× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1012  Macarius van Gent

Info afb.

Macarius van Gent, België; zwerfmonnik & wonderdoener; † 1012.

Feest 10 april & 8 (bisdom Gent) & 9 mei (verheffing tot eer der altaren).

‘Gent ontving in 1010 bezoek van een beroemd prelaat uit het oosten. Sint Macarius, aartsbisschop van Antiochië in Armenië, had zijn zetel verlaten om het graf van onze Verlosser met een bezoek te vereren. Hij vertrok weer uit Jeruzalem in gezelschap van een paar reisgenoten met de bedoeling enkele plaatsen te bezoeken die beroemd waren door de grote heiligen wier gedachtenis er in ere werd gehouden.

Na heel Duitsland doorkruist te hebben, deed hij tenslotte ook België aan. In Mechelen, waar hij bij het graf van Sint Rombout had gebeden, werd hij door de bevolking met groot vertoon van vriendschap ontvangen. De heiligen was al snel in de gelegenheid zijn dankbaarheid te tonen. Diezelfde nacht brak er brand uit in de stad. Enkele woningen waren al in vlammen op gegaan. Men was bang dat de hele stad ten prooi zou vallen aan het vuur. Daar komt Macarius toesnellen naar de plaats des onheils. Hij klimt op het dak van een huis dat al vlam heeft gevat; rukt een handvol stro van het dak, zegent ze en zet ze neer als een baken tegen de vlammen. Deze trekken zich inderdaad terug, alsof ze vol ontzag zijn, rollen ineen en doven uit. Onnodig te zeggen hoe dankbaar de stad was jegens deze heilige bisschop. Maar terwijl zij in heilige vroomheid op hem aandrongen, wist hij niet hoe vlug hij zich uit de voeten moest maken.

In Maubeuge vereert hij de heilige resten van Sint Aldegondis. In Kamerijk gaat hij naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk om er de nacht in gebed door te brengen. Maar de koster kent hem niet, werkt hem eruit en doet de deur op slot. Dus brengt de heilige de nacht in gebed door op de drempel van de kerk. De koster is de volgende morgen niet weinig verbaasd als hij de kerkdeur open vindt, en de bisschop nog altijd languit in gebed voor de ingang. Dat ging als een lopend vuurtje door de stad. Reden voor Macarius om weer te vluchten.

Op het moment dat hij in Doornik aankwam, waren er twee partijen met elkaar op de vuist gegaan. Hun woede was zo hoog gestegen dat zelfs hertog Boudewijn IV van Vlaanderen, die toevallig in de stad was, ook geen orde wist te scheppen in de chaos. De heilige dringt zich door de menigte heen, gaat in het midden staan, en alleen zijn blik is al voldoende om alle gewapende armen in bedwang te houden. In één klap is alle haat verdwenen. Men legt de wapens neer, omhelst elkaar en er wordt voor lange tijd vrede getekend.

Van Doornik gaat Macarius naar Gent. Hij vraagt om gastvrijheid bij het klooster van St-Pieter. Maar daar kennen ze hem niet, en ze doen dus moeilijk. Nu wendt hij zich tot het klooster van St-Bavo; daar is men verheugd hem te gastvrijheid te kunnen verlenen. In dat huis bleef hij geruime tijd logeren, terwijl hij de bewoners wist te stichten met zijn deugden en zijn vermogen van God wonderen af te bidden. Zieken die bij hem gebracht  werden genas hij door hen de handen op te leggen. Het water dat hij gebruikte, bewerkte ontelbaar veel wonderen. Iedereen, zowel monniken als bewoners van de stad, smeekte hem nooit meer weg te gaan.

Maar intussen had Macarius besloten toch weer eens zijn eigen bisdom op te gaan zoeken. Twee van zijn reisgenoten liet hij in St-Bavo achter; zelf ging hij op weg met de derde. Hij was nog niet goed en wel op weg of hij werd ernstig ziek. De monniken van St-Bavo gingen er meteen heen om hem terug te halen. Maar die van St-Pieter, boos op zichzelf dat ze hem niet meteen herkend hadden, stuurden kasteelheer Robert naar hem toe om hem te bewegen alsnog bij hen te komen. Er ontstond op straat een heilige discussie tussen de beide communiteiten. Maar Sint Macarius koos degene waar hij al gastvrij onthaal had gevonden en  liet zich terugbrengen naar het klooster van St-Bavo.

Die nacht verscheen hem Sint Bavo zelf, in gezelschap van Sint Landoald: zij beloofden hem dat hij zijn gezondheid zou terugkrijgen. De voorspelling kwam uit en weer maakte de bisschop plannen om naar Armenië terug te gaan. Maar nu brak er een verschrikkelijke pestepidemie uit in de stad en in heel Vlaanderen. De heilige was intussen van zijn verblijfplaats gaan houden als zijn tweede vaderland. Hij bood zichzelf als offer aan om de toorn van de hemel af te wenden. Zijn offer werd aanvaard. Aangetast door de gesel van de pest, blies hij de laatste adem uit op 10 april van het jaar 1012. Dat is ook de dag dat men in Gent zijn gedachtenis in ere houdt. Meer dan eens mocht de stad zijn wonderbaarlijke werking ervaren tegen de pest.’

[Père Smet s.j. ‘Saints et grands Hommes du Catholicisme en Belgique. Tome deuxième’ Paris/Tournai, Casterman, 1857pp:162-164]

Patronaten
Hij is patroon van de Belgische steden Gent en Mons. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen de pest en andere besmettelijke ziekten.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als bisschop (staf, mijter, tabberd), geknield biddend.


Bronnen
[000»sys(schrijn); Adr.z.j.; BjL.1986; Bvl.1985p:124-125; Ene.1951; Kib.1990; Lin.1999; Mul.1860; Rge.1942; Rge.1989; Rgf.1991; RR1.1640; Smy:72; Dries van den Akker s.j./2010.04.09]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen