× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1351  MARIA ter Nood Gods te Delft

Info afb.
Onder: Jeugdlied voor Delft (~1943)

Maria ter Nood Gods te Delft, Nederland; 1351

Feest 2 februari.

Omstreeks het jaar 1350 leefde er te Delft een vrome broeder, die bedelend langs de huisjes ging om aan eten te komen: Simon, de bedelmonnik. Hij had niet veel nodig en bracht zijn tijd verder door in vasten en gebed.
Op het feest van Maria-Lichtmis (2 februari) van het jaar 1351 zagen de plaatselijke bewoners hoe Broeder Simon lag neergeknield voor één van de huisjes aan de noordzijde van het marktveld, waar nu de terrasjes en souvenirwinkeltjes zijn. Hij zat daar roerloos met handen en gelaat opgeheven te staren naar een vast punt aan de hemel boven de plaats waar nu de Nieuwe Kerk staat. Op dat moment stond er slechts een klein houten kapelletje. Voorbijgangers en omwonenden bleven verwonderd en nieuwsgierig staan, maar durfden hem niet aan te spreken. Zijzelf konden in de lucht niets ontdekken.
Niet ver daarvandaan woonde aan de Voldersgracht Andries de Pelsmaker. Hij maakte er een gewoonte van broeder Simon elke dag wat eten te laten bezorgen door zijn knechtje Jan Col. Dat gebeurde dus vandaag ook. Jan Col stootte Broeder Simon aan en vroeg: "Wat is er aan de hand?" Simon trok Jan naar zich toe en wees zwijgend naar de hemel. Nu zag Jan Col het ook: een gouden kerk straalde aan de hemel, en in de poort ervan: Maria...!
Een paar maanden daarna stierf Broeder Simon, maar voor Jan Col bleven de verschijningen doorgaan. Tot precies één jaar nadat ze begonnen waren.
Het stadsbestuur trok hieruit de conclusie dat het een boodschap van Maria was. Zij wilde op de plaats van dat eenvoudige kapelletje een mooie kerk. Welnu, die moest er dan komen.

Hoewel de Oude Kerk op dat moment nog niet helemaal klaar was - en daar kon de hele bevolking van Delft ruimschoots vier keer in! - werden de plannen voor een nieuwe kerk gemaakt. De bouw ging van start in 1381. Men begon met de toren in 1394; precies honderd jaar later was zij klaar.

De bouw van de Nieuwe Kerk was nog maar nauwelijks begonnen of er vond een wonderlijke gebeurtenis plaats. We volgen de tekst van Verhoeven:
'Een 'constenair ende meester' denkelijk een beeldsnijder, was met zijn producten op weg naar de jaarmarkt van Antwerpen of Brugge. Hij overnachtte bij een vriend in Delft aan de Voldersgracht. Dit kwam ter ore aan degenen die waren belast met het toezicht op de bouw. Zij konden wel wat ornamenten gebruiken en bezochten de meester om zijn handel te bekijken. Zij lieten het oog vallen op 'een beeld van Onser Liever Vrouwen in der noodt, also si onder den cruce sat droeflick met horen gebenediden kinde op hair scoot leggende'. De gevraagde prijs was hun echter veel te hoog, zodat zij onverrichter zake huiswaarts keerden. Toen de meester de volgende dag verder wilde reizen en zijn koopwaar naar het schip wilde dragen, kon hij het bewuste Mariabeeld niet tillen. Na verscheidene vergeefse pogingen gaf hij de moed op. Vertwijfeld liet hij de gegadigden van de vorige dag komen en bood hun het beeld voor een veel lagere prijs aan. Deze keer kwamen de partijen wel tot overeenstemming, en de piëtà liet zich zonder problemen vervoeren naar de Nieuwe Kerk.'
[Verhoeven 'Devotie & Negotie' p:50]

Tot uit de wijde omgeving kwamen gelovigen en pelgrims naar dit beeld om hun noden aan voor te leggen. Zo is er een boerin uit Pijnacker waarvan het kind in de sloot voor het huis verdronken is. Ze vervoert het op een handkar naar Maria ter Nood Gods, en legt het aan Maria’s voeten met de woorden: “U weet wat het is om een dood kind te hebben. Help mij.” Het kind komt weer tot leven…

Twee concurrerende Mariadevoties in het Delft van de Middeleeuwen
Zo had Delft twee miraculeuze Mariabeelden: Maria van Jesse in de Oude Kerk (1327; feest 12 juni) en Maria ter Nood Gods in de Nieuwe Kerk. Elk jaar werd er op 12 juni met het mirakelbeeld van Maria van Jesse een plechtige ommegang gehouden door de stad. Na de stichting van de Nieuwe Kerk in 1381 mag het mirakelbeeld uit de Nieuwe Kerk voortaan in de jaarlijkse processie meelopen: Maria van Jesse opent de stoet; Maria ter Nood Gods sluit haar af. Maar de parochianen van de Kerk aan het Marctvelt (onze huidige Markt) vroegen zich af waarom hun beeld van Maria ter Nood Gods niet eens voorop mocht lopen. In 1450 hakte het gemeentebestuur de knoop door: in de even jaren het ene beeld, in de oneven jaren het andere…
[uit: Dries van den Akker s.j. en Eric Zinger ‘De kerk in Delft in de Middeleeuwen’, in: 'Kerk zijn in Delft', Delft, Kontaktraad van Kerken, 1996 pp:15-23]

Dit alles zal verdwijnen met de invoering van de Reformatie: 23 april 1573.


Tijdens de Tweede Wereldoorlog leefde de devotie in katholieke kring klaarblijkelijk weer even op. Ik trof in een Mariaboek een handgeschreven schriftvelletje aan met de volgende liedtekst, waarvan ik dus vermoed dat ze stamt uit de Tweede Wereldoorlog:

‘Katholieke Actie Jeugdlied voor Delft
O.L.V. ter Nood Gods van Delft ter eere

Wijze: Hemelkoningin, verblijd U
Jubelend zingen

I
Wie, wie zal de gunsten noemen
En de Lieve Vrouwe roemen;
Zij heeft door haar wondermacht,
Hier in Delft veel leed verzacht.
Alleluja! (quadri)
II
Die ooit was in druk of lijden,
Of had met veel leed te strijden,
Ging dan met bekwame spoed,
Naar de Maagd “Nood Gods” te voet.
Alleluja! (quadri)
III
Als een teer bezorgde Moeder,
Door haar Zoon, de Albehoeder,
Droogde zij de tranen af,
Van de wieg tot aan het graf.
Alleluja! (quadri)
IV
Blinden, lammen, kreup’len, doven
Kwamen hier hun kwaal te boven;
Knielden voor haar beelt’nis neer,
Zij verhoorde keer op keer.
Alleluja! (quadri)
V
Maar die tijden vloden henen,
’t Heiligdom is hier verdwenen.
Keer thans weer tot aller vreugd,
Is de leus der ganse jeugd.
Alleluja! (quadri)
VI
Wil in kommervolle tijden,
Als wij nu beleven, lijden,
Onze roepstem horen weer,
En ons zingen U ter eer.
Alleluja! (quadri)’


Bronnen
[Dries van den Akker s.j./2008.01.04]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen