×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Mériadec (ook Mereadocus, Meriadec, Mériadeg, Meriadoc of Meriasek) van Vannes, Bretagne, Frankrijk; bisschop; † 666.
Feest 7 juni.
Geleerden zijn het niet eens over zijn herkomst. Volgens de een is hij afkomstig uit Wales; anderen menen uit Bretagne zelf. Wel is men het erover eens dat zijn levensbericht lang na zijn dood is samengesteld, waarschijnlijk om de familie Rohan, die het kasteel van Pontivy bewoonde, indrukwekkende wortels te schenken en hun aanspraken op de titel van hertog historisch te onderbouwen; de kapel van het kasteel is toegewijd aan Sint Meriadec. Daartoe bedacht de legende een eerste koning van Armorica (= nagenoeg het huidige Bretagne) met de naam Conan Mériadec; hij zou dan geleefd hebben aan het begin van de 5e eeuw. Van hem stamde Mériadec af.
De welshe geschiedkundige Doble die veel onderzoek heeft gedaan naar heiligen uit Wales, vermoedt dat Mériadec van welshe afkomst is, aan het begin van de 7e eeuw geboren wordt (men vindt wel het jaartal 628), zich als kluizenaar vestigt in Cornwall en vandaar oversteekt naar Bretagne, vermoedelijk in het gezelschap van Sint Guigner († ca 455; feest 14 december).
Ook dat lijkt niet waarschijnlijk, gegeven het feit dat Guigner sterft in het jaar 455; de bronnen zijn tamelijk eensluidend waar het gaat om het jaar van Mériadecs dood: 666. Het is natuurlijk mogelijk dat Guigner's verhaal een eeuw later moet worden gesitueerd, of dat Mériadec een eeuw eerder...?
Doble veronderstelt dat hij al in Wales bisschop is gewijd zonder vaste woonplaats, wat bij keltische monniken bepaald niet ongebruikelijk is. Toulson daarentegen meent te weten dat hij aanvankelijk bisschop is van Camborne in Cornwall. De Breton Le Roy formuleert dat anders. Hij noemt Mériadec "een bisschop van Vannes, van wie de Engelse inwoners van Cornwall de bisschop van Camborne hebben gemaakt..."
De Bretonse bronnen zeggen dat hij zijn opleiding krijgt aan het hof van de koning, naar huis terugkeert en vervolgens het God gewijde leven van kluizenaar kiest. Hij bouwt een cel annex gebedsruimte nabij Pontivy. Daar leidt hij een leven van gebed en versterving, en doet er wonderen. Zo weet hij - op verzoek van een van zijn adellijke familieleden - door zijn gebed de omgeving te verlossen van rondtrekkende bandieten. Als tegenprestatie vraagt hij ten gunste van de arme bevolking om drie keer per jaar een jaarmarkt (met kermis!) te mogen houden. Dat wordt hem bij wijze van hoge uitzondering toegestaan. Intussen zou hij uit handen van Sint Hinguetin, bisschop van Vannes, de priesterwijding hebben ontvangen.
De naam van Hinguetin (meestal Guenganton) komt voor op de als 'legendarisch' aangemerkte lijst van bisschoppen van Vannes. Het Dictionnaire des Saints Bretons geeft twee feestdagen: 4 juni en 17 oktober. Hij wordt wel geïdentificeerd met een zekere Sint Guanton, wiens feest staat op 5 mei.
[DSB.1979p:176; Lo1.1838p:liv.lv]
Als Hinguetin in 659 overlijdt, is zijn roem intussen zo verspreid dat men Mériadec komt verzoeken om bisschop te worden. De delegatie van vier kanunniken heeft de opdracht hem in ieder geval mee terug te nemen, zo niet goedschiks, dan kwaadschiks. Het wordt het laatste. Ondanks heftig verzet wordt hij naar Vannes gebracht en bisschop gewijd. Zo is hij (al naargelang de bron) de 13e, 14e of 17e bisschop geworden van die stad. Hij sterft er, zoals gezegd, in 666.
Ook zijn naam komt inderdaad voor op de lijst van bisschoppen van Vannes. Maar, zoals gezegd, wordt deze door historici naar het rijk der fabels en legenden verwezen.
Verering & Cultuur
In zijn kapel te Stival bij Pontivy staat zijn levensverhaal in fresco's afgebeeld op de achterwand. De taferelen zijn ontleend aan zijn legende:
01. 'Mériadec is een zoon van koning Conan en een broer van de Rohans.'
02. 'Mériadec geeft zijn spullen weg aan de armen en wordt monnik.'
03. 'Mériadec als kluizenaar in gebed te Stival bij Pontivy.'
04. 'Mériadec weigert het aanbod om terug te komen aan het hof.'
05. 'Mériadec vraagt aan de hertog van Rohan achter de dieven aan te gaan.'
06. 'Door middel van zijn klokje dat 'bonnet van Mériadec' wordt genoemd, geneest hij een dove vrouw,'
07. 'Mériadec gaat niet in op het verzoek van de kanunniken van Vannes om bisschop te worden.'
08. 'Mériadec stemt er uiteindelijk toch mee in als een indrukwekkende delegatie een beroep op hem doet.'
09. 'Mériadec tot bisschop gewijd.'
10. 'Ook als bisschop heeft Mériadec zorg voor de armen en leidt hij een nederig bestaan.'
11. 'Mériadec verkondigt het evangelie.' (veeleer: ‘geeft leiding aan zijn geestelijken’)
12. 'Mériadec sterft.'
Zijn verering in Bretagne is stamt al uit de (vroege?) middeleeuwen. Zijn voorspraak wordt ingeroepen bij oorpijn, om het gehoor te verbeteren en doofheid tegen te gaan.
In zijn kapel te Stival bij Pontivy wordt zijn klokje bewaard als een uiterst kostbaar relikwie. Meestal droeg een kluizenaar zo'n - zelf gegoten! - klokje bij zich om op te roepen tot gebed of om een zonde die hij waarnam, luidruchtig te signaleren. Zondags na zijn feest wordt er een boetprocessie ('pardon') gehouden. Dan haalt men het klokje te voorschijn. Een functionaris van de parochie maakt er boven het hoofd van de pelgrim karakteristieke, vreemde bewegingen mee. Het geluid ervan klinkt duidelijk in de stilte van de gemeenschap. Tegelijkertijd wordt een zegengebed uitgesproken. Zo'n honderd meter verderop, aan de overkant van de weg, ligt nog een Sint-Mériadecbron.
In St.-Jean-du-Doigt (Finistère) zegt men een reliek van hem te bewaren; in vroeger tijden heette dit plaatsje Traou-Mériadec (= 'Meriadec-dal'). Behalve te Stival wordt ook te Faouet een boetprocessie gehouden, en wel op de 2e zondag in juli.
Patronaten
Hij is patroon van Plougasnou (Finistère) en van de minstens drie plaatsjes die zijn naam dragen in Morbihan. Apart is wel dat die plaatsjes kortweg 'Mériadec' heten, zonder 'Saint' of andere toevoeging.
In Wales kent men een Cornish 'mirakelspel' met de titel 'Beunaus Meriasek'; het werd herontdekt en voor het eerst weer opgevoerd in Rederuth in 1924. Daarin wordt o.a. verteld hoe de heilige in de omgeving van zijn kluizenarij op zoek gaat naar drinkwater.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen