan in Corbie begonnen als cellarius, de monnik die zorg draagt voor alle materiële zaken.

Adelhard werd tussen 751 en 753 geboren in het huidige dorpje Huise, op zo'n twaalf kilometer afstand van de Vlaamse stad Oudenaerde. Zijn vader was hertog Bernard van Vlaanderen, bastaardzoon van Karel Martel († 741) en halfbroer van Pepijn de Korte († 768). Hij was dus een neef van Karel de Grote († 814; feest 28 januari). Hij had nog twee broers: Wala († 836; feest 31 augustus) en Bernaere; en twee zussen: Theodrada en Gondrada.

Net als zijn tien jaar oudere neef, de latere Karel de Grote, had hij het voorrecht te kunnen studeren; later zou men van Adelhard zeggen dat hij naast het Latijn ook het Duits en het Romaans sprak. Door dit alles klom hij snel op tot adviseur aan het koninklijk paleis. Aan de zijde van zijn vader nam hij deel aan de veldtochten tegen de Lombarden. Uiteindelijk kwam het tot een wapenstilstand tussen de koning der Lombarden, Diederik, en Karel de Grote. De vrede werd bezegeld door een huwelijk van Diederiks dochter Ermengardis (ook Désirée genoemd) en Koning Karel. Maar korte tijd daarna was Karel alweer op haar uitgekeken, verstootte haar en huwde met de dertienjarige Hildegard. Adelhard kon zich in geweten niet verenigen met deze handelwijze van de koning, en trok zich als kluizenaar terug in de eenzaamheid ergens in de buurt van de Zuid-Italiaanse plaats Beneventum. Kort daarna keerde hij terug naar Vlaanderen en trad er toe tot het benedictijner klooster van Corbie, dat in die tijd onder leiding stond van abt Mauredramnus. Hij kreeg de zorg over de kloostertuin. Op dat moment was hij nog geen twintig jaar oud.

Ondanks zijn teruggetrokken leven werd hij bij herhaling lastig gevallen door allerlei mensen die hogerop wilden en hem, vanwege zijn uitstekende contacten, wilden gebruiken als voorspraak en kruiwagen aan het hof. Daar kreeg hij uiteindelijk zo genoeg van, dat hij er vandoor ging en zich onder een valse naam terugtrok in het beroemde benedictijner klooster op de Monte Cassino in Italië. Daar stond op dat moment Paulus Diaken († 799; feest 13 april) aan het hoofd. De beide mannen sloten er vriendschap voor het leven. Toch kon ook daar zijn aanwezigheid niet verborgen blijven. Hij werd herkend door een voorbijtrekkende kluizenaar en gewapenderhand - zoals de bronnen uitdrukkelijk vermelden - naar Corbie teruggebracht. Korte tijd later blijkt hij benoemd te zijn tot abt. Zeer waarschijnlijk is Mauredramnus door de invloedrijke relaties van Adelhard opzij geschoven. We mogen gerust aannemen, dat dit alles zeer tegen de zin van Adelhard is gebeurd, maar we constateren tegelijkertijd, dat hij blijkbaar niet bij machte was zich ertegen te verzetten. Dit alles speelde zich af in 771; op dat moment was Adelhard dus amper twintig jaar oud.

Niet lang daarna werd de oorlog tussen de Franken en de Lombarden hervat. Uiteindelijk behaalde Karel de Grote de overwinning en liet de Lombardische koning Diederik, tezamen met zijn gemalin, koningin Anse, en hun dochter, prinses Ermengardis, overbrengen naar Corbie. Naar het schijnt hebben ze daar hun leven beëindigd als kloosterlingen. Nu Karel Lombardije had weten te veroveren, richtte hij zijn blik naar Saksen.

Intussen besteedde Adelhard veel tijd en aandacht aan de ontwikkeling van zijn klooster; bijzonder veel energie stak hij in de kloosterschool en de bibliotheek, waar hij talloze boeken liet afschrijven. Daarbij stond hij in geregeld contact met de belangrijkste mensen van zijn tijd, zoals abt Alkwin (ook Alcuïnus; † 804; feest 19 mei) van Tours, voornaamste adviseur en leermeester van Karel; Eginhard (ook Einhard), die later de daden van Karel in kronieken en gedichten zou vastleggen; abt Angilbert van St-Riquier († 814; feest 18 februari) en zijn vriend abt Paulus Diaken van de Monte Cassino.

Toen Alkwin terugtrad uit het actieve politieke bedrijf, nam Adelhard zijn plaats in. In 781 werd hij door Karel naar de Italiaanse stad Pavia gestuurd om persoonlijk leermeester te worden van zijn vierjarig zoontje Pepijn. Vierendertig jaar lang zou Adelhard zo tussen Pavia en Corbie heen en weer trekken om zich van deze taak zo goed mogelijk te kwijten.

Met kerstmis van het jaar 800 werd Karel door paus Leo III († 816; feest 12 juni) tot keizer gekroond. Niet lang daarna benoemde Karel zijn zoons tot koningen over de verschillende gebieden van zijn keizerrijk: zijn oudste zoon Karel werd koning der Franken, Pepijn van Italië en Lodewijk van Aquitanië. In 810 echter stierf reeds de jonge Karel en een jaar later zijn broer Pepijn. Deze werd opgevolgd door zijn pas twaalfjarige zoon Bernard. Onder invloed van beide sterfgevallen benoemde Karel zijn jongste en enig overgebleven zoon Lodewijk tot kroonprins. Na de dood van Karel in 814 volgde deze hem onmiddellijk op.

Lodewijk maakte schoon schip. Hij verjoeg zijn halfbroers en -zussen, alsmede alle bijvrouwen, vrijers en bastaardkinderen van het hof, liet hun de kruinschering toedienen en plaatste ze links en rechts in allerlei kloosters en abdijen. Vervolgens verwijderde hij ook alle adviseurs van zijn vader met uitzondering van Eginhard. Zo vielen met Adelhard ook zijn beide broers Wala en Bernaere en zijn zus Gondrada in ongenade. Adelhard werd als gewoon monnik naar de abdij van St-Filibert in Noirmoutiers gestuurd. Daarmee kwam er in 815 een einde aan zijn abtsperiode, die vanaf 791 had geduurd. Zijn plaats als abt werd ingenomen door een jongere naamgenoot, Adelhard de Jongere genaamd († ca 824; feest 15 juli). Wala († 836 ; feest 31 augustus) bleef als monnik wonen in Corbie; Bernaere werd monnik op het beroemde Zuid-Franse kloostereiland Lérins en Gondrada werd overgeplaatst naar het klooster van het Heilig Kruis in Poitiers. Alleen Theodrada mocht blijkbaar als abdis van de O.L.V.-abdij te Soissons in functie blijven.

Opgestookt door zijn omgeving kwam enige jaren daarna de jonge Bernard in Italië in opstand tegen zijn oom Lodewijk, maar hij werd onderworpen. Lodewijk was van plan hem de doodstraf te geven, maar stelde zich er tevreden mee hem de ogen uit te steken. Het resultaat was hetzelfde: want de jongeman stierf aan zijn verwondingen.

Het schijnt, dat hierdoor Lodewijk tot bezinning kwam. Hij kreeg spijt over zijn hardvochtige maatregelen jegens de familie van zijn vader, en legde in het openbaar een vernederende schuldbekentenis af. Een voor een werden de verbannen hoogwaardigheidsbekleders van weleer weer in hoge functies geplaatst. Met zijn broer Wala werd Adelhard een van de belangrijkste adviseurs van de keizer. Bovendien keerde hij in 822 terug als abt van Corbie. Met toestemming van de keizer stichtte hij van daaruit een nieuwe kloostervestiging in Saksen aan de Weser, genoemd naar het moederklooster in Frankrijk: Nieuw-Corbie, sindsdien bekend als Korvey bij Höxter.

Uiteindelijk stierf Adelhard in 826, vijfenzeventig jaar oud. Zijn broer Wala volgde hem op als abt; dat had hij in 823, drie jaar eerder dus, ook al gedaan in Korvey.

Temidden van alle wederwaardigheden had Adelhard de kloosterlijke geest van armoede, heiligheid en gebed steeds weten te bewaren. Hij had met name veel zorg voor zieken en armen gehad.

Patronaten
Hij is patroon van hoveniers en tuinders en wordt aangeroepen tegen koorts, tyfus en infectieziekten.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als abt; soms in de tuin gravend (want zo was hij als monnik begonnen); of door engelen met dorens gekroond.


Bronnen
[011; 101; 101a; 102; 124; 143p:40; 500; Roger Caron 'Corbie en Picardie' Amiens, Corps Puce, 1994 ISBN 2-907525-70-0 pp:73-79; Dries van den Akker s.j./2007.12.15]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen