× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† tegen 500  Daniel van de Scete

Info afb.

Daniel van de Scete, Egypte; woestijnmonnik & abt; † tegen 500.

Feest 7 juni (oosterse kerk).

Hij was een leerling van de heilige Arsenius. Gedurende veertig jaar leefde hij in een gemeenschap. Er is een conferentie bewaard gebleven van een abt Daniël over de oorzaken van de dorheid in het gebed; dat zou hij kunnen zijn. Deze Daniël wordt echter een leerling van Pafnutius († ca 360; feest 11 september) genoemd; door wie hij tot diaken en priester wijdde. Gezien hun beider sterfjaar, lijkt dat toch niet voor de hand te liggen. Wellicht is er dus nog een derde Daniël geweest?

De vraag waar de dorheid in het gebed vandaan komt, werd hem door zijn leerlingen Sulpitius en Cassianus gesteld: "Hoe komt het toch dat je op het ene moment van je gebed zonder enige oorzaak opgenomen wordt in een onuitsprekelijke geestelijke vreugde, terwijl je op een ander moment alweer zonder enige oorzaak verdort en uitdroogt, zodat we ook walgen van het leven in onze cel, het lezen van vrome teksten en zelfs in ons gebed worden we heen en weer geslingerd tussen droefheid en wanhoop?"

Vader Daniël antwoordde hierop dat er drie aanwijsbare oorzaken voor dorheid in het gebed.

"De eerste is ons nalatigheid. Als we het vuur van het begin kwijtraken en ons geestelijk leven steeds gemakkelijker gaan opnemen en almaar losser worden in het nalven van onze leefregel, komt er steeds meer ruimte voor andere gedachten en verlangens; die zijn in ons leven te vergelijken met distels en dorens. Zij schieten op en verstikken de goede vruchten. Er komt geestelijk gesproken niets meer uit onze handen en we drogen op.

De tweede is de aanvechting van de vijand. Wanneer wij met vlijt en ijver de ggoede kant opgaan, kan de vijand daar een stokje voor willen steken. Dan zal hij proberen je haast ongemerkt met licht afwijkende gedachten en verlangens van de goede weg af te brengen.

De derde is een tactiek van God: Hij wil ons uitproberen. God wil ons om twee redenen beproeven. Ten eerste wil Hij ons onder ogen brengen, hoe zwak wij zijn en onmachtig, wanneer Hij maar een ogenblik zijn handen ietsje van ons aftrekt. Op die manier behoedt Hij ons ervoor dat wij zouden gaan denken dat wij de zuiverheid van hart te danken hebben aan onze eigen verdiensten; dat alles is slechts genade. De tweede reden is dat God ons uithoudingsvermogen en onze standvastigheid op de proef wil stellen."

Van hem is ook de uitspraak bekend dat 'naarmate het lichaam vadsiger wordt, de ziel gelijk opgaat.'. Beroemd is zijn antwoord op zijn broeders toen ze hem in paniek kwamen zeggen dat ze de vlucht moesten nemen, omdat de barbaren de Scete waren binnegevallen: "Als God niet voor me zorgt, waarom zou ik dan nog willen leven?"

Na verloop van tijd trok hij zich terug in de volslagen eenzaamheid.

In 476 liet hij het stoffelijk overschot van de martelares Thomaïs naar de Scete overbrengen. Zij was door haar schoonvader met een mes om het leven gebracht omdat zij zich verzette tegen zijn pogingen haar te verkrachten: 13 april 476. Hij liet haar bijzetten in een priestergraf. (In één van de beide beschrijvingen van dit voorval stond dat Daniël de vader was van de man van Thomaïs. Maar dat lijkt wel heel onwaarschijnlijk. Wellicht was die echtgenoot van Thomaïs leerling bij hem geweest, en werd zo'n leerling 'zoon' genoemd?).

Hij lijkt mij niet de Daniël van de Skete waar Kirschbaum melding van maakt.


Bronnen
[139/2; 140; 141; 165p:112]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen