×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Austreberta (ook Eustreberta of Eustreverte) van Pavilly osb, Frankrijk; kloosterlinge; † 704.
Feest 10 & 11 februari.
Zij was afkomstig uit de landstreek Artois vlakbij de stad Thérouanne, en werd geboren rond 630 als dochter van graaf Badefried en de heilige Framhildis († ca 685; feest 17 mei). Reeds als klein meisje zou ze besloten hebben als maagd door het leven te gaan. Deze belofte werd bevestigd door een teken uit de hemel: toen ze eens naar haar spiegelbeeld keek in het water van de put, zag ze hoe een sluier vanuit de hemel op haar hoofd werd gelegd.
Steekt droogvoets water over
Haar ouders trokken zich niet al te veel aan van haar plannen en huwelijkten haar uit aan een aantrekkelijke partij. Daarop besloot Austreberta te vluchten, en vroeg een van haar oudere broers met haar mee te gaan. Op dat moment moet ze ongeveer 25 jaar oud geweest zijn. Het leek erop dat zelfs de elementen zich tegen haar keerden. Het weer ging zo te keer dat het riviertje de Canche buiten zijn oevers was getreden en alle bruggetjes had weggeslagen. Onverschrokken nam zij haar broer bij de hand, stapte het water op en stak droogvoets de Canche over. Zo meldde zij zich bij de toenmalige bisschop van Thérouanne, Sint Audomarus († 670; feest 9 september). Hij legde haar de maagdensluier op, bracht haar terug naar haar ouderlijk slot en overtuigde haar ouders ervan dat zij een roeping van Godswege niet in de weg moesten staan.
Haar ouders stichtten prompt klooster Port aan de Somme bij Abbeville. Burgofleda was de eerste abdis. Daar trad Austreberta toe tot de zustergemeenschap. Haar kloosterleven was zo voorbeeldig dat ze al spoedig werd gekozen tot priorin. Op geen enkele manier liet ze zich voorstaan op privileges; ze leefde als een gewone zuster.
Brand in de broodoven
Toen zij aan de beurt was om het brood te bakken, gebeurde het dat ze nog enkele verkoolde resten brandstof uit de oven wilde vegen. Maar haar veger vatte vlam en veroorzaakte een enorm vuur. De kostbare broodinhoud van de oven dreigde verloren te gaan. Haar medezuster snelde te hulp. Maar zij bleef kalm en gebaarde dat zij bij de deur moest blijven staan, terwijl zij een gebed uitsprak. Het was even kort als doeltreffend. Ze maakte een kruisteken en stapte onverschrokken de gloeiende oven binnen, en veegde alles wat vlam had gevat met de manchetten van haar mouwen de oven uit. Zij hield er geen enkel nadelig gevolg aan over, evenmin als haar kleding. Zo werd - aldus haar levensbeschrijver - Gods belofte vervuld: ‘Trekt gij door water, Ik ben bij u, gaat gij door rivieren, zij overspoelen u niet. Moet gij door vuur heen, gij zult u niet branden, en de vlammen deren u niet’ (Jesaja 43,02).
Abdis in Pavilly
Rond 662 werd ze abdis van het door Sint Filibertus († 684; feest 20 augustus) en Sint Ouen († 683; feest 24 augustus) gestichte klooster van Pavilly, even ten noorden van Rouen. Een plaatselijke heer, Amalbertus, had er een royale schenking van land voor over gehad. Hij bracht bovendien zijn dochter Aurea onder in de nieuwe communiteit. Maar een aantal zusters had moeite met Austreberta’s gestrenge levenswijze. Ze zochten een middel om zich van haar te ontdoen. Ze deden vergif in haar eten. Hoewel zij het door had, at zij alles op en wendde zich toen uiterst vriendelijk tot haar medezusters: ‘Mijn dochters, wat hebben jullie gedaan? Ik bid de goede God dat Hij jullie vergiffenis schenkt.’ Maar de zusters in kwestie waren niet onder de indruk. Ze maakten heer Amalbert wijs dat abdis Austreberta veel te streng was en dat ze zelfs zijn geliefde dochter Aurea herhaaldelijk sloeg. Bovendien verkwanselde ze de goederen van het klooster en was ze ongenietbaar door haar humeurig gedrag. De man was lichtgelovig en nogal opvliegend van aard. Hij beende dus onmiddellijk naar de abdis met het zwaard in de aanslag. Austreberta was in het geheel niet onder de indruk en bood hem zelfs haar hals aan: ‘Ga uw gang, als u dat oplucht…’ De man was zo overdonderd dat hij ter plekke tot inkeer kwam en zich op de hoogte liet brengen van de juiste gang van zaken.
Slaapzaal stort in
Nog waren alle beproevingen niet voorbij. Toen de koorzusters in de kerk zaten voor de metten, vond er een aardbeving plaats. De slaapzaal stortte gedeeltelijk in. De zusters in paniek. Moeder Austreberta bezwoer de zusters in de kerk te blijven. Eén zuster trok zich er niets van aan, ging kijken en werd prompt bedolven onder vallend puin. Nadat het koorgebed beëindigd was, kwamen de anderen kijken. Twee novicen die niet naar de metten hoefden, hadden het overleefd; de ene was op een muurtje terecht gekomen dat was blijven staan, de andere was met bed en al een hele verdieping naar beneden gestort, maar zij was er gewoon doorheen geslapen. De zuster die bedolven was geraakt, werd naar de ziekenafdeling gebracht. Daar nam Austreberta haar bij de hand en bracht haar tot het leven terug.
Tenslotte begon haar gezondheid achteruit te gaan. Op het feest van Maria-Lichtmis van het jaar 704 kreeg ze te horen dat ze een week later zou overlijden. Na voorzien te zijn van de laatste sacramenten stierf ze in de nacht van 10 op 11 februari, omringd door haar zusters.
Verering & Cultuur
Haar naar Montreuil overgebrachte relieken werden tijdens de Franse Revolutie openlijk verbrand. Ook in het Duitse klooster Freckenhorst geniet ze verering.
Afgebeeld
Zij wordt afgebeeld met een wolf, die ze aait. Dit als gevolg van een legende die weliswaar niet voorkomt in haar oudste levensbeschrijvingen. De zusters van Pavilly deden voor de broeders van het naburige Jumièges de liturgische was. Austreberta had een ezel aangeschaft om voor het transport heen en weer te zorgen. Na verloop van tijd wist het beest wel alleen de weg. Maar eens werd het onderweg in een bos overvallen door een wolf. Toen de ezel te lang wegbleef ging Austreberta zoeken en bemerkte was er gebeurd was. Nu dwong ze de wolf het werk van de ezel op zich te nemen. Naar het schijnt zou er een ter plaatste een gedachteniskapelletje hebben bestaan: ’Ezelskruis’.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen