× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 303  Saturninus van Rome met Sisinnius, Apronianus, Papias en Maurus

Info afb.

Saturninus van Rome, Italië; priester & martelaar met zijn diaken Sisinnius (ook Sysinnius), met Apronianus, en met de soldaten Papias en Maurus; † 303(?).

Feest 29 november.

Volgens de legende was Saturninus afkomstig uit Carthago in Noord-Afrika en diende hij als priester in Rome. Hij wordt omschreven als een grijsaard. Tezamen met zijn diaken Sisinnius werd hij tijdens christenvervolgingen gearresteerd en gefolterd. Ze zouden, aldus nog altijd de legende, begraven zijn op de begraafplaats van Sint Thraso aan de Via Salaria.
Ribadineira en Rosweydus in hun 'Generale Legende der Heiligen' uit 1640 vertellen hun verhaal als volgt:

'Toen de keizers Diocletianus (284-305) en Maximianus (284-305) bemerkten dat geen foltering of doodstraf in staat waren de christenen uit te roeien, ja dat het bloed der martelaren werkte als zaad, waarbij het leven van één slachtoffer telkens honderd nieuwe gelovigen opleverde, vonden zij een nieuwe manier uit om de christenen met lange en pijnlijke martelingen te onderdrukken. Zij moest stenen sjouwen en zand graven, en alle werkzaamheden verrichten die nodig waren voor de bouw van openbare gebouwen. Weliswaar was het officieel verboden om leden van de adel en soldaten te veroordelen tot slavenarbeid. Maar juist om het christengeloof nog meer te vernederen werden alle christenen zonder aanzien des persoons tot de slavenarbeid van de bouw veroordeeld.
Zo behoorde Saturninus tot degenen die in Rome meewerkten aan de bouw van de badhuizen die keizer Maximianus liet bouwen voor Diocletianus, omdat deze hem in rang gelijk aan zichzelf had gemaakt. Saturninus was reeds een bejaard man, en hij was eenvoudig niet in staat het zware werk te doen dat de opzichters hem oplegden. Daarom werd hij door medechristenen geholpen, in het bijzonder door de diaken Sisinnius. In zijn ijver nam hij boven de last die hem zelf opgelegd werd ook de last van Saturninus op zijn schouders. Zo sjouwde hij heen en weer terwijl hij vrolijk voor de Heer zijn psalmen zong.
De keizerlijke ambtenaren keken met grote verbazing naar de grote liefde en blijdschap die van Sisinnius afstraalde tijdens zijn pijnlijke arbeid. Zij brachten het over aan hun commandant Espurius, die het op zijn beurt aan keizer Maximianus rapporteerde. Deze liet Sisinnius en Saturninus aan zich voorgeleiden. Tevergeefs probeerde hij hen onder dreigementen aan de afgoden te laten offeren. Toen dat op niets uitliep, vertrouwde hij hen toe aan de overste Landicius met het bevel hen te dwingen tot offeranden of hen anders eigenhandig ter dood te brengen. De overste wierp hen in de gevangenis. Daar zaten zij verscheidene dagen, waarbij zij intussen vele heidenen die hen kwamen bezoeken tot het christelijk geloof bekeerden. Na drieëndertig dagen liet de overste hen voor zich verschijnen met geboeide handen en blootsvoets. Hij bemerkte dat zij nog even standvastig waren en dat zij liever duizend doden zouden sterven dan Jezus Christus te verloochenen. Hij liet een afgodsbeeld voor hen opstellen met de bedoeling dat zij het zouden aanbidden. Maar Saturninus zei met stemverheffing: "Moge de Heer de goden der heidenen beschaamd doen staan." Meteen viel het beeld in gruzelementen op de grond. Tegelijk begonnen twee soldaten, Papias en Maurus geheten, te roepen dat de Jezus Christus die Saturninus en Sisinnius aanbaden wel de ware God moest zijn.

De overste veroordeelde de twee heiligen tot de pijnbank; daarna liet hij ze omhoogtakelen, met scherpe gesels slaan en hun lichamen met het martelwerktuig dat de schorpioen wordt genoemd, uit elkaar scheuren. Maar zij zongen met grote blijdschap: "Eer aan U, Jezus Christus, omdat U ons deel hebt gegeven aan de glorie van uw dienaren." Toen Papias en Maurus dit allemaal zagen, begonnen ook zij te verlangen naar de martelaarskroon. Zij ontstaken in heilige woede tegen de beulen en riepen: "Hoe is het mogelijk dat de duivel over jullie zo'n grote macht heeft dat hij jullie zo wreed maakt tegen deze twee heilige mannen?"
Dit wekte de woede van overste Landicius. Hij liet hen met stenen op de mond slaan, en vervolgens in de gevangenis werpen. In de dagen daarna werden zij aan allerhande folteringen onderworpen. Intussen liet hij met brandende fakkels de zijden van Saturninus en Sisinnius schroeien. Maar toen hij zag dat ook dit niets hielp en dat zij dit alles in blijdschap ondergingen terwijl zij de Heer loofden, besloot hij hen een halve mijl buiten Rome te laten brengen om hen langs de weg naar Numentum te doen onthoofden.
Hun lichamen werden geborgen door een rijk, machtig en zeer toegewijd man, Thrassus geheten; hij besteedde al zijn bezittingen om de christenen te onderhouden en de arbeiders aan de badhuizen bij te staan. Hij begroef hen op zijn eigen erf. Dat gebeurde op de negenentwintigste dag van november. Sindsdien gedenkt de katholieke kerk hen op deze dag. Zij vonden de marteldood vijf jaar na het begin van de werkzaamheden aan de bouw van de badhuizen.'

Het enige dat met historische zekerheid gezegd kan worden is dat Saturninus een martelaar is uit de eerste eeuwen van het christendom en dat zijn feest van oudsher op 29 november werd gevierd op zijn graf aan de Via Salaria. Op hun graf stond een kerk die in de middeleeuwen tot een ruïne verviel.

Op 29 januari worden nog eens twee Romeinse soldaten vereerd die Papias en Maurus († 303) heten. Gaat het hier om dezelfde personen?


Bronnen
[101a; 126; 132; 200/2»11.29; Dries van den Akker s.j./2008.01.01]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen