×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Hadelinus (ook Adelinus, Hadalin [122], Haulin [te Jodoigne, Waals-Brabant:400/84p:210]) van Celles (ook van Aquitanië, van Dinant of van Visé [107]) osb, Ardennen, België; kluizenaar; † ca 690.
Feest 3 februari & 11 oktober.
Geschiedenis
Hadelinus was afkomstig uit Aquitanië, waar hij rond 617 geboren moet zijn. Hij trad in het benedictijner klooster van Solignac in de buurt van Limoges op het moment dat Sint Remaclus († vóór 675; feest 3 september) daar abt was. Dit klooster was in 632 gesticht door Eligius (of Eloi; † 660; feest 1 december), voormalig edelsmid aan het hof der Merovingers. Hij was het die Remaclus had gevraagd abt te worden. Remaclus was op dat moment monnik in het beroemde klooster van Luxeuil, dat door de Ierse zwerfmonnik Columbanus († 615; feest 23 november) was gesticht. De regel die hij aan zijn kloostergemeenschap had nagelaten, was een combinatie van eigen voorschriften en die van Sint Benedictus. Remaclus richtte Solignac in naar het model van Luxeuil.
In 641 wordt Eligius bisschop van Noyon. In die tijd moet ook Remaclus uit Solignac vertrokken zijn om in de Ardennen een plekje te zoeken voor een nieuwe kloostervestiging. Hadelinus was hem op zijn weg gevolgd. De legende weet te vertellen welk een wonderbaarlijke gebeurtenis onderweg voorviel.
Legende van de duif
Toen zij zich langs de weg hadden uitgestrekt om wat uit te rusten, merkte Remaclus op hoe een engel het gezicht van de slapende Hadelinus afschermde voor de stralen van de zon. Toen hij wakker werd, vroeg Remaclus hem welk een visioen hij in zijn slaap gezien had. Aanvankelijk was Hadelinus te beschroomd om er iets over te zeggen, maar uiteindelijk vertelde hij hoe hij in zijn droom een stralende witte duif met gespreide vleugels zachtjes op zijn hoofd had zien neerdalen: "Eerst vloog hij nog wat rond mijn ogen, maar tenslotte streek hij op mij neer, maar wat het allemaal betekent: dat weet ik niet." Toen legde Remaclus hem uit dat God hem blijkbaar had uitverkoren tot grote dingen en dat Hij met dit teken te kennen wilde geven dat zijn Heilige Geest met hem was.
Geschiedenis (vervolg)
In 648 stichtte Remaclus het dubbelklooster van Stavelot en Malmédy; ook dit klooster gaf hij de gecombineerde regel van Columbanus en Benedictus. Maar in de daarop volgende jaren verdwenen hoe langer hoe meer de Ierse elementen eruit. Waarschijnlijk waren ze al te streng, zelfs voor die in onze ogen ruwe en harde tijd.
Waarschijnlijk was het Remaclus die Hadelinus opdroeg om een plekje te zoeken waar hij als kluizenaar kon leven. Wie weet zou hij daar door zijn aanstekelijk voorbeeld en zijn onophoudelijk gebed en psalmgezang nieuwe volgelingen krijgen. Hij vond een ideale plek in een grot niet ver van het tegenwoordige plaatsje Celles. Daar voegden zich inderdaad een aantal leerlingen bij hem; zij bouwden rond zijn kluizenaarswoninkje (= 'cella' in het Latijn) elk een eigen cel. Daaruit ontstond de plaats Celles (= 'cellen’ = kluizenaarswoninkjes).
Zijn faam werd zo groot dat zij ook koning Pepijn II († 714) ter ore kwam. Deze zocht hem op met de vraag van zijn wijsheid te mogen profiteren. Hadelinus herinnerde hem eraan dat hij als koning op zijn beurt onderworpen was aan de hemelse koning. Pepijn schonk hem voor het levensonderhoud enkele percelen grond wat weer door anderen werd nagevolgd.
Legende van de bron
Toen daar eens maaiers in de zomerhitte aan het werk waren, raakte het water op. Juist op dat moment kwam Hadelinus langs. Hij stak zijn staf in de grond en onmiddellijk ontsprong er een bron.
Legende van de doofstomme vrouw
Op één van zijn tochten door Dinant liep hem eens een vrouw achterna die onder luid geween een voetval voor hem maakte, maar verder geen woord kon uitbrengen. Daarom vroeg hij aan de omstanders of zij hem konden vertellen wat er met die vrouw aan de hand was. Zij vertelden hem dat zij doofstom was en voegden eraan toe dat zij van hem eigenlijk verwachtten dat hij haar wel beter zou maken. Maar hij achtte zich daar veel te onwaardig voor. De mensen bleven echter bij hem aandringen en tenslotte viel hij op zijn knieën, bad tot God en maakte een kruisteken over de lippen van die vrouw. Terstond kon zij spreken en loofde God.
Legende van de verbrijzelde deur
Bij een andere gelegenheid werd zijn hulp ingeroepen door een vrouw wier huisdeur door een stier verbrijzeld was. Zij klaagde haar nood en wist niet waar zij het geld vandaan moest halen om de schade te herstellen. Hadelinus drukte haar op het hart haar vertrouwen op de Heer te stellen, want bij Hem zijn vele woningen. Daarna maakte hij een kruisteken over de restanten van de deur, en zie: de deur was weer als nieuw.
Geschiedenis (vervolg)
Na een lang en arbeidzaam leven is hij tenslotte, betreurd door zijn volgelingen, op 73-jarige leeftijd in de Heer gestorven.
Verering & Cultuur
In 704 werden zijn stoffelijke resten door een aantal leerlingen in een reliekschrijn geborgen; deze plaatsten zij in een klein kapelletje. Er kwamen heel wat bedevaartgangers en pelgrims op af en er deden zich talrijke wonderen voor. Langzaamaan vormde zich een kloostergemeenschap naar de regel van Sint Benedictus. Het dorpje dat erbij lag, maakte een tijd van welvaart en voorspoed door. De huidige kloosterkerk stamde uit 1030 en was een juweel van vroegromaanse bouwkunst.
Patronaten
Hij is patroon van Visé.
Afgebeeld
In 1338 brachten de monniken van dat moment de inmiddels rijkbewerkte reliekschrijn over naar Visé, waar ze nog steeds te bewonderen is. De schrijn heeft de vorm van een huis. Op de voor- en achtergevel zijn twee reliëfs te zien uit de 11e eeuw: aan de ene kant Christus in wapenrusting met kruisstaf en boek als overwinnaar over fabeldieren; aan de andere kant legt Christus zowel Remaclus als Hadelinus een overwinningskrans op het hoofd. De zijkanten geven episoden te zien uit het leven van Hadelinus: hij ontvangt leerlingen; koning Pepijn komt hem opzoeken; Hadelinus op bezoek bij Remaclus; een paar wonderen.
Hadelinus wordt afgebeeld als jonge geestelijke, in albe, dalmatiek of misgewaad, met staf en boek, een duif op de schouder of op zijn staf.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen