× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1637  Madeleine de Saint-Joseph

Madeleine de Saint-Joseph (geboren de Fontaines-Maran) ocd., Parijs, Frankrijk; kloosterlinge; † 1637Feest 30 april.

Madeleine werd op 17 mei 1578 in Huize de Mesmes aan de Rue Sainte-Avoye te Parijs geboren. Zij was het zesde kind van Antoine de Fontaines-Maran, diplomaat in dienst van de Franse koning, en Marie Prudhomme de Fontenay, volle nicht van Madame Acarie, de grondlegster van de Carmelkloosters in Frankrijk († 1618; feest 18 april). Kort na Madeleine's geboorte verhuisde de familie naar het domein van de familie Fontaines-Maran op het Franse platteland. Daar werden nog eens vijf kinderen geboren.

Van jongs af aan schijnt Madeleine aanleg gehad te hebben voor religieus leven; ze maakte als kind al diepzinnige opmerkingen en kon uren dromerig in een kerk of kapel doorbrengen. Tegelijk droeg ze zorg voor haar zieke moeder en voor haar kleinere broertjes en zusjes. Na een nieuwe verhuizing in 1600 stierf moeder. Omdat haar oudste zus intussen was ingetreden in een klooster te Longchamp bij Parijs, kreeg Madeleine de zorg voor het gehele huishouden op haar schouders.

Aangezien ze haar taak met verve vervulde, verschenen er telkens weer huwelijkskandidaten aan de poort. Zij wees ze stuk voor stuk af, omdat ze er almaar nog van droomde in een klooster te gaan; het was haar alleen nog niet duidelijk welke kloostergemeenschap het moest worden. Haar levenswijze thuis leek al bijzonder veel op het klooster: ze bad veel, las geestelijke boeken, trok zich vaak in haar eentje terug en zorgde voor arme mensen in haar naaste omgeving.

In 1603 werd bekend dat Abbé de Bérulle naar Tours zou komen om er tijdens de vastentijd, die aan het paasfeest voorafging, lijdensmeditaties te preken. Hoewel hij op dat moment pas 28 jaar was, gold Abbé de Bérulle toen reeds als een bekend man. Vader Fontaines besloot naar zijn villa in Tours te gaan om die meditaties in de kathedraal te kunnen beluisteren. Op aanraden van tante Marie Acarie werd er een ontmoeting gearrangeerd met de beroemde predikant. De abt vertelde dat de Carmelkloosters in Spanje een ingrijpende vernieuwing hadden doorgemaakt o.a. door toedoen van Theresia van Avila († 1582; feest 15 oktober). Hij koesterde het ideaal vestigingen te kunnen beginnen in Frankrijk. Op dat moment schoot het als een bliksemflits door de 25-jarige Madeleine heen, dat ze dit wilde: hier had ze op gewacht. Het grootste obstakel bleek vader te zijn, want hij wilde het gezelschap van zijn meest geliefde dochter niet kwijt. Tenslotte stemde hij toe, zodat zij op 11 november 1604 officieel de sluier ontving in de zojuist gestichte Carmel van Notre-Dame-des-Champs te Parijs.

Niet lang daarna volgde haar jongere zusje Catherine volgde haar voorbeeld. Een ander zusje, Louise, bleek niet geschikt. Voor haar richtte vader het huis te Parijs in als een soort op haar persoonlijk afgestemd kloostertje. Toen daarmee alle kinderen hun bestemming gevonden hadden, vroeg vader om de priesterwijding, welke hij korte tijd later inderdaad ontving.

De Parijse Carmel was gesticht vanuit Spanje. Met als gevolg dat Moeder Overste, de zalige Anna de Bartolomeo († 1626; feest 7 juni), en de eerste zusters alleen maar Spaans verstonden. Dat was voor de aanwezige françaises aanvankelijk moeilijk. Madeleine leerde Spaans en werd de verbindende persoon in de groep. Toen de eerste overste werd weggeroepen om elders in Frankrijk en België nog andere nieuwe vestigingen van de grond te krijgen, werd Madeleine in de Parijse Carmel aangewezen als haar opvolgster. Zo was zij overste van 1608 tot 1614.

Intussen bleef zij in nauw contact met Abbé de Bérulle. Van 1614 tot 1624 bekleedde zij allerlei andere functies in het klooster. Toen haar leidsman De Bérulle in 1629 werd overgeplaatst, was dat voor haar een zwaar verlies, vooral toen bleek dat zijn opvolger er heel andere ideeën op na hield.

Een bijzondere gebeurtenis was de doop van twee indianen-meisjes die vanuit de missie in Canada naar Frankrijk waren gestuurd voor een gedegen opleiding.

In 1635 legde Madeleine al haar functies neer. Hoewel zij nog niet zo vreselijk oud was, hadden de afgelopen jaren een zware tol geëist. Ze was moe. Twee jaar later, in 1637, stierf ze kort na Pasen, op donderdag 30 april. Op haar sterfbed sprak ze haar zusters voor een laatste keer toe: "Kijk vooral naar de Heilige Maagd aan de voet van het kruis. Wij hebben de eer tot haar dochters gerekend te worden. Laten we dan ook proberen steeds meer op haar te lijken door de wil van God te doen, en door ons niet op een dwaalspoor te laten brengen door zwakheden en gevoelens, die uiteindelijk recht tegen Gods wil ingaan. Wees niet bedroefd. Is het niet het beste te willen wat God wil? Vroeg of laat komen we immers allemaal bij Hem terecht!"

Reeds acht jaar na haar dood, in 1645, werd haar proces tot zaligverklaring geopend. Om allerlei redenen vertraagd, werd het weer opgepakt in 1779 en vervolgens weer onderbroken, toen tien jaar later de Franse Revolutie uitbrak. Sindsdien is het proces niet meer heropend.


Bronnen
[190p:173; 390/15p:338; Dries van den Akker s.j./2000.08.10]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen