× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 642  Oswald van Northumbrië

Info afb.

Oswald van Northumbrië, Brittannië; koning & weldoener; † 642.

Feest 5 augustus

Legende

[Uit: Goswin Frenken (herausg.) 'Wunder und Taten der Heiligen. Mit 32 Abbildungen nach alten Holzschnitten' München, Bruckmann, 1964 p.210]

Oswald, koning van Engeland, was uit heidense ouders geboren. Zijn vader, Edwin, was gesneuveld in de oorlog. Hij werd dus opgevolgd door Oswald. Die zag er meteen op toe dat het christendom in zijn rijk werd gepreekt. Bij zijn aantreden gaf hij opdracht een prachtige kerk ter ere van Sint Petrus te bouwen.
Hij begiftigde haar uit eigen vermogen met rijke schenkingen en nodigde talrijke kerkelijke bedienaren uit er hun verblijf te nemen. Op het moment van zijn koningszalving, bleek er geen heilig chrisma te zijn. Maar door toedoen van God kwam er een raaf uit de hemel met een flesje heilig chrisma in zijn snavel. Bovendien hing er een brief aan zijn hals die verzegeld was met een gouden kruis. De raaf bleek Latijn te kunnen spreken, want hij sprak: "Ik kom het heilig chrisma uit de hemel brengen." Toen lazen ze de brief en daarin stond dat hij door Sint Petrus zelf tot koning was gezalfd. Sindsdien bleef de raaf aan het hof van Sint Oswald verbonden.

Geruime tijd ging voorbij, waarin Sint Oswald in eer en deugd zijn leven leidde.
Toen suggereerden zijn raadsheren dat hij een jonge vrouw moest trouwen. Want als hij zonder erfgenaam zou sterven, zou er na hem een vreemde op zijn troon komen. Toen verscheen een oude man met een lange baard, een soort pelgrim. Sint Oswald ontving hem zeer vriendelijk in zijn paleis.
De oude man sprak: "Ik ben een profeet en ik ken wel 72 landen. Ik kom u namens God verkondigen dat u een heel bepaald meisje moet trouwen, namelijk de dochter van de heidenkoning Gandon; zij heet Pia (ook wel Pamige). Het is Gods wil dat u alles doet wat in uw vermogen ligt om haar tot het christelijk geloof te bekeren.
Sint Oswald sprak: "Ik heb niet eens een dienaar die voor mij die boodschap kan overbrengen, laat staan dat hij daarginds in dat land de weg weet"
De oude man sprak: "Al zond u er duizend mannen naartoe, dan zou haar vader hen allemaal doodslaan. Want meteen na haar geboorte nam hij haar op schoot en zwoer een eed, dat hij haar nooit ofte nimmer aan een man ten huwelijk zou geven, al moest hij er de vervaarlijkste zwaardslagen om doorstaan."
Dat maakte Sint Oswald verdrietig en hij wist niet wat te doen.
De oude man sprak: "U hebt al zeven jaar een welsprekende raaf aan uw hof in leven gehouden. Hij moet voor u dat meisje zien te pakken te krijgen."
De raaf kwam meteen aangevlogen, landde voor de oude man op de tafel en gaf hem te kennen dat hij tot zijn dienst bereid was. Toen zei Sint Oswald: "Ik heb je nu al zeven jaar en nog nooit heb ik je met zo'n menselijke stem horen spreken."
Daarop verdween de oude man. Toen schreef Sint Oswald de zeven artikelen van het christelijk geloof op een papiertje en naaide dat aan de veren van de vogel vast met een ring erbij en gaf opdracht dat hij dat naar het meisje moest brengen, de dochter van de koning.

De raaf nam de brief en vloog ernaartoe en kwam op de negentiende dag op het kasteel van koning Gandon aan.
Hij vloog over de koninklijke tafel en boog zich vervolgens voor de koning en de jonge koningin en sprak: "Heer, ik vraag om toestemming met uwe koninklijke genade te spreken en wens u - al de tijd dat ik hier verblijf - vrede omwille van God en alle vrouwen."
Toen de koning bemerkte dat de raaf kon spreken, was hij zeer verwonderd.
Hij sprak tot hem: "Hoe zou ik zo'n hoffelijk verzoek om toestemming en zo'n hoofse vredeswens kunnen weigeren? Zegt u maar wat u verlangt.
Toen zei de raaf: "Mijn heer, Sint Oswald, de koning van Engeland, heeft mij hierheen gezonden met het vriendelijk verzoek dat u hem zijn dochter zou willen afstaan: zo wil het God en ook diens moeder Maria. Als u het doet, zult u zalig worden."
Toen de koning de raaf God en zijn moeder hoorde noemen, werd hij witheet van woede en riep uit dat hij omwille van God en Maria gevangen moest worden en gedood. Maar ook de prinses had de boodschap van Sint Oswald gehoord en zij was op slag verliefd.
Zij had te doen met de raaf en ze zei tegen haar vader: "Als u die vogel doodt, zal ik nooit meer blij zijn. U hebt hem toestemming gegeven om in vrede te spreken. Als u die belofte nu breekt, zou u een ontzettend figuur slaan!"
Daarop zei haar vader: "Mijn liefste dochter, wees gerust, houd de vogel en doe ermee wat je wilt."
Dat maakte het meisje zielsgelukkig; ze nam de vogel mee naar haar kamer, omhelsde hem, kuste hem, drukte hem tegen de borst en zei: "Lieve raaf, vertel nog eens wat over uw heer Sint Oswald."
Toen zei hij: "Er zit een brief en een ring tussen mijn veren. Hij heeft ze naar u toegezonden. Ik mag namens hem zeggen dat hij u het liefst heeft van alle meisjes van de hele wereld."
En toen ze ook nog in de brief las dat ze zowel in dit als in het andere leven zalig zou worden, als ze de zeven artikelen van het christengeloof zou aannemen, werd ze gelovig. Haar hart werd vervuld van de Heilige Geest, zodat ze straalde van geloof. En ze schreef een brief terug.
Ze naaide die met een ring aan de veren van de raaf en zei: "Zeg hem dat hij mij aanstaande zomer moet komen ophalen met tweeënzeventig schepen en dat hij op elk schip duizend man moet stationeren en dat ze leeftocht mee moeten nemen voor acht jaar en dat hij ook u mee moet nemen: doet hij dat niet, dan zal het hem niet gelukken mij tussen de heidenen vandaan te halen".

Toen vloog de raaf vandaar weg en kwam weer bij Sint Oswald.
Toen deze hem zag, was hij heel blij en hij zei: "Wat voor goeds kom je melden van de koningin?"
En de raaf zei: "Haalt u de ring en de brief maar tussen mijn veren vandaan."
Zodra hij de brief gelezen had, liet hij de schepen klaarmaken en trok met een gigantisch leger erop af. En Oswald zei: "Ik zal maar eerst een berichtje naar de jonge koningin sturen om te vragen hoe ik haar zal kunnen krijgen. Hij zond de raaf naar haar kamer met de vraag of hij om haar strijd moest leveren. Of ze hem dat even wilde laten weten. Vervolgens vloog de raaf door het raam bij het meisje naar binnen.
Zij was ontzettend blij en gaf als antwoord op zijn vraag: "U moet tegen Sint Oswald zeggen dat hij tot vlak voor het kasteel van mijn vader moet optrekken. Daar moet hij zijn tent opslaan. Daarbij moet hij zeven goudsmeden meebrengen en een grote marktkraam opzetten. Als men komt vragen wat ze daar doen, moeten ze zeggen dat ze gehoord hebben dat de koningsdochter van hier graag een rijke koning zou willen trouwen, en dat zij dus hierheen gekomen zijn om te vragen of zij ringen nodig heeft; dan zullen zij die voor haar maken en dan kan zij ze van hen kopen."
De raaf bracht de boodschap over en alles werd precies zo uitgevoerd. Op een dag ging de koning met zijn ridders uit jagen. Daarop kwam de koningin naar buiten om de kraam te bekijken die daar was neergezet. Toen ze weer naar buiten kwam, stond koning Oswald kaar om haar zeer vriendelijk onder zijn hoede te nemen.
Hij zei: "Mijne heren, laten we onmiddellijk weggaan, want de koningin is bij mij. Laat die tenten maar staan."
En ze gingen vandaar weg. Maar zodra koning Gandon dat merkte, zette hij hem na en er werd verwoede strijd geleverd. Maar Sint Oswald met zijn leger bleef aan de winnende hand. Vadaar dat koning Gandon zich met al zijn manschappen liet dopen. Daarop bracht Sint Oswald zijn nieuwe vrouw naar Engeland en gaf een feest van negen dagen. En ze leefden rein en kuis met elkaar.

Sint Oswald liet nog een klok maken die de arme mensen konden luiden, als ze zich tot hem wilden wenden. Zodra Sint Oswald de klok dan hoorde, hield hij zitting. En als hij op reis was, ging de klok overal mee naartoe. Hij had verboden dat rijke mensen de klok mochten luiden. Want als hij zitting hield, gingen de armen voor.

Sint Oswald regeerde negen jaar. Uiteindelijk sneuvelde hij door de hand van hetzelfde heidense volk waardoor ook zijn vader gesneuveld was.


Bronnen
[000»Oswald-Northumbrië-Zeddam:22]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen