× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 655-657  Burgundofara van Faremoutiers

Info afb.

Burgundofara (ook Burgondofara, Fara of Fare) van Faremoutiers (ook van Champigny) osb, Frankrijk; abdis; † 655/57.

Feest 3 april & 7 december.

Zij moet geboren zijn rond het jaar 595. Haar vader was van oude Bourgondische adel en heette Agnerik; hij bezat uitgestrekte goederen in de wijde omgeving. Hij was gehuwd met vrouwe Leodegonde; ook zij stamde af van Frankische adel en erfde van huis uit een groot grondbezit in de omgeving van Meaux. Vlakbij die stad bewoonden zij kasteel Pipimisium (= Champigny). Zij kregen daar herhaaldelijk bezoek van de grote abt Sint Columbanus († 615; feest 23 november), die onlangs in Bourgondië het beroemde klooster Luxeuil had gesticht. Op dat moment was Fara nog maar een klein meisje. De heilige onderkende in haar grote mogelijkheden; hij bracht haar de eerste beginselen van gebed bij en leerde haar Christus te beminnen als bruidegom. Dat was volkomen nieuw in een tijd, dat het grootste deel van de bevolking nog maar nauwelijks van de christelijke godsdienst had gehoord.

Inderdaad bleek Fara van jongs af aan begiftigd met een intiem gebedsleven. De vroegmiddeleeuwse levensbeschrijving van de hand van Jonas van Faremoutiers, illustreert dit alles door te vertellen, dat Columbanus op het kasteel rijp koren aantrof, terwijl het daar helemaal het seizoen niet voor was. Fara besloot haar leven toe te wijden aan haar nieuwe bruidegom. Na Columbanus' verbanning door koningin-moeder Brunhilde van Bourgondië nam zijn opvolger Eustasius († 625; feest 29 maart) zijn rol als geestelijk begeleider over.

Intussen had haar vader natuurlijk heel andere plannen met haar: hij diende aan het hof van koning Theodebert II en had al een goede partij op het oog voor een waardig en vruchtbaar huwelijk. Dat was indertijd niet zozeer een kwestie van liefde tussen man en vrouw als wel een economisch of politiek belang: er kon een ruzie of oorlog door worden beslecht of grondbezit mee vergroot.
Toen vader uiteindelijk merkte, dat hij niet tegen zijn dochter op kon, stond hij toe, dat bisschop Gondoald van Meaux haar in 614 de sluier oplegde. Bovendien stichtte hij rond het jaar 620 voor haar het vrouwenklooster Brige.

Het woord 'Brige' is een Keltisch woord en betekent 'brug', later verkort tot Brie, de naam die de landstreek daar heeft tot op de dag van vandaag, beroemd om zijn kaas. In de 7e eeuw werd 'Brige' verlatijnst tot Eboriacum of Evoriacum. Vanaf de 8e eeuw werd het klooster genoemd naar Sint Fara: Faremoutiers (= Farae Monasterium oftewel 'Fara's klooster').

Zevenendertig jaar lang gaf zij er leiding aan haar medezusters. Zij stierf, omringd en betreurd door haar zusters. De berichten over haar sterfdatum spreken elkaar tegen. Sommigen zeggen, dat zij stierf op een 3e april, anderen op 7 december. Als sterfjaar worden gegeven 655 en 657.

Verering & Cultuur
Uit haar klooster kwamen vele grote heiligen voort.
Zo werd zij als abdis opgevolgd door Sint Ethelburga († tussen 645 en 664; feest 7 juli) van Faremoutiers en door Sint Saethryth (ook Sethrida; † 660; feest 10 januari), een koningsdochter uit East Anglia en een halfzuster van Sint Ethelburga. Uit deze twee voorbeelden blijkt, dat er in de vroege middeleeuwen herhaaldelijk jonge vrouwen vanuit Groot-Brittannië de zee overstaken om in Faremoutiers-en-Brie het kloosterleven aan te nemen.
Ook Burgundofara's broers, Chagnoald († 633; feest 6 septeber) en Faro, bisschop van Meaux († ca 675; feest 28 oktober), zijn heilig verklaard.

Haar leven alsmede dat van haar kloostergemeenschappen gedurende de eerste tijd van het bestaan, werd beschreven door Jonas van Faremoutiers, een monnik uit het mannenklooster, dat iets later op hetzelfde terrein als het vrouwenklooster werd gesticht.

De kronieken vermelden herhaaldelijk, dat er wonderen plaats vonden op haar graf. Beroemd is de genezing van zuster Charlotte Le Bret, dochter van de eerste president en thesaurier van het toenmalige ministerie van financiën te Parijs. Op zevenjarige leeftijd had zij het licht in haar linkeroog verloren. In 1609 trad zij toe tot de kloostergemeenschap van Faremoutiers. Haar gezichtsvermogen ging steeds meer achteruit en in 1617 was zij volkomen blind, nadat ook het licht in haar rechteroog volkomen was gedoofd. De beste oogartsen kwamen er aan te pas, maar zij verklaarden allen machteloos te staan. Zij doodden de zenuwen in de ogen om haar te behoeden voor pijn. Zo voelde zij bij het huilen pas tranen, wanneer die over haar wangen biggelden. Zoals elk jaar werden in 1622 op 7 december, een van Fara's feestdagen, haar relieken in de kerk uitgesteld om door de zusters en bezoekers van het klooster vereerd te worden. Zuster Charlotte kuste ze niet alleen, zoals gebruikelijk was, maar ze nam ze op en wreef ermee over haar dode ogen. Zij vroeg of zij het nog een tweede en derde keer mocht doen. Na de derde behandeling riep zij uit dat zij kon zien. Twee dagen later verklaarde de bisschop van Meaux schriftelijk, dat hij kennis had genomen van de gebeurtenissen en dat hier sprake moest zijn van een echt wonder.

Fara is patrones van het plaatsje Aveluy.
Zij wordt afgebeeld als abdis met korenaren, verwijzing naar de legende van Sint Columbanus' bezoek.


Bronnen
[101a; 122»Fara; 127»Fare; 143p:34; 251p:64; 252a; 303; 316p:94; 340p:84; 390/14p:119; Dries van den Akker s.j./2007.11.24]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen