×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Julianus van Le Mans (ook Cenomannus), Frankrijk; 1e bisschop; † eerste helft 4e eeuw.
Feest 27 januari
Volgens de overlevering was hij de eerste bisschop van Le Mans. Het oudste document evenwel dat dit feit vermeldt, de 'Gesta Aldrici', stamt pas uit de 9e eeuw. In die tijd geloofde men dat Sint Julianus Jezus nog persoonlijk gekend had: hij zou namelijk dezelfde zijn als Simon de Melaatse bij wie Jezus nog aan tafel gezeten had. Daarna zou hij zich bij Jezus hebben aangesloten; men rekende hem tot de zeventig leerlingen die Jezus volgens Lukas 10,01 voor zich uitzond om zijn komst voor te bereiden. Later zou hij door de apostel Petrus († 67; feest 29 juni) hoogstpersoonlijk naar Gallië zijn gezonden. Dit alles zegt waarschijnlijk meer over het middeleeuwse geloof dat Julianus' boodschap direct bij het evangelie aansloot en in de apostolische traditie stond dan over de historische feiten.
Zo weet een andere traditie te vertellen dat hij een Romein was van adellijke afkomst en dat hij van paus Clemens († 97; feest 23 november) de opdracht zou hebben gekregen om in het gebied van de Cenomannen in Gallië het evangelie te verkondigen. Hij was in gezelschap van zijn priester Thuribius en zijn diaken Pavatius. Zij zouden hem later achtereenvolgens als bisschop opvolgen op de zetel van Le Mans, dat toen nog 'Suindinum' heette, 'sterke stad'. Juist op het moment dat de geloofsverkondigers arriveerden had de stad de poorten gesloten, omdat ze in oorlog was met naburige versterkingen. De drie sloegen dus buiten de stad hun tenten op en werden voor hun geduld beloond, toen de bevolking naar buiten kwam om water te zoeken. Julianus preekte het woord van God en zette zijn woorden kracht bij door zijn staf in de grond te planten. Onmiddellijk ontsprong er een bron, Centonomius geheten, 'de weldaad van de heilige'. Deze wordt tot op de dag van vandaag in ere gehouden.
Toen hij ook nog een blinde het gezicht teruggaf, schonk de sterke man van de stad een villa met een groot landgoed eromheen om er een kerk te bouwen. Daar zou de eerste kerk van Le Mans verrijzen, de tegenwoordige St.-Julien. Moderne geschiedkundigen zien in deze legenden een poging om privileges of aanspraken uit de 9e eeuw terug te voeren op een eerbiedwaardige en daarmee onaantastbare bron, en ze aldus veilig te stellen. Zij plaatsen Julianus aan het eind van de derde en het begin van de vierde eeuw. Zijn ambtsperiode zou liefst 47 jaar geduurd hebben. Na de zorg voor de stad te hebben overgedragen aan zijn priester Thuribius, stierf hij op een 27e januari.
Verering & Cultuur
Rond 836 werd zijn stoffelijk overschot ontdekt en overgebracht naar de kathedraal. Is het aan dat feit te danken dat de genoemde 'Gesta Aldrici', die immers eveneens uit de 9e eeuw stammen, over hem vertellen. Tot op de dag van vandaag wordt zijn hoofd er nog bewaard; een groot gedeelte ging naar de abdij St.-Julien-du-Pré in Le Mans (= tegenwoordig Notre Dame du Pré), waar het verloren ging tijdens de troebelen met de Calvinisten in de 16e eeuw. In 1243 kwam een deel van zijn relieken in Paderborn terecht. In Frankrijk zijn er vele kerken aan hem toegewijd.
Zijn verering strekte zich zelfs uit tot in Engeland. Volgens sommigen gaat dat terug op de Noormannen. Waarschijnlijker is het dat ze te danken is aan koning Hendrik II († 1189); deze was namelijk afkomstig uit Le Mans en had het doopsel ontvangen in de plaatselijke Sint-Julianuskerk.
Patronaten
Hij is patroon van Le Mans; daarnaast van jongleurs en van wijnbouwers.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen