× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1612  Cornelis Duyst

Cornelis Duyst s.j., Delft, Nederland; missionaris; † 1612

Sterfdag 21 (22?) februari.

De jezuïeten stellen van elke overledene uit eigen kring een overlijdensbericht op, een zogeheten menologium. Het was bestemd om elk jaar op de sterfdag van de overledene aan tafel voorgelezen te worden.  Hier volgt het menologium van pater Duyst. Het ademt de taal van de tijd waarin het geschreven werd, waarschijnlijk in de 2e helft van de 19e eeuw op basis van authentieke documenten.

De 21e februari herinnert ons aan de roemvolle dood van Pater Cornelis Duyst, geboren te Delft. Op last van paus Clemens VIII († 1605) was de missie van Holland aan de Sociëteit opgedragen. Pater C. Duyst werd om zijn uitstekende apostolische deugden met pater Wilhelmus de Leeuw in 1592 herwaarts gezonden om de ketterij te bestrijden, en de onderdrukte katholieken in het geloof te versterken.
Twintig jaren lang was hij onvermoeid werkzaam in dit lastig apostelambt. Zwak van lichaam leed hij bovendien gedurende zijn laatste elf jaren nog aan een teringachtige ziekte. Maar hij verdroeg die met onverdroten geduld, en vertoonde daarbij een zo zachtzinnig en innemend karakter dat zelfs de gemelijke vitzucht van de tegenstrevers der Sociëteit daarop niets vond aan te merken.
Welke moeilijkheden en gevaren hij gedurende de talrijke jaren dat hij in deze zending werkte, bij dag en nacht, en van verschillende kanten te verduren had, is God alleen geheel bekend. Hij had Delft tot woonplaats en middelpunt van zijn werkzaamheden gekozen, doch nergens hield hij zich bijna weiniger op dan in die stad, wijl geheel Holland het toneel van zijn naastenliefde was. Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar, Haarlem, Leiden, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Schiedam, Dordrecht, Utrecht en de tussen deze steden gelegen dorpen bezocht hij beurtelings, zo dikwijls dat hij zichzelf geheel scheen te vergeten, om alleen voor het heil van anderen te werken. En alsof deze werkkring voor zijn ijver nog te klein was, stak hij naar Zeeland over om daar de katholieken die tot een zeer klein getal waren weggeslonken, in het geloof hunner vaderen te bewaren. Op zijn apostolische reizen zag hij zijn arbeid en opofferingen door Gods goedheid met de schitterendste uitkomst bekroond: de gelovigen die wegens de hevige vervolging en gebrek aan ware herders aan het wankelen geraakten, wist hij te versterken, zondaren uit het slijk van hun misdaden op te beuren, talloze afgedwaalden tot de schaapsstal van Christus terug te voeren.
Het mag niet overdreven heten, wanneer wij beweren dat het grootste gedeelte der oorspronkelijke Nederlandse families het behoud van de schat van het geloof en de glans van hun deugden, aan het rusteloos zwoegen van die moedige apostel te danken hebben. God scheen hem op een zichtbare wijze te beschermen en uit de menigvuldige gevaren te redden.
Eens, terwijl hij te Delft biecht hoorde, werd hij gevat en voor de rechter gevoerd. Doch deze werd door de welsprekendheid en onschuld van pater Duyst zo levendig geroerd, dat hij hem aanstonds op vrije voeten stelde. En toen hij onder de roomsen was teruggekeerd, vertoonde zijn gelaat iets bovennatuurlijks, zodat ieder die hem zag de grootste dunk van zijn heiligheid moest opvatten.
Eindelijk, door arbeid uitgeput, stierf hij te Delft, en ging in de hemel het loon van zijn verdiensten inoogsten. Na zijn dood zag men nog de trekken van hemelse vreugde zo levendig op zijn gelaat dat de schilder die zijn portret moest maken, hem niet anders dan levend afschilderde. God verheerlijkte zijn getrouwe dienaar, zowel in zijn leven als na zijn dood, met de gaven van wonderen te verrichten. Onder andere werden door het aanraken van zijn lijk drie personen van langdurige, onherstelbare kwalen genezen.’


© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen