× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1876  Dorothea Visser

Info afb.

Dorothea (ook Dora) Visser, Gendringen, Gelderland, Nederland; gestigmatiseerde vrouw; † 1876.

Sterfdag 12 juli.

Dorothea werd geboren op 29 september 1819 in een straatarm gezin te Gendringen (Gelderland). Als klein meisje al wordt zij ingeschakeld om werkjes te verrichten. Als zij twaalf is, moet zij op de twee koeien passen van een boer uit de buurt. Op een dag krijgt zij een trap van één van de beesten. Vanaf dat moment is zij ziek. Haar wond geneest niet. Een lange lijdensweg begint. Het enige wat zij nog heeft is haar gebed en haar godsvertrouwen.

Vanaf december 1843 beginnen zich bij haar vreemde verschijnselen voor te doen: "Er ontstaan wonden op haar handen en haar voeten, plus een kruisvormig gezwel op haar borstbeen, enkele centimeters onder haar adamsappel en een bloederige krans rond haar hoofd. Telkens op vrijdag, behalve op het feest van Maria Lichtmis, 2 februari 1844, kwam daar een stroperig, plakkerig bloed uit." Het is haar geestelijk leidsman, kapelaan Herfkens, die alles nauwkeurig aantekent in een schrift. Diens opvolger kapelaan Teus Kerkhof, sinds 1853 Dora's biechtvader, zal daarmee doorgaan. Hij beklemtoont dat hij slechts opschrijft wat hij konstateert en meemaakt. Later neemt de regelmaat van de bloedingen af. Opvallend is dat Dora steeds tevoren aankondigde op welke dag de bloedingen zouden optreden.

Zo wordt zij een omstreden vrouw. Er verschijnen krantenartikelen, waarin van bedrog wordt gesproken. Ook de band met haar biechtvader wordt in een kwaad daglicht gesteld. En dat in de tijd dat de Roomsen toch al zo in opspraak zijn, omdat paus Pius IX († 1878; feest 7 februari) juist in 1853 officieel de katholieke hiërarchie heeft hersteld en de aartsbisschop, monseigneur Zwijsen, in het protestantse bolwerk Utrecht heeft neergezet.

Deze plaatst kapelaan Kerkhof eerst over naar het naburige Ziewent (1861) en vervolgens naar het verre Kloosterburen (1864) in de hoop dat daarmee de rust wat weerkeert. De aanstaande pastoor neemt Dora mee als zijn huishoudster. Ook in het hoge noorden gaan de wonderlijke verschijnselen onverminderd door. In 1872 keert pastoor Kerkhof terug naar het kerkdorp Olburgen, en krijgt de zorg voor de plaatselijke Willibrorduskerk. Daar zal Dora tenslotte sterven op 12 juli 1876. Op dat moment - zo merkt de pastoor op in zijn schriftje - heeft zij 33 jaar aan de ziekte geleden, precies het aantal levensjaren van onze Heer.

Jarenlang bleven Dora's spulletjes en het schrift van Pastoor Kerkhof verborgen in een kast van de pastorie. In 1965 kwamen ze weer in de openbaarheid. Sindsdien is de belangstelling voor haar geleidelijk aan toegenomen. Regelmatig komen mensen een bezoek brengen aan haar graf om er te bidden en Dora's voorspraak te vragen.


Bronnen
[000» bk:Kerkhoffs, Bert 'Het Mysterie Dora Visser'; 500; Dries van den Akker s.j./2001.07.12]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen