×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Abraham George sj, Ethiopië; martelaar; † 1595.
Feest 30 april.
Hij was een christen van de Maronitische rite en werd in 1563 geboren in de Syrische stad Aleppo. Hij ging naar Rome om daar te studeren en trad er in bij de jezuïeten op 27 december 1582. Na zijn priesterwijding gaf hij te kennen dat hij graag naar de missie gezonden wilde worden. Hij kreeg toestemming en vertrok naar Lissabon om vandaar per schip naar India te varen. Naar verluidt zou hij in Lissabon in zijn gebed te horen hebben gekregen dat hij als martelaar zou sterven.
Na aankomst in Goa werkte hij onder de schismatieke Thomaschristenen. Hij zou er velen hebben weten terug te brengen tot de moederkerk. Na enige tijd zette hij koers naar Ethiopië. Voorgangers hadden geprobeerd daar Christus vaste voet te geven, maar tevergeefs. Op het moment dat hij in 1595 voet aan wal zette was er al geruime tijd een verbod van kracht om het katholieke geloof onder de mensen te verkondigen. Toch bevonden zich overal verspreid clandestiene christenen, en er werkte ergens nog één missionaris, de Portugese jezuïetenpater Lopez. Pater George vermomde zich als Armeens koopman en begaf zich eerst naar het kleine eilandje Diu in de Rode Zee, tegenover de plaats Massawa, om daar de christenen die al jarenlang geen priester meer hadden gezien, te bemoedigen.
Vervolgens stak hij over naar het vasteland. Pater Lopez had hem berichtgestuurd dat katholieken hem tegemoet zouden komen. Maar de commandant van de stad was zelf een afvallige katholiek. Hij moet de christenen herkend hebben, of wellicht was er verraad in het spel; hoe dan ook, pater George werd aan een streng verhoor onderworpen. Daarin gaf hij moedig toe een katholiek priester te zijn. Na enkele dagen in de gevangenis te hebben doorgebracht werd hij tenslotte met het zwaard ter dood gebracht, tweeëndertig jaar oud.
Latere zeventiende-eeuwse jezuïetenmissionarissen in Ethiopië verzamelden gegevens over hem en zonden het dossier naar Rome. Hij staat te boek als ‘eerbiedwaardig’ en was de eerste van de acht jezuïeten die in Ethiopië als martelaar voor Christus zouden getuigen. Het onderzoek naar deze acht voor een heiligverklaring is sinds 1902 onder behandeling.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen