× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1239  Jacoba Frangipani

Info afb.
Onder: Overweging door Jacoba

Jacoba (ook Giacomina, Jacobina, Jacolina, Jacomina, Jacopa of Jacqueline) Frangipani (ook van Septisoles of de' Settesoli), Septisoles/Assisi, Italië; weduwe & weldoenster; † 1239.

Feest 8 februari.

Jacolina stamde uit Romeinse adel. Zij was bevriend met Franciscus van Assisi(† 1226; feest 4 oktober). Herhaaldelijk ging hij bij haar langs. Zij luisterde graag naar hem en had er plezier in lekkere dingen voor hem klaar te maken.

Toen Franciscus stervende was en voelde dat zijn einde naderde, gaf hij één van zijn broeders opdracht Vrouwe Jacoba te gaan waarschuwen. Dan konden zij nog afscheid nemen van elkaar. En of ze dan niet wilde vergeten nog één keer van die lekkere koekjes voor hem te bakken. Maar de broeder had nauwelijks de stadspoort van Assisi achter zich gelaten, of daar zag hij in de verte Vrouwe Jacoba al aankomen, en naar gauw bleek, mét haar koekjes. Zij had zelf al gevoeld dat Broeder Franciscus snel achteruit ging.

Maar toen zij voor de poort van het kloostertje verscheen waar Franciscus werd verpleegd, kon broeder portier haar niet binnenlaten; een vrouw mocht niet in het slot. In verlegenheid ging hij aan Vader Franciscus zeggen dat Zuster Jacoba buiten voor de poort stond, maar dat hij haar niet kon binnenlaten vanwege het slot. Na enig nadenken zou Franciscus toen geantwoord hebben: "Nee, dat is zo, Vróuwe Jacoba mag niet in het slot. Maar Bróeder Jacoba natuurlijk wel. Ga nog eens kijken om te zien of het niet Broeder Jacoba is die van mij afscheid komt nemen." Stralend om deze simpele oplossing liet broeder portier Broeder Jacoba bij de stervende Franciscus. De meegebrachte koekjes kon zijn maag op dat moment al niet meer verdragen...

Na Franciscus' dood ging Jacolina dichtbij Assisi wonen, vlakbij diens graf. Zij leidde er een leven gebed en boetvaardigheid. Ze werd begraven in de Franciscuskerk te Assisi. Op de dekplaat van haar sarcofaag staat gebeiteld: 'Hier rust Jacoba, een heilige vrouw van adel uit Rome'.

Afgebeeld
Daarboven is een wandschildering van haar aangebracht die door de verering van de pelgrims veel geleden heeft. Zij is te zien in zwart gewaad op weg naar de stervende Franciscus; een engel gaat haar voor.


Jacoba Frangipani
'Bericht van boven' KRO Radio 5 zondag 8 februari 2009

...speel bestand af...

Geloof het of niet, luisteraar, maar soms is heiligheid zo vanzelfsprekend dat je heilig bent voor je het weet. Neem mij nou. Ik was getrouwd met een rijke zakenman en woonde in een prachtig landhuis aan de rand van Rome. Mijn man stierf veel te vroeg. Dat jaar 1215 staat me in mijn ziel gegrift. De twee jongens waren nog klein. Ineens moest ik het bedrijf runnen, toezicht houden op de financiële afwikkelingen, processen voeren voor de rechtbank, overleggen met instanties. Zou daar de rest van mijn leven aan opgaan?

Ik weet niet meer welke boodschap ik achter de rug had, maar ik was door de straten van Rome op weg naar huis. Op een pleintje werd mijn aandacht getrokken door een predikant. Die had je bij wijze van spreken op iedere hoek van de straat. Maar deze was nog zo jong, en zo mager. Zo broodmager. Als ik zijn moeder was geweest, had ik hem eens een lekkere vette maaltijd voorgezet. Heilig vuur schoot uit zijn ogen. Dit was geen broodpredikant. Deze meende het. Ik bleef staan. Was onmiddellijk geboeid. Het leek wel of hij voor mij  gestuurd was. Hij sprak over wat het belangrijkste was in het leven. Hij zong er ook bij. Toen hij uitgesproken was en de mensen zich verspreid hadden, vroeg ik om een persoonlijk gesprek. Francesco heette hij. Zoon van een rijke stoffenkoopman uit Assisi.

Hij werd mijn geestelijk leidsman. Leerde mij dat God en geloof belangrijker zijn dan geld en goed. Ik deed me te goed aan zijn diep gemeend enthousiasme. Ik mocht hem verwennen met lekkere hapjes. Dat had Jezus goed gevonden, zei hij: “Eet wat u wordt voorgezet.” Niet te veel, niet te zwaar: dat kon zijn maag niet verdragen. En ik wilde respecteren dat hij 'zoals hij zei' gehuwd was met Vrouwe Armoede. Hij noemde mij Broeder Jacoba. Ik was daar trots op. Hij beschouwde mij als een van zijn medebroeders. In mijn luxueuze huis leefde ik inderdaad als een volgeling van Franciscus. Wat ik daar tegenover zette? Ik financierde een gasthuis voor armen in Rome. En mijn in de vijzel gestampte zoete amandelmoes: daar viel hij voor.

Ooit bracht hij mij een lam. Of ik het wilde verzorgen; de beide jongens konden ermee spelen. Het leek wel of ik hem zelf in huis had gehaald. Als ik 's morgens niet op tijd opstond om mijn ochtendgebeden te doen, kwam het beest klaaglijk blatend mijn slaapvertrek binnen. En als ik doorsliep begon het met zijn kop tegen mij aan te stoten tot ik was opgestaan. Ik weefde van de eerste wol een warme mantel voor hem. Hij toonde zich er blij mee, maar ik geloof dat hij die aan de eerste de beste bedelaar cadeau heeft gedaan.

Hij had een zwakke gezondheid. Verteerd door het inwendige vuur. Toen hij lange tijd niet meer geweest was, werd ik ongerust. Ik voelde dat het niet goed zat. Wat kon ik doen? Ik nam een flinke lap grijze stof. Ik ken hem. Het moest sober en eenvoudig. In stilte hoopte ik dat hij het zou kiezen als zijn doodskleed. Ik maakte nog één keer zijn amandelmoes. Ging op weg naar Assisi. Bij de poort van de stad trof ik een van zijn broeders. Die was verbijsterd: 'Ik was juist op weg naar u, broeder Jacoba. Vader Franciscus vraagt naar u.' Het zijn aardige kerels, maar wat een vrouw voelt: daar hebben ze geen benul van. Ik was juist op tijd. De moes kon zijn maag al niet meer verdragen. Ik was erbij toen hij stierf.

Later heeft men het verhaal mooier gemaakt. De ziekenbroeder zou mij bij de deur hebben laten wachten, omdat ik als vrouw het kloosterslot niet binnen mocht dat vader Franciscus zelf had ingesteld. Maar de stervende Francesco zou aan die brave man gezegd hebben: 'Dat is waar: Vróuwe Jacoba mag het slot niet binnen. Maar ga eens kijken of het niet veeleer Bróeder Jacoba is die afscheid komt nemen...' Hij is inderdaad begraven in mijn grijze stof.

Toen ik jaren later zelf stervende was, heb ik gevraagd bij hem in de buurt begraven te worden. Dat, luisteraar, is mijn verhaal. Als u dit hoort, bent u zelf dan ook geen heilige? Waar gaat het blijkbaar om? Zijn levenswijsheid als een geschenk ontvangen. Bijdragen aan een goed doel. En natuurlijk mijn amandelmoes.


Bronnen
[Dries van den Akker s.j./2010.03.13]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen