×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Cucufas (ook Cucufate of Cugat) van Barcelona, Spanje; geloofsverkondiger en martelaar; † 304.
Feest (16 februari) & 25 juli
In mijn bezit is een kleine Spaanstalige brochure, getiteld ‘San Cucufate. Matír, Apóstel seglar y Evangelizador de Barcino’. Het maakt melding van een 14e eeuws reliekkistje waarop enkele episoden uit de legende van Sint Cucufas staan afgebeeld met onderschrift. Deze afbeeldingen zijn door een tekenaar, A. Jutglar, eenvoudig nagetekend. Uitgaande van de onderschriften vertelt de schrijver het verhaal van Sint Cucufas, zoals hij het aantreft in het martelarenboek van Ado en in geschriften van de Mozarabische liturgie en voorziet het van enige uitleg.
[De toegevoegde jaartallen en feestdagen bij de personen uit het verhaal zijn van mijn hand, DvdA sj.]
Sint Cucufas en Sint Felix
Het is de dichter Prudentius die een geschiedkundig gesproken betrouwbare bron vormt voor deze twee belangrijke christenen. En wel in de vierde hymne van zijn ‘Peri Stephanoon’: ‘Felix, martelaar in Gerona († 304; feest 01 augustus), en Cucufas, martelaar uin Barcelona.’
In het martelarenboek van Ado († 875) en in de mozarabische liturgie wordt gezegd dat het Afrikanen waren, afkomstig uit de stad Scillis, die ook door andere martelaren beroemd is. De naam Cucufas heeft inderdaad iets Afrikaans. Sinds de 7e eeuw is hij geaccepteerd in Spanje. Beide martelaren stammen uit het begin van de 4e eeuw.
…omdat zij het woord Gods verkondigden
De Mozarabische traditie presenteert ons Cucufas als koopman. Hij kwam naar Barcelona om er in de tijd van de vervolgingen de christelijke godsdienst te verdedigen. Hij getuigde er niet alleen van met woorden, maar ook met zijn bloed. De verkondiging van de apostel uit Afrika wordt prachtig uitgebeeld op een kistje uit de 14e eeuw dat de relieken van de grote martelaar bevat. Daar richt zich de heilige tot de joden en de heidenen van het Barcino (= Barcelona) van zijn tijd. De jood Jafaël vertelt dat een aantal joden ten gevolge van de joodse diaspora sinds Vespasianus (69-79) in Barcino terecht gekomen was.
… en door hun wonderen namen velen het geloof aan
Dezelfde Visigotische traditie zegt dat zijn woord kracht werd bij gezet door bovennatuurlijke tekenen. God gaf hem de genade onophoudelijk genezingen te verrichten. En door zijn woord alleen wist hij boze geesten uit te drijven. Het was niet gemakkelijk het Spaans-Romeinse volk van Barcino te bekeren. Dat blijkt overtuigend uit een schrijven van de heilige bisschop Pacianus uit de 4e eeuw († 390; feest 09 maart). Daarin horen we over een volk dat weinig geneigd was de wet van Christus te volgen en maar al te graag gehecht was aan de oude heidense feesten. Desondanks namen velen het christelijk geloof aan ten gevolge van de wonderen die Cucufas verrichtte.
… op last van stadhouder Galerius gevangen genomen
De naam van de eerste persoon die Cucfas vervolgt, luidt Galerius. In het verslag van het martelaarschap van Sint Eulalia († 300(?); feest 12 februari), enige jaren eerder, is er sprake van Dacianus. Pater Flórez zegt dat Dacianus naar Zaragoza was overgeplaatst en dat hij was opgevolgd door Galerius.
Het onderhoud dat we aantreffen in de Mozarabische geschriften heeft natuurlijk geen enkele historische pretentie. De krachtige scheldwoorden die zouden zijn geuit door Cucufas, passen een Christen tegenover zijn rechter in het geheel niet. Hoe anders horen we dat bijvoorbeeld bij Sint Cyprianus (van Carthago: † 258; feest 16 sep) en Sint Fructuosus (van Tarragona: † 259; feest 21 jan).
… ze takelen hem toe met geselslagen
De gerechtelijke procedure van de christen-martelaar zal wel gegaan zijn zoals overal in het Romeinse Rijk sinds het decreet van Trajanus (98-117), waar de geloofsverdediger Tertullianus († na 220) geen spaan van heel laat. De beschuldigde werd ondervraagd over zijn christen-zijn. Als de geloofsgetuige volhardde in zijn overtuiging, werd hij achtereenvolgens onderworpen aan verschillende folteringen met de bedoeling dat hij van opvatting zou veranderen. Zeker in de 3e en 4e eeuw was men er veel meer op uit afvalligen te maken dan martelaars. Dat vinden we ook terug in de Visigotische traditie van Sint Cucufas uit de 4e eeuw.
… zijn ingewanden stromen op de grond
De geseling die Galerius aan Sint Cucufas liet toedienen had tot gevolg dat zijn ingewanden naar buiten kwamen. De overlevering vertelt dat Galerius bij het zien van deze barbarij, stierf van spijt, en dat zijn ondergeschikten verblind achterbleven. Intussen begon Cucufas met verbluffende eenvoud zijn ingewanden weer op hun plaats naar binnen te duwen. Hij was weer volkomen gezond. Het is moeilijk deze gang van zaken die ons door de geschriften worden overgeleverd en getuigen van zo’n slechte smaak, aan te nemen. Hier overschrijdt de verbeelding alle grenzen van goede smaak. Aannemelijk is dat hij gegeseld werd, zonder al die bloederige toestanden waarvan sprake is.
…tijdens de folteringen zong hij psalmen en werd genezen
Sint Cucufas werd na de folteringen in de gevangenis opgesloten. Daar bracht hij zijn tijd door met het zingen van psalmen voor God. Dat past uitstekend bij wat we in authentieke verslagen over andere martelaren horen: dat men na de eerste folteringen te hebben ondergaan, in heilige hoop uitkeek naar de dood. Zo bijvoorbeeld de martelaren van Lyon († 177; feest 2 jun).
…zijn lichaam werd gebraden met kokende olie
De volgende foltering bestond erin dat Sint Cucufas op een rooster met een langzaam vuur werd gebraden en werd ondergedompeld in een vat kokende olie. Dat zijn twee folteringen die karakteristiek zijn tijdens de vervolgingen van de christenen. Ook van Sint Jan de Evangelist wordt verteld dat hij werd ondergedompeld in een vat kokende olie (feest 6 mei). Sint Laurentius († 258; feest 10 augustus) werd op een rooster gebraden. De overlevering in Barcelona kent een Sint Cugat van de Oven (Sant Cugat del Forn) als plek waar de marteling heeft plaatsgevonden. In 1023 verrees daar een parochiekerk.
…door een gigantisch vuur verbrand
De derde foltering van Sint Cucufas was de straf van de brandstapel, opgelegd door Galerius’ opvolger Maximianus. Tijdens de vroegste christenvervolgingen liet keizer Nero (54-68) er velen door het vuur ombrengen. Daarna raakte dat enigszins in onbruik. Het duurde lang voordat de doodstraf door middel van de brandstapel in het Romeinse rechtssysteem werd ingevoerd. In de 4e eeuw hoorde ze er gewoon bij, en werd al naargelang de wreedheid van de vervolgers in meer of minder hevige mate ten uitvoer gebracht.
…Maximianus stierf onder vallend gesteente
De geschriften over Cucufas’ martelaarschap vertellen nog een wonderlijke gebeurtenis, welke net als eerder, moeilijk is aan te nemen. Een andere christenververvolger viel - op het smeekgebed van de heilige - van zijn wagen toen hij op weg was naar de tempel om daar aan de afgoden een offer te brengen.
…Rufinus veroordeelde hem tot de dood door het zwaard
Maximianus werd opgevolgd door Rufinus. Die persoonswisseling is door de verteller bedacht om de uiteindelijke ter doodveroordeling van Sint Cucufas aannemelijk te maken. Rufinus ging veel directer te werk dan de andere twee rechters. Hij gelastte dat Cucufas onmiddellijk onthoofd moest worden in de legerplaats van Octavianus. De onthoofding was iets anders dan de doodstraffen die Romeinen moesten ondergaan. Zo stierven vele christenen, zoals Paulus († 67; feest 29 jun), Flavius Clemens († 96; feest 22 jun) en anderen. Aanvankelijk was ze voorbehouden aan mensen van adellijke afkomst; later kon iedereen ze opgelegd krijgen.
… hij verwierf de palm van het martelaarschap op VIII kalendas augusti
Volgens latere tradities onderging Sint Cucufas het martelaarschap op de 9e dag van de kalenden van augustus, wat overeenkomt met 25 juli. Er is een andere traditie die meent te weten dat 25 juli de dag is waarop zijn relieken werden overgebracht. Zijn marteldood zou plaats gevonden hebben op 16 februari. Het meest waarschijnlijk echter is dat zijn ‘geboortedag’ valt op 25 juli. Op een 16e dag in de 9e eeuw werden de relieken van Sint Fulrad overgebracht naar Frankrijk († 784; feest 16 jul).
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen