× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 584  Maurus van Glanfeuil

Info afb.

Maurus van Glanfeuil, Frankrijk (ook van Anjou, van Rome, van St-Maur of van Subiaco, Italië) osb; kloosterling tezamen met zijn medebroeder Placidus; † 584.

Feest 15 januari & 5 oktober (met Placidus).

Alles wat we van de heilige Maurus weten, komt uit de 'Dialogen' van Gregorius de Grote († 604; feest 3 september).

'In die dagen [dat Sint Benedictus van Nursia († 547; feest 11 juli) een kluizenarij had gesticht te Subiaco, waar vele jongemannen zich bij aansloten] begonnen ook godvruchtige edellieden uit de stad Rome naar hem toe te komen om hun kinderen aan hem toe te vertrouwen ter opvoeding voor de almachtige Heer. Toen ook brachten Euthicius zijn zoon Maurus en de patriciër Tertullus zijn zoon Placidus naar hem toe, kinderen die goede verwachtingen wekten. Van die twee was Maurus een nog jonge knaap, maar zijn gedrag was zo uitstekend dat hij de helper van zijn meester werd. Placidus daarentegen was nog in de kinderjaren en gedroeg zich nog als een kind.'
[Gregorius de Grote 'Dialogen' Boek II,iii,14]

In een van de kloostervestigingen woonde een monnik die last had van ongedurigheid tijdens het gebed. Als de anderen roerloos neerknielden, stond hij op om allerlei futiele handelingetjes te verrichten. Zijn abt had hem erop aangesproken en hem zelfs naar Benedictus toegestuurd, maar hoe hij ook zijn best deed, het hielp niet. Tenslotte ging Benedictus zelf naar dat klooster toe. Hij vroeg aan de plaatselijke abt, die Ponpeianus heette en zijn knechtje Maurus: "Zien jullie niet wie het is die hem daar mee naar buiten trekt?" "Neen", antwoordden beiden. Daarop zei hij: "Laat ons samen bidden dat ook jullie mogen zien achter wie de monnik aanloopt." Na twee dagen bidden zag Maurus hem; Pompeianus, de vader van dat klooster, kon hem niet zien. Tenslotte hielp vader Benecditus hem van zijn probleem af door een fikse tik met de roede.
[Gregorius de Grote 'Dialogen' Boek II,iv,1-3]

'Op zekere dag, toen onze eerwaarde Benedictus binnen het klooster was, ging het jongetje Placidus - de al eerder genoemde monnik van de heilige man - naar buiten om water te scheppen uit het meer. Hij liet de meegebrachte kruik wat onvoorzichtig in het water neer, verloor het evenwicht en viel er zelf ook in. Het water sleurde hem mee het meer op, tot ongeveer een pijlschot van de oever. De man Gods [Benedictus] die in het klooster zat wist het meteen. IJlings riep hij Maurus en zei: "Broeder Maurus, vlug, dat kind dat naar buiten is gegaan om water te scheppen, is in het meer gevallen en het water heeft hem al een heel eind doen afdrijven."

Toen gebeurde er iets wonderlijks, iets ongehoords sinds de apostel Petrus. Want toen Maurus zijn zegen had gevraagd en gekregen, rende hij op het bevel van zijn vader in vliegende haast naar het meer. Tot aan de plek waar het jongetje door het water was meegevoerd meende hij nog op vaste grond te gaan, maar hij draafde op het water. Hij pakte het jongetje bij zijn haren en liep zo hard hij kon terug. Eerst toen hij de wal voelde, bedacht hij zich ineens, keek om en ontdekte dat hij over water had gedraafd. Wat hij voor onbestaanbaar hield, was tot zijn verbijstering toch gebeurd. Hij trilde op zijn benen.

Terug bij zijn vader, vertelde hij wat er gebeurd was. Maar onze eerbiedwaardige Benedictus schreef het dadelijk toe, niet aan zijn eigen verdiensten, maar aan Maurus' prompte gehoorzaamheid. Maurus kwam daartegen op. Het was louter op zijn bevel gebeurd, zei hij. Hij was zich helemaal niet bewust geweest van die deugd, krachtens welke hij dit, zonder het te merken, zou hebben gedaan. Toen kwam in deze vriendenwedstrijd in wederzijdse nederigheid het geredde kind als scheidsrechter tussenbeide; hij zei: "Toen ik uit het water omhoog werd getrokken, zag ik boven mijn hoofd de schapenpels van onze abt, en ik dacht dat hij het was die mij uit het water haalde."
[Gregorius de Grote 'Dialogen' Boek II,vii]

Latere legendevertellers hebben deze gegevens aangevuld. Zo weet men te vertellen dat Maurus geboren moet zijn rond het jaar 510, en dat hij twaalf was, toen hij bij Sint Benedictus werd gebracht. Hij zou zijn meester gevolgd zijn, toen deze zich vestigde op de Monte Cassino. Benedictus benoemde hem tot abt van het hoofd van het klooster in Subiaco (ten oosten van Rome).

In het jaar 528 zou Sint Benedictus hem naar Gallië hebben gezonden om daar een nieuwe vestiging te beginnen. Daar zou de oorspong liggen van het beroemde klooster Glanafolium (Glanfeuil), het tegenwoordige St-Maur-sur-Loire. Maar geschiedkundigen menen dat dit verhaal ontstond in de 9e eeuw, toen abt Odo zijn abdij wenste voor te stellen als de bakermat van het benedictijnse leven in Frankrijk. Wel zijn in Glanfeuil resten van een merovingisch klooster gevonden en daaronder de fundamenten van een grote Gallo-Romeinse villa.
[Gregorius de Grote 'Dialogen. Het leven van Benedictus en andere heiligen.
Vertaald en van een nawoord voorzien door G.Bartelink en F.van der Meer.
Met een Ten geleide van dom Gerard Mathijsen OSB' Nijmegen, Sun, z.j. ISBN 90-5875-111-2p:87 voetnoot23]

In 581 zou hij afgetreden zijn en zich in de eenzaamheid hebben teruggetrokken om zich op de dood voor te bereiden. Deze kwam drie jaar later. Hij zou dus aan de Loire begraven zijn.

Verering & Cultuur
Ten tijde van abt Odo, in 845, werd zijn lichaam daar 'dan ook' teruggevonden. Uit vrees voor de Noormannen vervoerde men het in 868 naar St-Pierre-des-Fossés en nog later naar Parijs, waar men hem bijzette in de kerk van St-Germain-des-Prés.

Patronaten
Toen de Franse benedictijnen zich in de 1621 hervormden, noemden zij zich Congregatie van St-Maur; zij staan bekend als de Mauristen, en worden geprezen om hun wetenschappelijk werk, vooral de uitgaven van kerkvaderteksten.

Sint Maurus is patroon van Badajoz en van het Bourgondische plaatsje St-Bonnet-de-Vieille-Vigne. Daar bevindt zich nog een St-Maurusbron, waar met name op 15 januari en met Pinksteren reumapatiënten en jichtlijders heentrokken. Men beweert zelfs dat Sint Maurus zelf destijds nog van dat water gedronken had.

Jichtlijders, kreupelen, lammen en reumapatiënten, lijders aan struma, verkoudheid en heesheid roepen zijn voorspraak in, omdat hij geen enkele kwaal overhield aan de reddingsactie van Placidus. Kolenbranders, ketellappers en kopersmeden zoeken bij hem hun toevlucht, omdat zij door hun beroep altijd zwart zien; welnu 'Maurus' betekent 'Moor' = 'zwart'; van de weeromstuit ook van lantaarnopstekers, en kaarsenmakers. Daarnaast is hij patroon van kleermakers, schoenlappers en lastdragers.


Bronnen
[Bau.1925; Bei.1983/1p:103; Bly.1986p:197»10.05; Bri.1953; Cal.0000; Gri.1974p:317; Ha1.1838p:78.80; Lin.1999; Pra.1988; Rge1989; Rgf.1991; Rld.1963; RR1.1640»01.15; S&S.1989p:33; Süt.1941; Dries van den Akker s.j./2010.02.25]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen