× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 545?  Medard van Noyon

Info afb.

Medard (ook Madart, Mard, Mards, Mars, Mathard, Mèdâ, Médârd, Medart, Miard) van Noyon, Soissons, Frankrijk; bisschop; † 545 (of ca 560).

Feest 8 juni.

Geschiedenis
Hij werd geboren rond het jaar 470 in de Picardische plaats Salency, Noord-West-Frankrijk. Zijn vader zou Nector of Nectar geheten hebben, zijn moeder Protagia. Zij waren van Gallo-Romeinse afkomst. Zij was het geweest die haar man tot Christus bekeerd had. Medard zou een tweelingbroer gehad hebben, Gildard; deze werd later bisschop van Rouen. Volgens de legende zouden beide broers alle belangrijke gebeurtenissen in hun leven op dezelfde dag hebben meegemaakt: "In de vijfde eeuw schitterde een tweeling, de heilige Medard en Gildart; zij werden geboren op dezelfde dag, bisschop gewijd op dezelfde dag; ze stierven ook op dezelfde dag en werden op dezelfde dag tot de eer der altaren verheven" aldus de Legenda Aurea, wanneer de Lombardische Geschiedenis ter sprake komt n.a.v. paus Pelagius.[183] Deze legende schijnt echter historisch geen grond te hebben. In ieder geval was Gildard al lang en breed gestorven op het moment dat Medard bisschop werd gewijd. [102]

Uit de verhalen die over hem verteld worden komt het beeld naar voren van een goed mens. Reeds op 10-jarige leeftijd vestigde hij de aandacht op zich.

Legende van het gestolen paard
Hij liep een arme boer tegen het lijf die hem vertelde dat hij zijn paard was kwijtgeraakt. Gestolen door struikrovers, schijnt het. Onmiddellijk ging hij er één halen uit de eigen familiestallen. Maar toen zijn vader bemerkte dat er een paard ontbrak, ging hij op zoek. Toen brak er zo'n wolkbreuk los dat er geen doorkomen aan was, en vader moest weer gauw naar binnen om te schuilen. Maar Medardus was buiten gebleven zonder dat hij ook maar een druppel regen had gehad. Nu begrepen Medardus' ouders dat dit een teken uit de hemel was en ze gunden hun nieuwe paard aan die boer. Medardus verzekerde hun dat ze ervoor beloond zouden worden. En zie, de volgende dag al stond er een prachtig nieuw paard in de stallen, en niemand wist waar het vandaan was gekomen...

Toen hij eens op weg naar school een blinde zag die in lompen liep te bedelen, schonk hij hem zonder na te denken de mantel die zijn moeder net voor hem gemaakt had.

Tijdens het hoeden van de kudden, bij de Franken een hoogstaande bezigheid, had hij tijd genoeg om na te denken en te bidden; hij verlangde ernaar net als Jezus mensen te hoeden. Eerst werd hij voor zijn opleiding toevertrouwd aan de bisschop van het naburige Vermand; daar zou hij vriendschap voor het leven hebben gesloten met Eleutherius († 532; feest 20 februari), de latere bisschop van Doornik. Vervolgens zette hij zijn studies voort in het klooster van St-Quentin. Op 33-jarige leeftijd werd hij priester gewijd. Getuige de verhalen moet hij een beminnelijk mens geweest zijn.

Legende van de gestolen druiven
Het was herfst en de druiven uit zijn wijngaard zagen er lekker rijp uit. Maar een dief had het op zijn druiven gemunt. Midden in de nacht, als normale mensen slapen en van hun rust genieten, drong hij zijn landgoed binnen en sloeg aan het snijden. Maar toen hij met rijke buit beladen weer de benen wilde nemen, bleek dat hij met geen mogelijkheid door de wijde opening van de heg heen te kunnen komen. Hij zat vast, dus veel plezier heeft hij van zijn euveldaad niet gehad. Zo werd hij bij het krieken van de dag door de eigenaar van de wijngaard aangetroffen, gevangen in zijn eigen buit. De heilige las hem flink de les over deze wandaad, waarbij hij intussen eigenhandig een flink aantal druiven plukte; die gaf hij hem op de koop toe. En na nog een laatste uitbrander, maakte hij hem los en liet hij hem gaan.

Een dergelijke legende bestaat ook over de heilige Mars van Clermont. Zijn die hier met elkaar verward geraakt vanwege de naamsgelijkenis der beide heiligen?

Zo was er ook eens een nachtelijke dief die het op de honing uit zijn honingraten voorzien had. Hij mocht dan misschien wel heel listig ontsnapt zijn aan de aandacht van de wachters, aan de diertjes die bestolen werden ontkwam hij niet. Die kwamen woedend naar buiten met hun gemene angels in de aanslag. De onverlaat werd zo in het nauw gebracht dat hij het gestolen goed zelf weer terug kwam brengen en languit op de grond om vergiffenis smeekte. Die werd hem door de heilige in alle zachtmoedigheid geschonken. Dat is die dader, die zo door zijn wraakzuchtige buit in het nauw was gebracht, niet gauw vergeten.

Zo wordt er ook nog verteld van iemand die de bel om de hals van één van zijn koeien had gestolen, maar door zijn buit verraden werd, want het ding hield niet op met klinkelen.

In 530 werd hij tot bisschop gewijd van Vermand als opvolger van Alomerus. Dit gebeurde door de beroemde heilige bisschop Remigius van Reims († 553; feest 1 oktober), die in 495 koning Clovis het heilig doopsel had toegediend. Omdat het stadje Vermand te kwetsbaar was voor de invallen van de Hunnen en Vandalen, verplaatste de bisschop zijn zetel naar Noyon, op dat moment een indrukwekkende vesting. Inderdaad is Vermand met de grond gelijk gemaakt en sindsdien niet meer opgebouwd. St-Quentin (oorspronkelijk geheten Augusta Vermandorum) nam haar plaats als hoofdstad in.

Na de dood van Eleutherius raakte de bisschopszetel van Doornik vacant. Deze werd op verzoek van de plaatselijke geestelijkheid en van het volk bij die van Noyon gevoegd. De beide bisdommen bleven tot 1146 gecombineerd.

Hij moest in zijn tijd de laatste resten van de Germaanse geloofsgebruiken opruimen en ze vervangen door christelijke feesten. Zo bedacht hij het feest 'van de rozen', dat nog heel lang in Franse parochies heeft bestaan. Bij die gelegenheid draagt de plaatselijke bevolking een maand voor het feest bij de heer van Salency drie meisjes voor die zowel vlot moeten zijn als deugdzaam. Hij kiest de beste uit en laat haar naam van de preekstoel aflezen, zodat ieder die wil nog aanmerkingen kan maken. Wordt haar keuze bekrachtigd, dan wordt zij uitgeroepen tot 'rozenmeisje van het jaar' en gekroond met rozen. De prijswinnares kleedt zich op 8 juni in het wit en wordt in plechtige processie naar het kasteel gebracht, begeleid door twaalf meisjes, eveneens in het wit. De heer van Salency brengt haar temidden van zijn eigen gezin met plechtig vertoon naar de parochiekerk. Na de vesperdienst gaat het temidden van de geestelijkheid in processie naar de kapel van Medardus. Daar ontvangt zij uit handen van de oudste priester de rozenkroon en bovendien een geldbedrag van vijfentwintig livres. (Het schijnt dat in sommige parochies hiervoor de collecte van de hoogmis werd bestemd...). De feestelijkheden worden afgesloten met een gezamenlijk gezongen 'Te Deum' en een lied ter ere van Medardus.

Om die jaarlijkse prijs te kunnen betalen en de onkosten voor het feest te dekken had Medardus de opbrengst van twaalf acres van zijn eigen landerijen te Salency gereserveerd. Toch menen geschiedkundigen dat dit gebruik niet ouder is dan de 18e eeuw.

Toen koningin Radegonde het niet meer kon uithouden aan de zijde van haar moordlustige echtgenoot, Chlotarius († 561), nam ze in 544 bij hem haar toevlucht. Hij legde haar de nonnensluier op, destijds het ritueel waarmee een vrouw de status van kloosterlinge aannam. Radegonde stichtte vervolgens te Poitiers het vrouwenklooster Sainte-Croix, dat na haar dood Sainte-Radegonde zou heten.

Medard zou in hoge ouderdom gestorven zijn. Op zijn sterfbed kreeg hij bezoek van koning Clotarius. Deze kwam hem om vergiffenis smeken voor alle ongerechtigheden die hij hem in zijn leven had aangedaan. Tijdens Medardus' begrafenis zouden drie duiven verschenen zijn, twee vanuit de hemel en een derde vanuit zijn doodkist.

Verering & Cultuur
Reeds in de 6e eeuw schrijft bisschop Gregorius van Tours:

"De roemrijke belijder Medardus ligt begraven in Soissons. Ik heb met eigen ogen de boeien gezien van arme drommels, die bij zijn graf in stukken vielen. Nadat er een boek over zijn wonderen was geschreven, kwam een vrouw met vergroeide handen eerbiedig zijn hulp inroepen. Tezamen met de andere aanwezigen vierde ze vroom en gelovige zijn vigilie (= vooravond). Ze had het volste vertrouwen dat haar afschuwelijk opgezwollen handen genezen konden worden door de macht van Medardus. Hij had immers ook de boeien van arme drommels weten te verbreken. En zo gebeurde het dat tijdens de misviering de gekronkelde zenuwbanen hun vorm hervonden. Ze bracht dank aan de belijder, naderde tot het heilig altaar en ontving de genaderijke zegen."

"Voordat de kerk gebouwd was, stond er op het graf van Medardus een kapelletje dat opgetrokken was uit armzalige takken. Toen de kerk eenmaal ingewijd was, is het kapelletje afgebroken. Het lijkt me hier de juiste plaats om het grote wonder te vertellen dat er gebeurde met een kleine houtsplinter van één van die takken. Want er werden scherpgepunte tandenstokers van gemaakt en die hebben maar al te vaak voor hulp gezorgd bij tand- en kiespijnen. De tegenwoordige referendaris van Childebert, Charimeris, leed eens aan kiespijn. Toen hij van deze tandenstokers hoorde, kwam hij naar de kerk van Sint Medardus om een stukje hout te krijgen. In de hoop dat de heilige het voor hem als een medicijn zou laten werken. Maar bij zijn aankomst vond hij de deur gesloten. Toch vertrouwde hij erop dat de macht van de heilige man overal aanwezig was. Daarom pakte hij zijn zakmes en sneed toen maar een stukje hout van de deur af. Zodra hij daarmee zijn tanden aanraakte, verdween de vervelende pijn. Persoonlijk bezit ik de staf van Medardus. Daar hebben we heel wat zieke mensen genezing bij gevonden."
[145]

Hij wordt vooral vereerd in het Franse taalgebied. Zowel Frankrijk als Franstalig België tellen meerdere plaatsjes Saint-Mard, Saint-Mards of Saint-Médard. Parijs heeft bv. een Medarduskerk aan de Rue Mouffetard. In Duitsland ligt tussen Meisenheim en Lauterecken het gehucht Medard. Trier had in de middeleeuwen een Medardusklooster. In Nederland is er vanouds een Medarduskerk te Wessem. De heilige staat in het stadswapen en vandaar ook in het plaveisel voor het stadhuis. In vroeger tijden genoot hij ook in Thorn bijzondere verering.

Patronaten
Hij is patroon van de boeren, wijnbouwers, bierbrouwers en paraplumakers (dit vanwege de beroemde regenlegende). Zijn voorspraak wordt ingeroepen om vruchtbaarheid voor akkers en wijngaarden, voor een goede hooioogst en voor regen; eveneens voor de bevrijding van gevangenen, tegen tand- en kiespijn (vanwege de wonderbare tandenstokers die gemaakt werden uit de takken van zijn voormalig kapelletje), koorts (hier gebruikte men zogeheten Medardusbronnen) en geestesziekten (vanwege het feit dat er genezingen plaats vonden door aanraking met zijn relieken) en tegen bedwateren [dit laatste alleen gevonden in 214].

Over het feest van de rozen spraken we al hierboven.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als bisschop (tabberd, staf, mijter), soms als bisschop die klaar staat voor de mis (mijter, kazuifel); aalmoezen uitdelend; met een boek waarop drie broden te zien zijn; voetstappen drukkend in een steen (herinnering aan het feit dat hij ruzies om grensafbakeningen wist bij te leggen); soms ook met een adelaar (die zijn vleugels boven hem uitspreidt om hem te beschermen tegen regen, een verwijzing naar de beroemde legende), met schapen, ossen, drie duiven (verwijzing naar het teken tijdens zijn begrafenis), of drie vurige kolen; ook wel met een hart in zijn linkerhand (symbool van zijn vrijgevigheid).

Sint Medard heeft wat met regen. Men beweert dat op het moment van zijn dood en dus zijn ziel het lichaam verliet, de hemelen zich openden, waaruit een warme weldadige regen begon te vallen, veertig dagen lang. Dat was op dat moment zeer welkom, want er had een langdurige droogte geheerst en de mensen dreigden om te komen van de dorst. Vandaar dat men ook meende dat aan Medardus bij zijn komst in de hemel de zorg voor de regen werd toevertrouwd. Als het tijdens het werk op het land plotseling begint te gieten, zeggen de boeren onder elkaar: "Sint Medard geeft zijn veulentjes weer te drinken" [C'est de nouveau saint Médard qui abreuve ses poulains].
[104]

Zijn invloed op langdurige regen in de zomertijd was berucht; hij stond bekend als 'Sint Medardus, grote pisser'. Dit blijkt ook uit allerlei legendes en verhalen en uit de weerspreuken van vroeger tijden. Naast de legendes die hierboven al ter sprake kwamen, zijn er nog andere volksverhalen die hiervoor een verklaring proberen te geven.

Zo wordt er verteld dat ergens in een parochie op Medardusdag een processie werd gehouden, waarin zijn beeld door twee mannen op een draagstel werd meegevoerd. Maar plots begon het hard te regenen en iedereen, van misdienaar tot pastoor, werd zo doorwaternat dat men de plechtigheden liet voor wat ze waren en men vluchtte naar huis.  Het Medardusbeeld bleef onbeheerd onder een haag langs de weg achter. Pas na veertig dagen schoot het de beide dragers weer te binnen dat Medardus nog steeds buiten stond. Men ging hem halen en zodra hij weer op zijn droge plekje in de kerk stond, hield het op met regenen. Sindsdien herinnert Medardus vanuit de hemel zijn vereerders op zijn eigen manier aan dit beschamende voorval, en die vereerders voelen nattigheid...
[131]

Weerspreuk(en)
'Als het op Sint-Medardus regent,
regent het zes weken alle dagen.’ [213]

'Als Medardus pist,
pist het zes weken lang.' [131]

'Als Medardus pist,
regent het zes weken aan één stuk' [213]

'Als Sint Medardus zijn sluizen openzet
is het zes weken uit met de pret.' [131; 213]

'Am Medardustag die Sunn,
hebt vierzig Tag lang un' [213]
[Met Sint Medardus zonneschijn,
die zal er veertig dagen zijn]

'Du jour de saint Médard en juin,
le laboureur se donne soin;
car les anciens disent: S'il pleut,
que trente jours durer il peut;
S'il est beau, sois tout certain
d'avoir abondamment du pain.' [282a]
[Op Sint-Medardusdag in junitijd
werkt de boer met zorg en vlijt,
want de ouden zeggen: is het nat,
dan hou je dertig dagen dat;
en is het mooi, wees dan bedacht
op brood meer dan een karrenvracht]

'Hat Medardus an Regen behagen,
Will er ihn auch in die Ernte jagen'
[Schept Medard in regen behagen,
zie je hem ze ook de oogst in jagen]

'Heller Medardustag, stillet das Bauern Klag' [213]
[Met Medardus mooi, geen boer die klaagt]

'Het weer van Medardus' feest
heerst in de oogsttijd wel het meest' [213]

'Le temps sera à la moisson
comme à Saint Médard nous l'avons' [282a]
[Bij de oogst heb je 't weertje dat
je op de dag van Sint Medardus had]

'Medardi Tropfen, tropft vierzig Tage' [213]
[Druppels met Medardus, veertig dagen druppels]

'Medardus geeft zijn zegen
met zes weken wind en regen' [131]

'Medardus met zijn regen,
hou je in zes weken niet tegen' [131; 214]

'Op Sint Medardus, voor ons zonden,
regent het dikwijls katten en honden' [213]

'Quand il pleut à la Saint-Médard,
Il pleut quarante jours plus tard;
A moins qu'à la Saint-Barnabé (= 11 juni)
Ne brille un beau soleil d'été' [104]
[Regent het met Sint-Medaar,
is dat na 40 daag pas klaar;
tenzij met Sinte-Barnabas
de zomerzon schijnt in de plas]

'Quand il pleut à la Saint-Médard,
Il pleut quarante jours plus tard;
A moins que la Saint-Barnabé (= 11 juni)
Ne lui vienne couper le nez' [193]
[Regent het met Sint-Medaar,
is dat na 40 daag pas klaar;
tenzij wellicht Sint-Barnabas
droog af komt snijden hem de pas]

'Quand il pleut à la Saint-Médard,
Il pleut quarante jours plus tard;
A moins que Saint-Gervais (= 19 juni) soit beau
Et qu'il tire Saint Médard de l'eau' [282a]
[Regent het met Sint Medaar
is dat na veertig daag pas klaar;
tenzij Gervaas twee weken later
Medaar met mooi weer trekt uit water]

'Quand il pleut à la Saint Médard,
Les grains deviennent mauvais' [282a]
[Als het regent met Medardus,
wordt het koren slecht]

'Quand il pleut à la Saint Médard,
si l'on ne boit du vin, on mange du lard' [282a]
[Als het regent met Medardusdag
dat je wijn mag drinken of spek eten mag]

'Quand il pleut le jour de Saint Médard,
les blés s'en vont jusqu'à la faulx' [213]
[Regent het op Sint-Medard,
geen hoger koren dan de zeis]

'Saint Médard a pissé,
Saint Barnabé l'a reboutonné' [282a]
[Sint Medardus heeft zijn straal op ons gericht,
Sint Barnabas maakt zijn broek weer dicht]

'Saint Médard beau et serein,
promet abondance de grain' [282a]
[Sint Medardus mooi en helder
belooft veel koren in de kelder]

'Saint Médard, grand pissard,
fait boire le pauvre homme comme le richard' [213; 282a]
[Sint Medard, grote pisser,
voor arm en rijk te drinken is er]

'Should St. Medard's day be wet
it will rain for forty jet;
At least until St. Barnabas
the summer sun won't favour us' [105]
[Regent het met Sint-Medaar,
is dat na 40 daag pas klaar;
tenzij met Sinte-Barnabas
de zomerzon schijnt in de plas]

'S'il pleut à Saint-Médard,
la récolte diminue d'un quart' [213; 282a]
S'il pleut à la Saint Barnabé
elle diminue de moitié' [282a]
[Regen met Medard,
scheelt bij de oogst een kwart;
regen met Baranabsdag
de helft het schelen mag]

'S'il pleut à la Saint Médard,
Il pleut quarante jours plus tard,
A moins que Barnabé
Lui coupe l'herbe sous le pied' [282a]
[Regent het met Sint Medard,
regent het veertig daag hard;
tenzij dan Sinte Barnabas
hem voor de voeten maait het gras]

'S'il pleut le jour de la Médard,
le tiers du bien est au hasard' [282a]
[Regent het op Sint Medard
houd voor één derde vast je hart]

'S'il ploût al Sint Médârd
il plourè qwarante djoûrs pus târd,
à moins qu'Sint Barnabé
nu vègne tot rac'moder' [282a]
[Regent het met Sint Medaar,
t'is na veertig daag nie klaar;
of Sinte Barnabas moest komen
om dat alles in te tomen]

'Si le jour de la Saint Médard,
il pleut sur les vaches,
elles n'ont pas de lait de l'année' [282a]
[Als het met Medardus
op de koeien regent,
geven ze dat jaar geen melk]

'Si Médard et Barnabé comme toujours
tiennent à te jouer des tours,
t'auras peut-ètre Saint Gervais
qui le beau temps peut ramener' [282a]
[Het is reeds vaak gebleken
dat Medard en Barnabas de draak met je steken;
dan maar op Sint Gervaas gehoopt
die vaak met mooi weer rondloopt]

'Si Saint Médard arrive beau
L'été n'aura que très peu d'eau'
[282a]
[Als Sint Medardus zich met mooi weer verfraait
is in de zomer water dun gezaaid]

'Si Saint Médard est pissard
faut que Barnabé

Bouève ce que l'a pissé' [282a]
[Is sint Medardus manneke pis
dan hopen we dat Barnabas
ervan de drinker is]

'Sint Medard geeft zijn zegen,
met zes weken wind en regen' [213]

'Sint Medardus hoog (noordenwind),
maakt de aarde droog' [213]

'Valt op Sint-Medardus regen,
ge houdt hem in zes weken niet tegen' [213]

'Was Sint Petrus een visser,
Sint Medard is een grote pisser' [213]

'Wat Medardus geeft, droog of nat,
zes weken duurt dit of dat' [213]

'Wat Sint-Medardus geeft voor weer,
brengt hij ook in de oogsttijd weer' [213; 214]

'Wie Sankt Medardus wittert,
solch Wetter dreissig Tage zittert' [213]
[Het weer dat met Medardus heerst,
verandert na dertig dagen eerst]

'Wie's Wetter zu Medardi fällt,
es bis zu Mondes Schluss anhällt' [213]
[Het weer met Sint-Medard gebaand,
blijft zo tot het eind van de maand]

'Wie's wittert auf Medardustag,
so bleibt's sechs Wochen lang danach' [213]
[Het weer van Sint-Medardusdag
je nog zes week verwachten mag]

'Zoals Sint Medardus het weder vindt,
blijft het zes weken met zijn wind' [213]

'Zoekt Sint Medardus in regen troost,
dan zendt hij die ook in de oogst' [213]

Soms houdt zo'n gezegd het midden tussen een spreuk en een bede:

'Sankt Medard, keinen Regen trag,
es regnet wohl sonst vierzig Tag
und mehr, wers glauben mag' [213]
[Sint Medard, graag geen regen,
want dan kom je 't 40 daag tegen,
of meer, als het aan u had gelegen]

Het volksgeloof kent ook middeltjes om Medardus te vermurwen.

Als hij niet snel genoeg een genezing bewerkstelligt of het blijft te lang regenen, dan moet je zijn beeld in het water dompelen; dan doet hij wel wat je vraagt.[300]

Een andere oplossing zegt dat je op de vooravond van zijn feest, 7 juni dus, in de schoonste kamer van het huis een glas wijwater moet klaarzetten. In dat glas plaats je dan een boeketje bloemen ter ere van Medardus. Vervolgens zet je dat glas voor het Medardusbeeld met de woorden:

"Sinte Medardus van omhoge,
laat benden hier het were droge."

Maar de handelaars en fabrikanten van paraplu's en regenschermen zeggen bij diezelfde huiselijke ceremonie:

"Sint Medardus, wil mijn handel zegenen
en laat het zes weken lang regenen."

Over de mensen uit de paraplubranche gaat ook het verhaal dat zij hun oudste zoon steevast Medardus noemden. Want zij meenden:

"Mijne zoon heet Medaar,
zo loopt mijn commercie geen gevaar."


Bronnen
[100; 103; 104; 105; 107; 108; 109; 131; 135; 145; 193; 213; 214; 282a; 300; 308; Dries van den Akker s.j./2010.07.01]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen