×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Pelagius van Laodicea (het tegenwoordige Latakia), Klein-Azië (= westkust van het huidige Turkije); bisschop; † na 381.
Feest 25 maart.
Op de dag van zijn huwelijk wist hij van zijn vrouw gedaan te krijgen dat zij in onthouding zouden leven. Vanwege zijn verdiensten werd hij tot bisschop van de stad Laodicea gekozen. In die hoedanigheid was hij een fel bestrijder van de Arianen.
Toen Valens als keizer aan de macht kwam(364-378), ontpopte deze zich als Ariaan. Gevolg was dat Pelagius werd verbannen naar het Arabisch schiereiland. Valens werd in 378 opgevolgd door de orthodoxe Thedosius de Grote († 395; feest 17 januari). Zo kon hij terugkeren en in 381 deelnemen aan het belangrijke Oecumenische Concilie van Constantinopel (feest 22 mei).
Tweede Oecumenische Concilie, Constantinopel; 381; Feest 22 mei
In 378 werd keizer Valens (364-378) te Constantinopel opgevolgd door Theodosius I. Hij zou de geschiedenis ingaan als ‘de Grote’ († 395; feest 17 januari). Valens was een overtuigd Ariaan geweest. Ver vóór zijn aantreden, al sinds 350, hadden in de stad de Ariaanse patriarchen elkaar de een na de ander opgevolgd, met uitzondering van de jaren 359-360, tijdens de ambtsperiode van Evagrius.
Theodosius was echter met hart en ziel de orthodoxe leer van Nicea toegedaan. Nog op weg naar de troonsbestijging in Constantinopel liet hij al een schrijven uitgaan waarin stond dat alle christenen de orthodoxe leer moesten aannemen. Hij had daar natuurlijk ook politiek belang bij. Hij wilde geen verdeeldheid, maar eenheid in zijn rijk.
Onmiddellijk wezen de orthodoxen Gregorius van Nazianze († 390; feest 2 januari) aan om bisschoppen voor te dragen voor al die steden waar de Ariaanse voorganger vervangen moest worden. Bij aankomst in Constantinopel bleken alle kerken in handen te zijn van Arianen. Noodgedwongen trok hij in bij een goede vriend, en schiep diens huis om in een kerk, die hij ‘Anastasia’ Opstandingskerk noemde. Zodra Theodosius zijn intrek had genomen in Constantinopel, stuurde hij de Ariaanse patriarch Demofilus en al diens aanhangers in ballingschap en droeg alle kerken over aan de orthodoxen. Hoogst persoonlijk begeleidde hij Gregorius naar de Apostelkerk om aanwezig te zijn bij diens intronisatie als patriarch; deze werd voltrokken door Meletius van Antiochië († 381; feest 12 februari). .
Vervolgens riep de keizer alle bisschoppen uit zijn Rijk naar de residentie voor een Oecumenisch Concilie. Er waren 150 bisschoppen bijeen. In strikte zin was dit Concilie niet oecumenisch. Alleen de oosterse bisschoppen waren aanwezig; de westerse niet. De toenmalige bisschop van Rome, Damasus († 384; feest 11 december), was niet vertegenwoordigd. Opvallend, want op dat moment werd de stoel van Petrus te Rome nog altijd door iedereen beschouwd als de belangrijkste bisschopszetel van de christenheid. Desondanks staat het Concilie bekend als Tweede Oecumenische Concilie. De waarheid en rechtsgeldigheid van de Geloofsbelijdenis van Nicea werd onderstreept. Bovendien werd ze aangevuld met een aantal fundamentele geloofswaarheden. Ook de goddelijkheid van de Heilige Geest werd sterker benadrukt.
De aanvullingen van Constantinopel, 381 betreffen de regels:
‘Ik geloof in de ene, heilige, katholieke Kerk;
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden;
De verrijzenis van het doden;
En het eeuwig leven.’
Men voegde toe na de woorden over Jezus: ‘Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden’ de woorden: ‘En aan zijn Rijk komt geen einde.’
Bij de Heilige Geest werd toegevoegd: ‘Wij geloven in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader, en tegelijk met de Zoon wordt aanbeden en verheerlijkt.’
Later zou deze formulering nog meer verfijnd worden, om te benadrukken dat de Heilige Geest zowel uit de Vader als uit de Zoon voortkomt, en tegelijk aan hen gelijk is: ‘Die voortkomt uit de Vader en de Zoon. Die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt.’
[Adr.z.j./5;BX1.1978p:277; Albert ERHARD ‘Die altchristlichen Kirchen im Westen und im Osten. I. Die griechische und die Lateinische Kirche’ Bonn, Verlag der Buchgemeinde, 1937;SHC.1985»05.22]
Niet lang daarna moet Pelagius gestorven zijn. Datum en plaats van zijn overlijden zijn ombekend.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen