× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 539  Johannes van Réomé

Info afb.

Johannes van Réomé, Frankrijk; kluizenaar, stichter & abt; † 539

Feest 28 januari

Hij was afkomstig uit Dijon; destijds viel dat onder het bisdom Langres. Aanvankelijk leefde hij als kluizenaar in de eenzaamheid in het toenmalige Réomé (soms ook geschreven als Réôme). Hij stond bekend als heilige en wonderdoener. Met als gevolg dat zich hoe langer hoe meer jonge mannen bij hem aansloten. Uiteindelijk hadden zich er zo veel rond hem verzameld dat het hem aanvloog. Met twee medebroeders vertrok hij in het geheim en nam zijn toevlucht tot het monnikeneiland Lérins. Na achttien maanden van verborgen leven tussen de beginnelingen werd hij herkend door één van de gasten. Zijn medemonniken waren beschaamd dat ze al die tijd zijn bijzondere kwaliteiten niet  op hun waarde hadden geschat.

Toen zijn bisschop, Gregorius van Langres († 540; feest 4 januari), hiervan hoorde, sommeerde hij hem onmiddellijk terug te keren. De monniksgemeenschap die hij destijds in Réomé begonnen was, maakte slechte tijden door. Het kloosterleven was in verval, en het aantal monniken liep drastisch terug. Bij zijn terugkeer voerde Johannes de leefregel in die hij in Lérins had leren kennen. Zo doende keerde de goede geest terug en kwam de abdij weer tot bloei. Onder zijn monniken bevond zich destijds de later heilige Sequanus († 580; feest 19 september).

Eén van de door hem ingevoerde regels hield in dat hij strikte scheiding wilde tussen de gemeenschap en de gasten. Toen een hoog geplaatste sinjeur meende dat hij boven de regel stond vanwege zijn aanzienlijke positie in de maatschappij en dus toch in het koor tussen de monniken plaats nam, weigerde Johannes hem de communie te geven. Uiterlijk bleef de man in de plooi, maar innerlijk verwenste hij de abt. Die nacht verscheen Johannes hem in een droom. Hij hield hem de eucharistie voor en zei: “Precies vanwege het feit dat je mijn handelwijze innerlijk vervloekte was je ongeschikt om de aanwezigheid van de Heer in de gedaante van dit heilige brood te ontvangen.” De volgende morgen begaf de man zich onmiddellijk naar de abt, sprak een biecht, waarop Johannes hem met zijn zegen naar huis terug zond.

Bij een andere gelegenheid hadden zijn monniken in het bos rond de abdij hout gehakt. Tegen de avond lieten ze hun spullen liggen, want de volgende dag zouden ze verder gaan met hun arbeid. Die nacht kwam iemand uit de buurt de kostbare bijlen stelen. Toen de monniken dat de volgende morgen merkten, waren ze in grote verlegenheid en brachten abt Johannes op de hoogte. Deze zei hun niet te wanhopen, ging zelf naar het bos en knielde daar neer in gebed. Niet lang daarna kwam de dief aansnellen met de gestolen werktuigen. Vader Johannes vergaf hem van harte en zond hem heen met zijn vriendelijkste zegen.

Een andere legende vertelt hoe de monniken een put hadden geslagen om zuiver drinkwater te vinden. Maar die put bleek volkomen nutteloos, omdat er zich een gigantische giftige slang op de bodem had genesteld. Onverschrokken liet Johannes zich zakken naar de bodem van de put en doodde het ondier met het gebaar van een kruisteken.

Zulke voorvallen komen  herhaaldelijk voor in de levens van de vroege christenverkondigers. Zou het ook hier gaan om een symbolische vertelling waarin wordt duidelijk gemaakt dat Johannes in die heidense omgeving het levende water van het evangelie wist aan te boren?

Over de sterfdatum zijn de bronnen het niet eens. Het relatief recente ‘Book of Saints’ van Ramsgate uit 2002 noemt 539; oudere bronnen geven 545; het in 2001 door het Vaticaan uitgegeven Romeinse Martyrologium 554 (is dat een verschrijving voor 545?).

Met Benedictus († 550; feest 11 juli) wordt Johannes gerekend tot de pioniers van het kloosterleven in het westen. Zijn nederzetting Réomé werd later naar hem genoemd Moutiers-St-Jean (= Sint-Jansklooster): het tegenwoordige Ménétreux. Deze naam is een verbastering van Monasteriolum (‘kloostertje’).


Bronnen
[Bdt.1925; Dij.1974; Gué.1880/2p:75; Kib.1990/7kol:160; Mty.2001; Pra.1988; Rge.2002; Rm1.z.j.p:57; Süt.1941; Dries van den Akker s.j./2012.01.11]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen