× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 270  Prisca van Rome

Info afb.

Prisca van Rome, Italië; martelares; † ca 270.

Feest 18 januari.

Sinds de vroegste tijden van het christendom staat er op de Aventijnse heuvel in Rome een kerk die aan Sint Prisca is gewijd. Volgens de overlevering was zij een jeugdige martelares uit een van de christenvervolgingen van de derde eeuw. Maar historische gegevens ontbraken. De bisschoppensynode van 595 te Rome erkende haar officieel als heilige. In de 8e eeuw vulde men het gebrek aan gegevens aan doordat er alsnog een levensbeschrijving van haar werd opgesteld.
Volgens dit verhaal speelden de gebeurtenissen zich af ten tijde van keizer Claudius II (268-270); hem werd de eretitel Goticus gegeven vanwege zijn grote overwinningen op de Goten en andere barbaarse volkeren. Bij zijn triomfantelijke terugkeer in Rome vernam hij, dat het aantal christenen tijdens zijn afwezigheid aanmerkelijk was gegroeid. Dat bericht viel slecht bij hem, want hij was ervan overtuigd, dat hij zijn successen te danken had aan de aloude Romeinse goden. Hij was van plan grote offerfeesten te organiseren. Daarbij kon hij christenen die krachtens hun geloofsovertuiging weigerden eer te brengen aan de goden niet gebruiken. Hij liet ze dus oppakken om ze tot andere gedachten te brengen; niet goedschiks, dan desnoods maar kwaadschiks. Vele christengelovigen gaven in die dagen hun leven voor hun geloof.
Onder de arrestanten was ook de dertienjarige Prisca. Claudius verkeerde in de veronderstelling, dat zo'n zwak meisje wel gemakkelijk tot andere gedachten te brengen zou zijn. Hij liet haar naar de prachtige Apollotempel op de Palatijnse heuvel brengen en dwong haar wierook op het offervuur te gooien. Maar het meisje weigerde pertinent. Zij ging zelfs niet door de knieën, toen men haar vol in het gezicht begon te slaan. "Zo lelijk als zij werd toegetakeld - merkt haar levensbeschrijving op - zo schoon was zij in Gods ogen". Uiteindelijk wierp men haar in de gevangenis temidden van gemene kerels en misdadigers. Hoewel zij dubbelzinnige toespelingen maakten, durfde geen van hen haar aan te raken. In de dagen daarna liet men haar de ene foltering na de andere ondergaan, maar zij bleef standvastig. Tenslotte werd er in het amfitheater voor de ogen van duizenden toeschouwers een woeste, uitgehongerde leeuw op haar losgelaten. Maar "het beest vergat zijn normale natuur en vlijde zich aan de voeten van het meisje en begon haar te likken als een mak lammetje", zo vertelt haar levensbeschrijving.

Herhaaldelijk horen we in martelaarsverhalen, hoe zij voor de leeuwen werden geworpen en hoe vervolgens die vervaarlijke beesten zich als makke lammetjes aan de voeten van de heilige neervlijden (bv. bij Thecla van Iconium; † eind 1e eeuw; feest 23 september. Tatiana van Rome; † ca 227; feest 30 januari. Prisca van Rome; † ca 270; feest 18 januari... )
Soms staat het vast, dat het inderdaad zo gebeurd is. Toch gaat het de middeleeuwse verteller niet om de objectieve feiten, maar om de diepere betekenis ervan. In dit geval wordt de herinnering opgeroepen aan Daniël aan wie hetzelfde overkwam in de leeuwenkuil (Daniël 06). In de vroege kerk gold hij als symbool van de verrezen Christus, die de machten van de dood had overwonnen. Het gebeuren herinnert ook aan de voorspellingen van Jesaja. Het aanbreken van de Messiaanse tijden kunnen we herkennen aan het feit, dat de wilde dieren zich vredelievend gedragen (vgl. Jesaja 11,06-08: "De wolf en het lam wonen samen; de panter vlijt zich neer naast het bokje; het kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen kan ze hoeden. De koe en de berin sluiten vriendschap; hun jongen liggen bijeen. De leeuw eet haksel als het rund. De zuigeling speelt bij het hol van de adder; het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang").
Aan die Jesajatekst worden we ook herinnerd door de woestijnvaders, die vriendschap sluiten met de wilde dieren. Zo wordt het lijk van Paulus van Thebe († 342; feest 15 januari) bewaakt door twee leeuwen tot het door Vader Antonius wordt begraven. Beroemd is de legende van Sint Hiëronymus († 420; feest 30 september), die in zijn bijbelstudie wordt gestoord door een leeuw met een doorn in zijn poot. Hiëronymus verzorgt de wond, en vanaf dat moment gedraagt het dier zich als een mak huisdier. Overigens heeft hij deze legende postuum overgenomen van Gerasimus van Palestina († ca 475; feest 5 maart).
Deze heiligen doen niet zozeer denken aan Daniël. Zij roepen het beeld op van de Messiaanse tijd, zoals die door Jesaja was aangekondigd. Zij maken van de woestijn een leefbare plek, een paradijs!

Uit woede hierover liet Claudius haar met het zwaard onthoofden even buiten de poort naar Ostia. Haar lichaam werd gewoon achtergelaten, prijsgegeven aan de gieren en andere lijkenpikkers. Maar er zou een adelaar verschenen zijn, die boven de dode Prisca bleef cirkelen, en er was geen vogel die haar durfde te benaderen. Toen medechristenen haar in het geheim hadden weggehaald, verdween het dier.

Nogmaals wordt het beeld opgeroepen van de Messiaanse tijd, die met de kleine Prisca aangebroken zou zijn. Het herinnert ons aan Psalm 91, waar van God gezongen wordt: "Hij dekt je toe onder zijn vleugels, onder zijn veren mag je schuilen" (Psalm 91,04; vgl. Psalm 17,08; 36,08; 57,02; 63,08).

Verering & Cultuur
Aanvankelijk lag Prisca begraven aan de weg naar Ostia (Via Ostiensis). Pas later zouden haar relieken zijn overgebracht naar de aan haar toegewijde basiliek op de Aventijnse heuvel.

Soms wordt deze Sint Prisca vereenzelvigd met Priscilla van Pontus († 1e eeuw; feest 8 juli), de vrouw van Aquila. Van haar is sprake in het 18e hoofdstuk van de Handelingen van de Apostelen. Waarschijnlijk, omdat ook in haar verhaal de naam van keizer Claudius valt. Maar in dit geval gaat het om de Claudius die regeerde over het Romeinse Rijk van 41 tot 54. Hij werd bekend vanwege het anti-jodenedict, dat hij uitvaardigde. Het hield in, dat geen jood in de stad mocht blijven. Daardoor zag Prisca van Pontus zich genoodzaakt te verhuizen..., maar van een marteldood is nergens sprake.
Wellicht zijn in de overleveringen van Prisca een aantal verhalen rond meerdere heilige vrouwen die Prisca heetten, met elkaar verstrengeld geraakt.

Sinds de liturgievernieuwing van het Tweede Vaticaanse Concilie (1969) is haar verering beperkt tot haar kerk te Rome.
Prisca van Rome wordt afgebeeld met palmtak en zwaard; een of twee leeuwen aan haar zijde; met een adelaar die na haar onthoofding haar lichaam bewaakte.


Bronnen
[000»jrb; 101; 122; 127»Prisque; 166p:58; 167p:193.197; 200/1»01.18; 500; Dries van den Akker s.j/ 2007.12.26]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen