×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Herebald (ook Herband, Herbrand, Hérébald of Heribald) van Bretagne; kluizenaar; † 8e eeuw.
Feest 11 juni.
Hij was van Britse afkomst en vestigde zich als kluizenaar in Bretagne. Er zou een kerk aan hem gewijd zijn, maar waar is onduidelijk.
Wellicht gaat het hier eigenlijk om:
Herbot(ook Derbot, Erbot, Erbotius, Haer-palt, Herbaud, Herbauld, Herbault, Herbaut, Herbod, Herboth) van St-Herbot, Bretagne, Frankrijk; kluizenaar; † 8e eeuw.
Feest 13 & 17 juni & 25 november.
Hij zou afkomstig zijn uit Groot-Britannnië. Vanaf zijn vroegste jeugd verlangde hij naar vroomheid en stil gebed. Op zoek naar een afgelegen plekje stuitte hij diep in een donker bos op een kluizenaar, die hem krachtig stimuleerde zijn hart te volgen. Zijn ouders hadden er verdriet van, want hij was hun enige zoon, maar ze stonden hem toch edelmoedig aan God af.
Herbod ging scheep en stak over naar Bretagne, destijds Armorica geheten, om er het leven van een kluizenaar te leiden. Tijdens de overtocht wist hij het schip op wonderbare wijze van de ondergang te redden. Meteen nadat hij aan land was gestapt, verrichtte hij een aantal wonderen tot heil en genezing van de zieken en zwakken aldaar. Om de bewondering en nog meer toeloop te ontvluchten trok hij het binnenland in. Hij leek een geschikt plekje gevonden te hebben in de bossen rond Berrien. Maar geregeld kwamen boze vrouwen hem bedreigen. Ze waren op hem gebeten, omdat hij hun mannen tot een godgewijde levenswijze probeerde aan te zetten. Dat hield hen van hun werk en bracht hen op verkeerde gedachten, aldus hun vrouwen.
Meer zegt het verhaal niet over de aard van die 'verkeerde gedachten'. Vermoedelijk spoorde Herbod die mannen aan meer tijd te besteden aan het gebed, wat inderdaad ten koste van het werk zou kunnen gaan. Wellicht probeerde hij hen tot zijn leven van kluizenaar over te halen; in dat geval konden de vrouwen bang zijn, dat hun mannen niet langer de verantwoording zouden dragen voor het levensonderhoud van hun gezinnen. Waarschijnlijk leerde Herbod hen ook te vasten en zich herhaaldelijk te onthouden van genot en seksuele omgang... Misschien dat die vrouwen het daar ook niet mee eens waren.
Ze namen zijn kleren weg als hij ze na de was over de heg te drogen had gehangen, ze staken zijn hut in brand, ze scholden hem uit voor alles wat mooi en lelijk was en bekogelden hem met stenen.
>Wijselijk ging hij op zoek naar een andere plaats en vestigde zich in de bossen ergens tussen de huidige plaatsjes Huelgoat en Loqueffret in. Bij boeren in de buurt ging hij vragen of hij van hun ossen gebruik mocht maken bij het aanslepen van spullen. De eerste weigerde botweg. Maar de tweede wees hem waar hij de dieren kon vinden en stond ze af voor de tijd dat hij ze nodig had. Hij koos twee sneeuwwitte dieren uit. Maar toen het werk gedaan was, wilden de ossen niet meer terug naar hun eigenaar. Zo bleven ze bij Sint Herbod. De heilige sprak graag met ze. Zelfs na zijn dood bleven ze verbonden aan het heiligdommetje van Sint Herbod: ieder kon erover beschikken, wanneer men ze maar nodig had op voorwaarde dat men ze alleen 's nachts liet werken en weer voor zonsopgang terugbracht. Dat ging goed tot een gierige boer uit de buuurt ze bij zich hield na zonsopgang. Sindsdien zijn ze verdwenen en niemand heeft ze ooit teruggezien...
Toen Herbod na zijn dood de hemel betrad - aldus de legende - zou hij gevraagd hebben uit dankbaarheid beschermheilige te mogen worden van het vee.
De plaats waar hij zijn kluizenaarsbestaan leidde, heet tegenwoordig St-Herbot (dép. Finistère); daar is hij beschermheilige van. Het mooie gotische kapelletje en zijn graftombe worden er nog altijd bezocht.
Net als Sint Cornély van Carnac († tussen 5e en 7e eeuw; feest 13 september) wordt hij vereerd als patroonheilige van het gehoornde vee, in het bijzonder van de koeien. Hij zorgt ervoor dat de koeien melk geven van de eerste kwaliteit. In vroeger tijden baden boerinnen voor het karnen het gebedje: 'Sint Herbot, de karnton graag vol boter!' In een Herbod-lied wordt gezongen:
'Tot u, Herbod, heilige Heer,
kom ik weer bidden deze keer;
zegen de melk ook deze maal
die ik hier uit uw koeien haal;
geef room en vet in overvloed:
dat stemt mijn bazen mild en goed;
volgend jaar kom ik naar u toe
en geef een pasgeboren koe.'
Op de vijfenvijftigste dag na Pasen - de vrijdag na Pinksteren - is er een boetprocessie (pardon) in Saint-Herbot. De eerste zondag van augustus heeft hij een pardon te Pluméliau (Morbihan). Bij die gelegenheid wordt het vee, versierd met strikken en linten, drie maal rond de kerk geleid, waarbij ze een lichte buiging maken, wanneer ze de hoofdingang passeren; tenslotte worden de dieren door de priester gezegend. Als tegenprestatie bieden de gelovigen touw en halsters van hennep aan, paardenhaar en boter.
Hij wordt afgebeeld met een koe, os of rund.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen