× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 560  Teilo van Llandaff

Info afb.

Teilo (ook Deleau, Dillo, Eliau, Eliaw, Eliud, Heléan, Héleau, Hilio, Teleau, Téleau, Téliau, Téliaw, Télio, Telo, Thélau, Theleau, Théleau, Theleu, Theliau, Théliau, Théliaut, Theliavus, Thelo of Thélo) van Llandaff (ook van Dol of van Llandeilo Fawr (ook van Wales); † ca 560.

Feest 9 februari & 25 november.

Teilo is afkomstig uit Wales. Zijn vader zou Ensic (of Encic) geheten hebben, zijn moeder Guen-haff, allebei natuurlijk van adel. Een van zijn zussen, Anaumed, trouwde met koning Budic van Cornouaille in Armorica (= toenmalige benaming van het huidige Bretagne). Tegelijk met Samson, de latere bisschop van Dol, Bretagne († 565; feest 28 juli), en David, stichter van Mynyw (= het huidige St-Davids: † 601; feest 1 maart) was hij een leerling van Sint Dyffrig (ook Dubricius), aartsbisschop van Landaff († 545; feest 14 november). Teilo zal hem straks opvolgen als bisschop van Landaff.

Legende van de meisjes
In die tijd moet waarschijnlijk de volgende legende geplaatst worden. De Picten hadden vanuit het noorden een veroveringstocht ondernomen en de koning had zijn zetel in Wales gevestigd. De christelijke levenswandel van de jonge monniken was hem een doorn in het oog. Hij wist zijn vrouw zover te krijgen er een paar mooie meisjes op af te sturen om de jonge kerels te verleiden. Maar in plaats dat zij de jonge monniken het hoofd op hol brachten, werden de meisjes zelf door krankzinnigheid getroffen, evenals de hele Pictische koninklijke familie. Deze straf vanuit de hemel hield pas op vanaf het moment dat zij zich hadden laten dopen...

Legende van het hout en het boek
Een andere legende vertelt dat hij samen met Moedoc (= de latere bisschop Aidan van Ferns: † 626; feest 31 januari) uit de bijbel zat te studeren, toen een dienaar in paniek kwam aanrennen. Er was geen hout meer voor het vuur en het eten moest worden klaargemaakt. De twee sprongen op en gingen onmiddellijk naar het nabijgelegen bos om hout te verzamelen. Er verschenen hun twee herten die zich aanboden de zware last te dragen. Ze hoefden ze zelfs niet te mennen of te drijven; ze volgden de twee monniken heel gedwee naar het klooster.

Het is onwaarschijnlijk dat het hier om beide genoemde jongemannen gaat, gezien het grote tijdsverschil tussen de beide heiligen: vgl. de sterfdata. Waarschijnlijk is een bestaand wonderverhaal aan het leven van één van beiden toegevoegd.

Intussen was het boek waarin ze hadden zitten studeren buiten blijven liggen. Sint David trof het aan, volkomen droog, hoewel het zojuist flink geregend had.

Een later deel van zijn opleiding ontving Teilo bij Sint Paulinus († ca 505; feest 23 november), een leerling van Germanus van Auxerre.

Op een goed moment was aan David een engel verschenen met de opdracht dat hij met twee broeders, Teilo en Padarn († a 500; feest 15 april), een pelgrimsreis naar Jeruzalem moest maken. Als dit teruggaat op een historisch feit, moet het rond 500 geplaatst worden. Toch overheerst het legendarische karakter.

Elke legendeschrijver benadrukt daarin zijn eigen belang. Wanneer we deze legende vergelijken met het verhaal dat we bij Sint David vinden, zien we opvallende verschillen: telkens in het voordeel van de heilige hoofdpersoon.

Legende van de Jeruzalempelgrimage
Als de drie na een lange tocht in Jeruzalem aankomen, gaan ze niet lekker slapen, maar strekken ze zich uit op de stenen grond voor de tempel om hun gebeden te verrichten. De plaatselijke bevolking heeft al gauw in de gaten dat het hier drie heilige mannen betreft. Zij zetten zetels klaar: twee van een edel metaal en een derde van hout. Natuurlijk stelt Teilo zich tevreden met die van hout. De legendeverteller merkt daarbij op dat de stoel waarschijnlijk uit hetzelfde hout was gesneden als het kruis van Jezus... De drie worden bij die gelegenheid door het volk tot bisschop verheven. Als zij de terugreis aanvaarden, krijgt elk een geschenk: David het altaar, Padarn de staf en Teilo het klokje. Het was in staat om uit zichzelf de uren van de dag aan te geven; daarnaast werd het gebruikt om fouten bij zondaars te signaleren en zieken te genezen.

Wanneer ze op de terugweg Rome aandoen, beginnen daar bij de nadering van Sint Teilo, de kerkklokken te luiden. Na terugkeer te Landaff blijkt zijn oude leermeester Dyffrig reeds geruime tijd overleden, en Teilo wordt verwelkomd als de nieuwe bisschop van Landaff.
In 540 breekt in Wales de gele pest uit. Zowel mensen als dieren sterven bij bosjes. Teilo ontvlucht zijn vaderland in gezelschap van een gedeelte van de bevolking. Hij zoekt een veilig heenkomen bij zijn oude schoolkameraad Samson, die intussen bisschop van het Bretonse Dol is geworden. Tezamen ijveren zij voor de verbreiding van het geloof. Een van de dingen die door alle schrijvers wordt genoemd, is dat zij samen een bos planten, dat eeuwenlang heeft voortbestaan onder de naam 'Plantages van Sint Théliau'.

Legende
De heer van Châteaugall zegt hem een terrein toe waar hij een nieuwe kloostervestiging kan beginnen. De omtrek wordt bepaald door de afstand die de heilige in één nacht kan omlopen. Hij bestijgt een hert, waarbij hij de waakhonden ontwijkt door dat onder een boom te doen. Het stuk land zou nog veel groter geweest zijn als zijn zus niet jaloers was geworden en om twee uur 's nachts reeds een haan aan het kukelen had gekregen.

Hier ligt het ontstaan van Landeleau (= 'Teiloklooster': gem. Châteauneuf-du-Faou, Côtes-du-Nord); het had dus veel groter kunnen zijn, als niet...

Overigens wordt ook van Sint Edern († 6e eeuw; feest 26 augustus) verteld dat hij een hert bereed om een kloosterterrein af te bakenen. In zijn geval is zelfs de naam van de zus overgeleverd die uit jaloezie een haan veel te vroeg liet kraaien: Genovefa.
[Roy.1986p:91]

Als hij hoort dat de pest is geweken keert hij naar huis terug. Er is een Bretonse traditie die zegt dat Teilo dan zeven jaar als bisschop heeft geresideerd op de zetel van Dol. Maar zijn zwager Budic vraagt hem nog even te blijven om zijn gebied van een monster te verlossen. Dat blijkt niemand anders te zijn dan de tiran Conomor van Domnonée. Teilo stemt toe te blijven zolang als nodig is.

In het levensverhaal van Sint Samson lezen we een iets andere weergave van de feiten. Van de heilige bisschop wordt verteld dat hij zijn uiterste best deed om de bevolking van het Bretonse gebied Domnonée te verlossen van de tiran die erover regeert, Conomor die in andere teksten Canao genoemd wordt. Daartoe moet de heilige naar de Frankische koning Childebert, omdat de rechtmatige troonopvolger, de jonge Judwal, daar een veilig heenkomen heeft gezocht. Intussen laat hij de zorg voor zijn bisdom over aan zijn leerling, Théliau. Maar Childebert onderhoudt goede betrekkingen met Conomor, en wenst de bisschop niet te woord te staan; maandenlang wacht Samson op een audiëntie. Ten langen leste is de koning bereid hem te ontvangen. Tot ongerustheid van degenen die de situatie graag gecontinueerd willen zien. Een van hen probeert onze bisschop uit te schakelen door hem een beker vergiftigde wijn aan te reiken. Bij de zegen die Samson naar zijn gewoonte uitspreekt over de beker, breekt deze in stukken. Dat helpt. Childebert gaat om een trekt tegen Conomor ten strijde. Hij heeft er drie veldslagen voor nodig om de potentaat te verdrijven en Judwal op de troon te krijgen. Later zal deze Judwal zelf als heilige worden beschouwd († 594; feest 21 oktober). Intussen geeft koning Childebert zijn goedkeuring aan de op zijn Frankische grondgebied gestichte kloosters en eindelijk kan Samson naar huis terugkeren.
Bij zijn vertrek uit Dol had hij alles overgelaten aan zijn leerling Théliau. Hij doet hem nu een groot plezier door hem van zijn verantwoordelijkheden te verlossen, en benoemt zijn leerling Magloire tot zijn opvolger als bisschop van Dol († ca 575; feest 24 oktober).

Intussen zijn er zeven jaar verstreken! Nu keert hij terug naar Wales. Hij sterft rond het jaar 560, volgens zeggen te Llandeilo Fwar. Een Bretonse traditie meent echter dat hij gestorven zou zijn te Landeleau.

Verering & Cultuur
Er zijn drie Welshe kerken die zich erop beroemen zijn relieken in bezit te hebben: Landaff, waar hij bisschop was; Llandeilo Fwar, waar hij gestorven zou zijn, en tenslotte Penn Alun, waar hij vandaan kwam en waar hij nog de gelijknamige abdij had gesticht. Historici spreken hier over 'de vermenigvuldiging van zijn lijk'.

Zowel in Wales als in Bretagne zijn er talrijke plaatsnamen waarin zijn naam is terug te horen. In het kerkje te Landeleau wijst men nog altijd op een stenen sarcofaag in de vorm van een voerbak; het ding wordt genoemd 'bed van Sint Teilo'.

Patronaten
Hij is patroon van de paarden. Op 24 juni is er een pardon (boetprocessie) te Ploudaniel. De boeren brengen hun paarden naar het kapelletje en dwingen de dieren het hoofd te buigen uit eerbied voor de heilige; vervolgens moeten ze drie keer rond de kapel rijden. Teilo's voorspraak wordt ook ingeroepen tegen koorts en allerlei andere kwalen.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld rijdend op een hert.


Bronnen
[Aut.1986p:28; BeL.1936p:35; Cha.1995p:232; Dob.1986p:162-206; DSB.1979p:342»Télo; Gby.1991p:185.255.316Hnk.1991p:210; Lo1.1838p:172; Mor.1979»plat.gr.kerk Llandaff; Nvt.1980; Nwm.z.j.:jr0604Pzc.2002p:168»Thélo; Roy.1986p:89vv; Set.1986p:27.30; Tou.1995p:84; Vce.1990; Dries van den Akker s.j./2010.03.13]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen