×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Hippolytus van Rome, Italië; kerkvader en tegenpaus; † 235 of 236.
Feest 30 januari (oosterse kerk tezamen met o.a. Chrysis, Cyriacus, Maximus, Sabinianus e.a.). & 13 augustus (westerse kerk tezamen met Paus Pontianus).
Er zijn minstens drie heiligen die aangeduid worden met de naam 'Hippolytus van Rome'. Dat heeft in het verleden voor veel verwarring gezorgd. Met als gevolg, dat het nu heel moeilijk is geworden om ze uit elkaar te houden. Om alles nog ingewikkelder te maken worden ze in de westerse kerk alle drie op dezelfde dag gevierd: 13 augustus, met dien verstande, dat één van hen ook wordt herdacht op 22 augustus. Sommigen menen, dat ze oorspronkelijk teruggaan op één persoon terug.
[107/6kol:538]
Wat daar ook van zij, we onderscheiden de volgende personen:
1. Hippolytus van Rome, kerkvader en tegenpaus; † 235 of 236; in de westerse kerk op 13 augustus (tezamen met Paus Pontianus), in de oosterse kerk op 30 januari (tesamen met o.a. Chrysis, Cyriacus, Maximus, Sabinianus e.a.).
2. Hippolytus van Rome, soldaat en martelaar; † tussen 250 en 253; 13 augustus.
Het is vooral deze Hippolytus die in het westen populair is geworden en wiens verering wijd is verbreid.
3. Hippolytus van Porto, bisschop en martelaar; † tijdens de regering van Alexander Severus (222-235) of 252? (13 augustus, maar meestal) 22 augustus.
Volgens zeggen zou deze Hippolytus oorspronkelijk van oosterse afkomst zijn; uit Arabië bijvoorbeeld. Hij zou een leerling zijn geweest van Ireneüs, of - waarschijnlijker nog, gezien zijn elegante Griekse schrijfstijl - van Clemens van Alexandrië. Tenslotte zou hij naar Rome gekomen zijn, en mengde zich daar in de pennenstrijd die onder de christenen aan de gang was. Hippolytus bezat een radicaal karakter. Ten aanzien van de vraag, of de Kerk zich eerder barmhartig moest opstellen tegenover grote zondaars dan streng, vond hij dat de Kerk niet streng genoeg kon zijn. Maar de bisschop van Rome, Paus Callixtus († 222; feest 14 oktober), was juist van de tegenovergestelde mening. Daar kwam nog bij, dat Callixtus een gewezen slaaf was - dus van een lage maatschappelijke klasse; terwijl Hippolytus waarschijnlijk zelfs van adel was, in ieder geval waren zijn manieren zeer verfijnd. Dat standsverschil stak hem ook. Dit alles maakte, dat hij zich tot alternatieve bisschop van Rome liet uitroepen: tot tegenpaus dus. Als zodanig stond hij aan het hoofd van een groepje gelovigen dat zich rond hem had geschaard, en dat uit de meer invloedrijke kringen afkomstig was. Hippolytus volhardde ook in zijn rigoristische opstelling, toen Callixtus stierf en er een nieuwe paus was gekozen, Urbanus († 230; feest 25 mei); ja zelfs toen deze weer opgevolgd werd door Pontianus, veranderde er niets aan zijn houding.
Toelatingseisen uit zijn boekje 'De Apostolische Overlevering' nr.16:
Als zich nieuwelingen melden om het woord te aanhoren, moeten die voordat de gewone mensen komen, aan de leraren worden voorgeleid.
Onderzoek de reden, waarom ze het geloof zoeken. Hun begeleiders moeten over hen getuigen of zij wel in staat zijn te luisteren. Onderzoek ook hun levenswijze: heeft hij een vrouw? is hij slaaf of vrij?
Als hij slaaf is van een gelovige en zijn meester is het ermee eens, mag men hem onderricht geven. Als zijn meester een ongunstig getuigenis over hem aflegt, moet men hem wegsturen. Als zijn meester een heiden is, moet men hem leren aan de wensen van zijn meester te voldoen; dan komt er geen schande van.
Als iemand een vrouw heeft, of het is een vrouw die een man heeft, moet men hun leren daarmee tevreden te zijn: de man met zijn vrouw, de vrouw met haar man.
Als iemand ongehuwd is, moet men hem leren geen ontucht te plegen; hij moet trouwen volgens de wet en in onthouding leven.
Is iemand bezeten door de duivel, dan moet men hem niet naar het woord van het onderricht laten luisteren totdat hij rein is.
Doe ook onderzoek naar de ambachten en beroepen van hen die men aanbrengt voor het onderricht.
Is iemand bordeelhouder, dan moet hij daarmee ophouden; zo niet wegsturen.
Is iemand beeldhouwer of schilder, dan moet men hem leren geen afgodsbeelden te maken. Wil hij daar niet mee ophouden: wegsturen.
Is iemand toneelspeler of geeft hij op de een of andere manier voorstellingen, ophouden of wegsturen.
Als iemand aan kinderen profaan onderwijs geeft, is het beter dat hij daarmee ophoudt; maar als hij daardoor werkeloos wordt, mag hij ermee doorgaan.
Zo ook: een organisator of deelnemer van de openbare spelen en ook een bezoeker ervan: ophouden of wegsturen.
Een zwaardvechter of een instructeur die lesgeeft in zwaardvechten of iemand die deelneemt aan de jacht op groot wild of een openbaar ambtenaar die betrokken is bij de spelen ophouden of wegsturen.
Is iemand afgodspriester of tempelwacht ophouden of wegsturen.
Een soldaat die lijfwacht is van een gouverneur moet men zeggen dat hij niet mag doden. Als hij er een bevel toe krijgt, mag hij dat niet opvolgen. Kan hij dat niet: wegsturen.
Wie over de macht tot het zwaard beschikt of burgemeester is die het purper draagt: ophouden of wegsturen.
Als een geloofsleerling of een gelovige soldaat wil worden, moet men hem wegsturen, want hij veracht God.
Is iemand prostituée of schandknaap of men doet dingen waarover je zelfs nog niet spreekt: wegsturen, want zij zijn besmet.
Een tovenaar mag niet tot het onderzoek worden toegelaten.
Wie doen aan zwarte kunst, sterrenwichelaars, waarzeggers, droomuitleggers, deelnemers aan esoterische rituelen en vervaardigers van amuletten: ophouden of wegsturen.
Is iemand bijvrouw van een man en is zij diens slaaf en heeft zij zijn kinderen opgevoed en onderhoudt zij alleen met hem een relatie: dan mag zij toegelaten worden. Is dit alles niet het geval: wegsturen.
Heeft een man een bijvrouw, dan moet hij een wettig huwelijk sluiten. Weigert hij: wegsturen.
Onder keizer Maximinus Thracius (235-238) braken er christenvervolgingen uit. Die maakte geen onderscheid tussen al de partijen en partijtjes die er in de christengemeente bestonden. Zo kwam het dat Hippolytus in gezelschap van Pontianus en waarschijnlijk nog vele anderen naar het eiland Sardinië werd verbannen. Beiden werden veroordeeld tot dwangarbeid in de steengroeven. Daar hebben de twee zich met elkaar verzoend. Pontianus stierf in 235; zijn feestdag is 13 augustus. Toen Hippolytus niet lang daarna ook stierf, werd hij door paus Fabianus († 250; feest 20 januari) bijgezet in de grafkamer van Pontianus, aan de Via Tuburtina, en kreeg hij dezelfde feestdag.
In de oosterse kerk wordt de overlevering bewaard dat hij bisschop was van Ostia. Tijdens de vervolgingen onder keizer Claudius II (268-270) verscheen hij - zonder acht te slaan op zijn ouderdom - voor de keizer en riep hem ter verantwoording voor zijn wreedheden jegens de christenen. Dat kwam hem prompt op de doodstraf te staan. Hij werd verdronken in de Tiber.
Deze traditie plaatst Hippolytus’ marteldood dan ook in 269.
Verering & Cultuur
In de tijden daarna raakte hij in vergetelheid. Van zijn geweldig omvangrijk oeuvre is in onze dagen maar weinig overgebleven; en wát ervan restte werd altijd met wantrouwen bezien, omdat er ketterse trekken en trekjes in konden zitten. In 1551 ontdekte men het standbeeld, dat voor hem vlak na zijn dood was gemaakt, en waarmee hij als leraar en filosoof op een leerstoel wordt afgebeeld. Op de leuningen en de rug ervan staan (nog niet alle) titels ingegraveerd van zijn werken. Hippolytus kwam nog meer in de belangstelling te staan, toen in 1851 in een klooster op de Athos een verloren gewaand geschrift van hem werd ontdekt, dat van grote betekenis blijkt: de 'Filosofoumena', een opsomming en weerlegging van alle ketterse richtingen in zijn dagen.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen