×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Henrika (gedoopt Katharina) Fassbender ofm, monding van de Thames bij Londen; Engeland; kloosterlinge met 4 medezusters; † 1875.
Feest 6 december.
Zij was afkomstig uit Aken. Toen zij intrad bij de franciscanessen, kreeg zij de kloosternaam Henrika. Met vier medezusters werd zij uitgezonden naar de missie in Saint-Louis, Noord-Amerika. Door de nieuwe anti-godsdienstige wetten die in Duitsland van kracht waren geworden, was het hun onmogelijk gemaakt in hun eigen land als actieve religieus te functioneren. Vandaar dat zij de missie hadden gekozen als hun toekomstig werkterrein. Zo maakten zij van de nood een deugd.
Zij gingen scheep op het stoomschip de 'Deutschland'. Voor de Engelse kust tegenover de monding van de Thames kwam het vaartuig in een vliegende storm terecht, waarbij het op een zandbank liep. Dertig uur lang was het ten prooi aan gierende stormwinden, beukende golven, verblindende sneeuwbuien en bittere kou.
Naar later bleek kostte de ramp aan zeker vijftig mensen het leven. Onder hen waren de vijf Duitse franciscanessen. Ze hadden gedaan wat ze konden om vooral vrouwen en kinderen uit het ijskoude water te redden. Ze stonden hun eigen plaats in de reddingboten aan anderen af en vonden in gezamenlijk gebed zonder enig teken van angst uiteindelijk de verdrinkingsdood.
De namen van de andere zusters waren Brigitta (gedoopt Elisabeth) Dammhorst uit Mastholte bij Wiedenbrück, Norberta (gedoopt Johanna) Reinkober uit Steindorf in Oberschlesien, Aurea (gedoopt Josepha) Budziura uit Nengarten, eveneens in Oberschlesien en Barbara (gedoopt Thekla) Hültenschmidt uit Deleke in Westfalen.
Men noemt hen wel martelaressen van de naastenliefde.
De Engelse jezuïetendichter Gerard Hopkins was zo onder de indruk van dit gebeuren dat hij er een aangrijpend gedicht over schreef:
"Thou mastering me
God! giver of breath and bread:
World's strand, sway of the sea;
Lord of living and dead;
Thou hast bound bones and veins in me, fastened me flesh,
And after it almost unmade, what with dread,
Thy doing: and dost thou touch me afresh?
Over again I feel thy finger and find thee."
[Gij zijt mijn meester,
God! gever van adem en brood:
strand van de wereld, vloed van de zee;
Heer van leven en dood;
U bundelde botten en aders in mij, maakte mijn vlees vast,
En maakte haast weer ongedaan, ontzettend!,
uw werk: en durft mij nu te beroeren?
Eens te meer voel ik uw vinger en vindt U.]
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen