×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Cedd (ook Cedda, Cedde, of Ceddus) van Londen osb, Engeland; bisschop; † 664.
Feest 7 januari & 26 oktober.
Cedd leefde in de eerste helft van de 7e eeuw en maakte deel uit van een heilige generatie in zijn familie. Alle drie zijn broers zijn heilig geworden: Chad, bisschop van York († 673; feest 2 maart), Caelin (of Celinus), een priester, en Cynebill (of Cimbertus; † 7e eeuw; feest 2 maart). Deze laatste zou zich toeleggen op het bekeringswerk onder de Angelsaksen. Dit volk had zojuist heel Groot-Brittannië veroverd en de inheemse bevolking aan zich onderworpen.
Met zijn broers was Cedd opgevoed in Lindisfarne, het beroemde kloostereiland ter hoogte van de grens tussen Schotland en Engeland. Het was indertijd gesticht door Ierse monniken. Hij heeft er in zijn tijd twee grote abten meegemaakt: Aidan († 651; feest 31 augustus) en Finan († 661; feest 17 februari). De jongens voelden zich alle drie aangetrokken tot het monniksideaal en traden uiteindelijk toe tot de kloostergemeenschap.
In 653 ging Peada, de zoon van koning Penda van Mercia, over tot het christendom. Hij nodigde Cedd uit om er met nog drie andere priesters zijn volk het christendom bij te brengen. Die andere drie heetten Adda, Betta en Diuma; Cedd en de eerste twee waren Angelen van afkomst, Diuma was een Schot. Penda verzette zich er niet tegen; het enige waar hij een gruwelijke hekel aan had - zo liet hij weten - was, als mensen zeiden in God te geloven, maar in hun doen en laten zich niets aan Hem gelegen lieten liggen! Niet lang daarna werd ook koning Sigebert van Oost-Saksen (= Essex) christen. Op zijn beurt vroeg hij Cedd om in zijn koninkrijk te komen preken.
Dat bekeringswerk droeg rijke vrucht. Cedd had zelfs zoveel succes dat zijn abt, Finan van Lindisfarne, hem tot bisschop wijdde. Vervolgens zond hij hem terug naar de streken van de Oost-Saksers om er zijn werk voort te zetten. Hij probeerde de bevolking te overtuigen van de christelijke beginselen.
Nu leefde er in die streek een hooggeplaatst man. De bisschop had hem erop gewezen dat zijn huwelijk onwettig was. Maar de man had zijn schouders opgehaald. En de bisschop was niet in staat geweest om hem op het rechte pad te brengen. Daarop had Cedd over die man de banvloek uitgesproken. Niemand mocht nog zijn huis binnen gaan, laat staan met hem samen de maaltijd gebruiken. Maar de koning had zich daar niets van aangetrokken. Toen Sigebert eens het huis van die man uitkwam, liep hij juist de bisschop tegen het lijf. Hij wist niet hoe gauw hij van zijn paard moest springen, hij bibberde over zijn hele lijf en kroop in het stof om vergiffenis te vragen. Maar Cedd was woedend. Met zijn staf prikte hij naar de koning op de grond en wees naar het huis met de woorden: "Sigebert, ik geef je de verzekering: nu je dat huis van die goddeloze man niet hebt willen mijden, zal datzelfde huis nog eens je ondergang worden." Jaren later zouden die profetische woorden uitkomen. Toen koning Sigebert in het jaar 661 bij een moordaanslag om het leven was gebracht, bleek de man van dat foute huwelijk één van de twee daders te zijn; die ander was zijn broer; de twee waren in de verte zelfs nog familie van de koning. Op de vraag wat hen tot die misdaad had gebracht, konden ze geen behoorlijk antwoord geven. Het enige was dat ze vonden dat de koning veel te vergevingsgezind en zachtmoedig was jegens zijn vijanden. Deze geschiedenis staat te lezen bij Beda († 735; feest 25 mei), een monnik uit het Engelse klooster Yarrow; hij schreef in de 8e eeuw een geschiedenis over volk en kerk van Engeland. Aan het einde van dit relaas merkt Beda op, dat koning Sigebert dus eigenlijk het slachtoffer is geworden van zijn christelijke houding. De monnik is er dan ook haast van overtuigd dat zijn fouten hem in de hemel wel vergeven zouden zijn...
In de omgeving van Londen stichtte Cedd verschillende kloosters, zoals Tilbury en Lestingham (ook Lestingay geheten). Want al was hij bisschop, in zijn hart bleef hij de monnik die hij van jongs af was geweest. Dat bleek ook uit zijn gestrenge levenswijze. Om de plek waar het klooster zou komen te staan, aan God toe te wijden, vastte hij er veertig dagen aan één stuk. Hij at maar één keer per dag en dat bestond dan uit een homp brood en een slok water. Die plek zelf was trouwens eerder geschikt als schuilplaats voor dievenbendes of wilde beesten dan om er als normaal mens te wonen.
Hij maakte in 664 de beroemde synode van Whitby mee. Daar werd besloten dat de kerk van Groot-Brittannië zich zou aansluiten bij de traditie van Rome: dit had vooral betrekking op het bepalen van de Paasdatum en op de levenswijze van de monniken. Het schijnt dat Cedd van harte heeft ingestemd met dit besluit, waaraan twee eeuwen strijd vooraf waren gegaan. Nog in datzelfde jaar stierf hij op 26 oktober aan de gele pest en werd begraven in 'zijn' klooster te Lestingham. Waarom zijn feest ook wordt gevierd op 7 januari, is niet duidelijk. Waarschijnlijk is het de dag waarop zijn relieken eens plechtig naar een andere kerk zijn overgebracht.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen