×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Simeon Profeet (ook Simeon Christoforus, de Gerechte, Godsdrager, Grijsaard of Senex) & Anna (ook Hanna) Profetes, Jeruzalem, Palestina; weduwe; † begin 1e eeuw.
Feest 2 (koptische kerk) & 3 februari & 28 augustus (oosterse kerk) & 1 september (Anna: voorheen westerse kerk) & 8 oktober (Simeon: voorheen).
Over hen wordt verteld in het tweede hoofdstuk van het evangelie volgens Lukas. Jozef en Maria brengen hun pasgeboren zoon Jezus naar de tempel om Hem aan God op te dragen (jaar 1; feest 2 februari). Dat hoorde zo bij een eerstgeborene. Toen zij het tempelterrein betraden, kwam er een bejaarde op hen toe, Simeon, een wetgetrouw en gelovig man.
De naam ‘Simeon’ is veelzeggend (= ‘horend’: ofwel ‘God hoort…’ of wel ‘degene die oor heeft voor God’).
Hij nam het kind in zijn armen en prees God met een loflied. Nu kon hij in vrede sterven, want met eigen ogen had Hij Gods belofte zien waargemaakt in dit kind. Zo was er ook een oude vrouw, Anna.
Ook deze naam is betekenisvol: ‘God zal genadig zijn’.
Lukas schildert deze twee bejaarden dus als vertegenwoordigers van het oude Israël dat uitziet naar de komst van de Heer, die vanuit Jeruzalem zijn koningschap over de wereld begint…
22 Toen de tijd aanbrak, waarop zij volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zij het kind naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen,
23 volgens het voorschrift van de Wet des Heren: 'Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegeheiligd',
24 en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven.
25 Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon, een wetgetrouw en vroom man, die Israëls vertroosting verwachtte en de heilige Geest rustte op hem.
26 Hij had een godsspraak ontvangen van de heilige Geest dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd.
27 Door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten, om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen,
28 nam ook hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden:
29 "Uw dienaar laat gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan:
30 mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd,
31 dat Gij voor alle volken hebt bereid;
32 een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël."
33 Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.
34 Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit en hij zei tot Maria, zijn moeder:
"Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt,
35 opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden; en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord."
36 Er was ook een profetes, Hanna, een dochter van Fanuël uit de stam van Aser. Zij was hoogbejaard en na haar jeugd had zij zeven jaren met haar man geleefd.
37 Nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Ze verbleef voortdurend in de tempel en diende God dag en nacht door vasten en gebed.
38 Op dit ogenblik kwam zij naderbij, dankte God en sprak over het kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten.
39 Toen zij alle voorschriften van de Wet des Heren vervuld hadden, keerden zij naar Galilea, naar hun stad Nazaret terug.
40 Het kind groeide op en nam toe in krachten; het werd vervuld van wijsheid en de genade Gods rustte op Hem.
[Lukas 02,36-38]
Hun feestdag is geplaatst daags na Jezus’ opdracht in de tempel.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen