× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† na 549  Domitianus van Maastricht

Info afb.

Domitianus van Maastricht (ook van Huy, van Luik of van Tongeren), Nederland; bisschop; † na 549.

Feest 7 & 11 (bisdom Luik) & 15 (met alle heilige bisschoppen van Maastricht) mei.

Hij volgde als 20e bisschop van Maastricht Sint Eucherius op. De middeleeuwse kroniekschrijver Heriger schreef een levensbeschrijving van hem ter gelegenheid van de overbrenging van zijn relieken op 8 juli 1173, dus ruim zeshonderd jaar na zijn dood! Veel van wat hij vertelt, moeten we dan ook opvatten als legende. Van enkele feiten zijn we echter zeker. Twee keer namelijk zette hij zijn naam onder het slotdocument van een bisschoppenvergadering. De laatste keer was dat op het concilie van Orléans in 549. Daar ondertekende hij met 'Domitianus episcopus ecclesiae Tungrinsis subscripsi' ("Ik, Domitianus, bisschop van de Tongerse kerk heb hier ondertekend"). Vijftien jaar eerder had hij het concilie van Auvergne bijgewoond. Daar tekende hij met 'Domicianus in Christi nomine episcopus ecclesiae Tungrorum, quod est Trajecto, subscripsi' (= "Ik, Domitianus, in Christus' naam bisschop van de kerk der Tongeraars, d.w.z. te Maastricht, onderteken hier").

Wat betekent die verduidelijking 'dat wil zeggen te Maastricht'? Zijn biograaf Heriger wist te vertellen, dat Domitianus uit afkeer van de verwoeste stad Tongeren naar Maastricht verhuisde. Dat gaf hem bovendien de gelegenheid om herhaaldelijk op het graf van Servatius te bidden. Daar stond een kapelletje, dat echter zo bouwvallig was, dat het herhaaldelijk instortte of omwaaide. Pas onder Domitianus' opvolger, Monulfus, zou daar een waardige kerk verrijzen.

Legende

Historisch gesproken is dit alles wat we van hem weten. Maar de legende weet veel meer van hem te vertellen. Volgens de overlevering was hij een zoon van de graaf van Keulen, die op zijn beurt weer afstamde van de koning van Beieren. Zijn moeder was een dochter van de hertog der Ardennen. In 530 volgde hij Eucharius op als bisschop van Maastricht. De legende meent, dat Domitianus reeds stierf in 539 en concludeert dus hij negen jaar bisschop was. In 538 nam hij deel aan de bisschoppenvergadering van Metz. Op 6 juni van dat jaar deed hij daar zijn beklag over een dertiental ridders die bij de kerken van zijn bisdom nog grote sommen rentegelden in de schuld stonden, en maar steeds weigerden te betalen. Zij redeneerden, dat ze moesten betalen aan de bisschop van Tongeren. Maar zolang de stad in puin lag en de bisschop er niet meer woonde, achtten zij zich ontheven van hun verplichtingen. De ridders werden opgeroepen, maar hielden zich van de domme. Toen kwam een wonder de heilige bisschop te hulp. Op het voorhoofd van schuldigen verscheen in zwarte cijfers het bedrag, dat ieder nog moest betalen. De aanwezige koning, Theodorik van Austrasië, liet de wanbetalers onmiddellijk gevangen zetten. Vervolgens vroeg Domitianus toestemming om in de boeken, die Servatius destijds van Tongeren naar Maastricht had overgebracht, onderzoek te doen naar de ooit gemaakte afspraken. In de schatkamer stonden twee met ijzer beslagen kisten aan. Daarin trof hij talrijke brieven aan, voorzien van alle benodigde officiële zegels, waaruit bleek, dat de hertogen van de Ardennen, van Lotharingen en de graaf van Osterne (= Loon) jaarlijks zo'n honderdduizend gulden rente moesten afdragen aan de bisschop. Maar de afgelopen tijd had de kerk slechts tweeduizend en de bisschop persoonlijk twintigduizend gulden ontvangen. De rest hadden de boosaardige ridders in hun eigen zak gestoken. Nu keerde Domitianus terug naar het concilie om de bewijsstukken aan alle aanwezigen te laten zien. De koning liet de boze ridders onmiddellijk ophangen en confisceerde hun goederen ten bate van de kerk.

Op datzelfde concilie richtte Domitianus zijn pijlen ook nog op een ketterse groepering. 'Valse christenen' noemde hij ze. Helaas gaat de legende er verder niet op in. Zouden dat nog Arianen geweest zijn?

De leer der Arianen gaat terug op de priester Aríus uit Egypte († 336). De aanhangers ervan konden niet geloven, dat Jezus de Zoon van God genoemd kon worden. Hij was een bijzonder mens geweest, maar Zoon van God...? Zij kunnen zich niet voorstellen dat God mens kan worden. Zij zeggen: "Het goddelijke en het menselijke: die twee passen niet bij elkaar. Het is óf het één óf het ander. Een mens kan nu eenmaal niet uit God voortkomen. Mensen kunnen door God worden gemààkt, zoals een houtsnijder beeldjes maakt. Net zomin als houten beeldjes uit een beeldhouwer worden geboren, net zomin kan een mens uit God voortkomen."

Deze leer werd reeds op het Concilie van Nicea, dat onder leiding stond van keizer Constantijn de Grote (325), officieel als ketterij bestempeld.

Maar de ruzie tussen deze dwaalleer en de ware leer heeft honderden jaren geduurd en talloze slachtoffers geëist.

Hoe dan ook, de ketters zetten de tegenaanval in door de heilige bisschop zelf van ketterij te betichten. Daarop werd Domitianus' zetel plotseling tot hoog in de wolken verheven, terwijl op aarde een storm losbarstte, die alle ketters doodde. Vervolgens daalde de zetel weer neer tot het gewone niveau van de mensen. Koning Theodorik bracht daarop de bisschop hulde.

Terug in Maastricht bezocht hij weer veelvuldig het graf van Servatius. Als het soms in de omtrek gesneeuwd, zodat de sneeuw wel zes meter dik was, bleek, dat er geen volk was gevallen op Servatius' heiligdommetje.

Op zijn uitdrukkelijk verzoek werd Domitianus na zijn dood bijgezet in de Onze Lieve Vrouwe-kerk te Huy. Een levensbeschrijver uit de veertiende eeuw, Jean d'Oultremont, vertelt, dat er elk jaar op 7 mei op zijn graf grote wonderen gebeurden: met name kinderen, die in de rivier de Maas verdronken waren, werden weer tot leven gewekt.

Patronaten
Hij wordt aangeroepen tegen koorts.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld in bisschoppelijk ornaat (tabberd, mijter, staf) met een draak aan zijn voeten (bevrijdde Huy van een gifspuwende draak); bij zijn staf ontspringt een bron.


Bronnen
[000»jrb; 000»Meingold-Huy:26; 132; 147p:59; 200/1»05.07; 265p:24; 348; 500; Haye-de-la-Régis/De-bisschoppen-van-Maastricht:40; Dries van den Akker s.j./2010.04.24]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen