×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Zacharias de Egyptenaar, Egyptische woestijn; woestijnmonnik; † ca 400
Feest 24 maart.
Hoewel hij te boek staat als woestijnmonnik was hij eigenlijk nog een kind. Zijn vader, Carion geheten, had zijn vrouw en kinderen verlaten om zich in de woestijn geheel aan God toe te wijden. Alleen de kleine Zacharias had hij meegenomen, enerzijds om zijn vrouw te ontlasten, anderzijds omdat de jongen al vroeg aanleg had getoond voor gebed en geestelijk leven.
Hoe jong hij ook was, met grote ernst legde Zacharias zich toe op het monniksleven in de woestijn. Men weet over hem te vertellen dat er een warme gloed van hem uitging. Hij stond bij grote woestijnvaders in hoog aanzien. Zo wist vader Mozes († 405; feest 28 augustus) te melden dat hij een duif vanuit de hemel op de jongen had zien neerdalen. Zijn vader Carion was een plichtsgetrouwe monnik, maar weinig mystiek begaafd. Hij werd dan ook binnen de kortste keren op dit punt door zijn jonge zoon voorbijgestreefd. Oude woestijnvaders die bekend stonden om hun wijsheid en inzicht, kwamen zo nu en dan naar hem toe om zijn raad vragen. Die gaf hij dan pas na lang zwijgen van zijn kant en lang aandringen van hun kant. Er zijn enkele uitspraken van hem bekend. Op de vraag van Sint Macarius († 390; feest 15 januari) wanneer je jezelf een echte monnik mocht noemen, zou hij geantwoord hebben: “Als je jezelf consequent geweld aandoet omwille van Gods geboden.” Vader Mozes zou eens gevraagd hebben: “Wat betekent het monnik te zijn?” Bij wijze van antwoord had hij de jongen zijn hoed op de grond gesmeten en onder zijn voeten vertrapt: “Pas wanneer iemand net zo gebroken is, mag hij zich monnik noemen.”
Dat dit niet alleen woorden zijn van een overenthousiaste puber bewijst een anekdote die over hem wordt verteld. Toen hij groter werd, groeide hij uit tot een schone jongeling. Er waren monniken die allerlei tendentieuze dingen over hem fluisterden. Om dat de kop in te drukken daalde hij af in een zwavelmeer, ‘tot aan zijn neusgaten’. Hij is er zo lang hij het volhield in gebleven. Toen hij er weer uitkwam, was hij zo toegetakeld dat zelfs zijn vader hem nog nauwelijks herkende. De heilige priester Isidorus († ca 404; feest 15 januari) kreeg in een gebedsvisioen te zien wat er gebeurd was. Toen Zacharias de zondag daarna bij hem te communie ging, sprak Isidorus: “Afgelopen zondag ging ons kind Zacharias nog te communie als een man, nu als een ware engel.”
Zacharias is op jeugdige leeftijd gestorven. Op dat moment was zijn leermeester vader Mozes bij hem. Deze merkte dat de jongen in extase raakte en kon het niet nalaten te vragen: “Wat zie je, mijn jongen?” Waarop de stervende jongen antwoordde: “Is het wel gepast dat ik het zwijgen verbreek?” “Nee,” antwoorden Mozes. Daarop stierf Zacharias; in stilte.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen