×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Aldric (ook Aldéric of Audry) van Le Mans, Frankrijk; bisschop; † 857.
Feest 7 & 19 & 27 januari (met alle heiligen bisschoppen van Le Mans) & 24 maart (sinds 1969).
Hij was afkomstig uit Saksen waar hij op 21 juni 800 geboren zou zijn. Volgens de overlevering waren zijn vader en moeder in de verte familie van keizer Karel de Grote († 814; feest 28 januari); zij heetten Sion en Gerildis; zij was een Beierse. Hij werd voor zijn opleiding naar het keizerlijk hof gestuurd. Daar raakte hij bevriend met prins Lodewijk de Vrome († 840) die op dat moment vierendertig jaar was. Toen in 814 Karel stierf en Lodewijk hem opvolgde, besloot Aldric het hof te verlaten en geestelijke te worden. Aanvankelijk wilde de nieuwe koning daar niets van weten. Toen hij echter zag dat hij de jongeman niet tot andere gedachten kon bewegen, verleende hij hem de erepost van kanunnik aan de St-Stefanuskerk van Metz. Na enkele jaren ontving Aldric de priesterwijding. De bisschop van Metz maakte hem tot zijn persoonlijk delegaat met grote volmachten. Lodewijk de Vrome hoorde van de wijsheid waarmee hij zijn taken volvoerde en benoemde hem tot zijn biechtvader.
In 832 bezorgde hij hem de bisschopszetel van Le Mans. Op 22 december van datzelfde jaar ontving hij uit handen van bisschop Landramn van Tours de bisschopswijding. Reeds drie dagen later mocht hij de koning in zijn bisschoppelijk paleis begroeten: hij wilde bij hem het kerstfeest vieren. Aldric ontving de vorst in stijl. Vergezeld van een stoet van zingende en toorts dragende monniken leidde hij de koning in de kathedraal langs alle altaren en zijaltaren. Bij elk altaar werd halt gehouden om een gebed uit te spreken waarin zegen werd afgesmeekt over de keizer, zijn land en zijn bestuur.
Op de bisschoppenconferentie van 836 in Parijs kreeg hij met collega Erkanrad van Parijs de lastige opdracht om Pepijn op te zoeken in de zuidelijke streek Aquitanië en hem de misdrijven onder ogen te brengen die in zijn naam werden begaan. In datzelfde jaar bereikte hem het verzoek van de stad Paderborn: of hij bereid was de relieken van Sint Liborius af te staan. Hij stemde erin toe, misschien wel omdat hij destijds in die stad of in de omgeving geboren was.
Aldric liet vanuit de rivier de Sarthe een waterleiding aanleggen naar de stad. Hij stichtte in zijn bisdom kerken en kloosters en spande zich in om het geestelijk leven in de bestaande abdijen op peil te houden. Dat bracht hem in ernstig conflict met de monniken van de abdij van St-Calais. Hij verkeerde ten onrechte in de veronderstelling dat zij onder hem ressorteerden. Die vergissing heeft hem veel problemen opgeleverd.
Die werden nog verergerd, toen Lodewijk stierf . Hoewel deze zijn rijk verdeeld had onder zijn drie zoons, brak tussen hen een heftige strijd los. Gewone mensen werden er het slachtoffer van. Aldric had destijds koning Lodewijk gezworen dat hij de rechtmatige vorst, Karel de Kale, trouw zou blijven. Maar het merendeel van de bisschoppen wilde hem niet en wisten tenslotte gedaan te krijgen dat Aldric zijn Le Mans moest ontvluchten. Hij nam zijn toevlucht tot de paus die juist in Frankenland verbleef. Deze bepaalde dat Aldric de rechtmatige bisschop was en de bisschop keerde terug naar zijn kudde.
De vrede van Verdun in 843 die de verzoening van de drie zoons van Lodewijk moest bewerkstelligen, bracht geen verbetering. Het was de tijd dat de Bretonners en de Normandiërs hun onafhankelijkheid bevochten, en diep de vijandelijke gebieden binnendrongen om te roven en te plunderen. Ook Le Mans ontkwam er niet aan. De laatste jaren van zijn leven worden dan ook bepaald door de politieke onrust, oorlogsdreiging en uitgevochten conflicten. Voor hem persoonlijk werd dat nog verergerd door een voortschrijdende verlamming, waardoor hij niet meer in staat was deel te nemen aan de bisschoppenvergadering van Soissons. Het schrijven waarin hij zich verontschuldigt, is bewaard gebleven. De aanwezige bisschoppen beloven in hun antwoordbrief plechtig dat zij voor hem zullen bidden, zowel tijdens zijn leven als na zijn dood.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen