× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 702  Tillo van Solignac

Info afb.

Tillo (ook Hilloin, Hilonius, Thé au, Tillmann, Tilman, Tilmannus) van Solignac (ook van Westfalen), Frankrijk; monnik; † ca 702.

Feest 7 & † 16 januari.

Tillo was een Saks van geboorte; hij moet rond het jaar 610 in het gebied van Westfalen geboren zijn. Volgens de overlevering heetten zijn vader en moeder Herkenbout (= 'heilig en dapper') en Vramhilde (= 'eerlijke beschermster of heldin').

Als jongen van 15 zou hij door gespuis dat de Rijn afstroopte op zoek naar goedkope buit, gevangen genomen zijn. Zij boden hem als slaaf te koop aan op de markt van Parijs. Daar woonde in die tijd een man die later beroemd zou worden als Sint Eligius († 660; feest 1 december). Op dat moment was Eligius nog goudsmid in dienst van de Frankische koning, Dagobert I († 639). Wel maakte hij al ernst met zijn christelijk geloof, en probeerde hij zijn Heer na te volgen.

Vandaar dat hij regelmatig op die slavenmarkt te vinden was om er gevangenen vrij te kopen. Als edelsmid aan het hof was hij immers een welgesteld man. Zo kocht hij Tillo vrij en omdat hij hoge verwachtingen van de jongen had, vertrouwde hij hem toe aan de monniken van Solignac. Met dat klooster had Eligius veel contact, omdat de monniken er in hun levensonderhoud voorzagen door heilig vaatwerk te smeden voor de liturgie.

Nadat Tillo zijn vorming had voltooid, keerde hij terug naar zijn weldoener in Parijs en trad in zijn dienst. Ook hij leerde het vak van edelsmid. Maar toen Eligius werd weggeroepen om bisschop te worden van Noyon en Doornik, had de smeedkunst voor Tillo geen betekenis meer. Hij keerde terug naar Solignac om in te treden als monnik.

Hoe ijverig bisschop Eligius zich intussen ook wijdde aan de verkondiging van het evangelie, toch merkte hij dat het allemaal vruchteloos bleef; sterker nog, herhaaldelijk wekte hij eerder vijandschap op bij zijn toehoorders dan een gewillig oor. Hij was dan ook hun taal niet machtig. Nu deed hij een beroep op zijn oude leerling Tillo; die sprak immers wel de taal van het volk hij deed zijn naam dus alle eer aan!

Tillo betekent ‘ man van het volk’ .

Of hij niet in plaats van Eligius aan het volk van Vlaanderen het evangelie wilde verkondigen. Dat deed hij, en op vele plaatsen wist hij de mensen te winnen voor Christus, getuige de vele herinneringen die aan hem voortleven in Vlaanderenland tot op de dag van vandaag, vooral in de omgeving van Kortrijk en Doornik.

Na de dood van Eligius, in 660, keerde Tillo uit Vlaanderen terug naar zijn Solignac. Maar toen de monniken hem vroegen hun abt te worden, trok hij zich verder terug in de eenzaamheid van Brageac om zich als kluizenaar des te nadrukkelijker op God te kunnen richten. Hij at alleen maar kruiden en appelen, en dronk niet anders dan water. Verder deed hij niets dan vasten en bidden en psalmen zingen. Hij waste zich niet en sliep slechts op de koude grond. Zijn naam zou hij veranderd hebben in Paulus (= 'kleine' of 'nederige'). Naast zijn kluizenaarswoninkje bouwde hij een kapelletje ter ere van Sint Eligius.

Toch wisten de mensen hem te vinden. Een vrouw met een open wond werd door hem genezen. Hetzelfde deed hij bij een andere vrouw met een gevaarlijk gezwel in haar hals. Ook wordt verteld hoe iemand bij hem kwam om olie voor een zieke. Toen hij zijn hand zegenend boven het lege ampulletje hield, vulde het zich vanzelf met zachte, heerlijk geurende olie.

Intussen was hij al over de 90; hij voelde zijn einde naderen. Hij stuurde iemand naar de bisschop van Limoges, Erminus genaamd, met de vraag of deze hem wilde bijstaan in zijn laatste momenten. De gevraagde bisschop arriveerde juist op tijd om bij het sterven aanwezig te zijn. Het schijnt dat hij op dat moment zelfs bisschop Erminus van een of andere lastige kwaal wist te bevrijden. Na zijn overlijden werd hij als een heilige bijgezet in de grote abdijkerk van Solignac. Volgens de overlevering druppelde er uit zijn kist lange tijd een geurige olie...

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als abt (hoewel hij dat strikt genomen waarschijnlijk nooit geweest is) met een staf in de ene en een kelk in de andere hand.

Patronaten
Hij is patroon van de Vlaamse plaatsen Gits en Izegem.
Zijn gedachtenis wordt daar dan ook levend gehouden, alsmede in de Franse bisdommen Toul, Limoges en St-Flour.


Bronnen
[124p:134-135; 127» Théau; 132» Théau; 143» Théau; 200/1» 01.07; 500; Dries van den Akker s.j./2010.02.21]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen