× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1601  Germaine Cousin

Info afb.

Germaine Cousin (ook van Pibrac), Pibrac bij Toulouse, Frankrijk; herderin; † 1601.

Feest (7 mei & ) 15 juni.

Zij werd in een straatarm boerengezin geboren rond het jaar 1579. Reeds bij de geboorte bleek dat zij niet helemaal in orde was. Zij was pokdalig, uitgesproken lelijk en haar rechterhandje vertoonde verlammingsverschijnselen. Kort na haar geboorte stierf haar moeder. Haar vader wist geen raad met zijn gehandicapte dochter en liet haar aan haar lot over. Hij hertrouwde, maar stiefmoeder had zo mogelijk een nog groter hekel aan het kind dan vader. Welbeschouwd kregen de beesten een betere behandeling dan zij. Ze moest in de stal slapen of onder de trap; haar bed bestond uit wijnstokken. Meer dan droog brood kreeg ze niet te eten en het was haar verboden om met de kinderen van haar stiefmoeder te praten, want deze was bang dat haar mismaaktheid het boze oog zou aantrekken. Vanaf haar negende sleet zij haar dagen als herderinnetje: ze moest op haar vader's schapen passen. Lezen kon ze niet; de hele dag door bad ze haar rozenhoedje. En iedere ochtend ging ze naar de kerk. Als het de tijd was voor de mis, pootte ze haar herdersstaf en haar spinrokken in de grond - aldus een oude levensbeschrijving - en ze liet het toezicht op haar schapen over aan Gods voorzienigheid: dat werkte, want nooit is er een vos geweest die ook maar één schaap te pakken heeft weten te krijgen. Voor ze ging, verbood ze de beesten uitdrukkelijk voorbij haar staf te gaan om op het land van de buurman te grazen. Dat is dan ook inderdaad nooit gebeurd.

Als ze kon gaf ze heel haar hebben en houden weg aan mensen die het nog slechter hadden dan zij. Dat maakte wel dat zij ook van de dorpelingen veel pesterijen te verduren had: ze werd voor gek versleten of voor heilig boontje uitgemaakt of nonnetje. Niemand die haar in bescherming nam, en zelf zei ze nooit iets terug.

Waar haalde ze die aalmoezen vandaan? Haar stiefmoeder verdacht haar ervan dat ze stiekem voedsel wegpakte uit de keuken. Zo stevende ze een keer in alle vroegte op haar stiefdochter af die zich met de beesten op het veld bevond. Twee manen die toevallig in de buurt waren, vreesden dat ze het kind een ongeluk zou aandoen en renden er achter aan om haar tegen te houden. Zo werden zij getuigen van het wonder dat zich voltrok. Scheldend en tierend had stiefmoeder het kind bereikt. Ze rukte het schort open waar ze altijd haar hompen brood in bewaarde. Maar deze keer vielen er geen broodbrokken uit, maar verse bloemen van een soort die nergens in de omgeving te vinden waren. Trouwens het was winter: er bloeiden helemaal geen bloemen!

Dit voorval maakte dat er ook andere verhalen over haar verteld werden. Zij was een heilige. Zelfs haar vader begon spijt te krijgen van zijn onmenselijke behandeling en hij verbood zijn vrouw al te hard tegen haar op te treden. Zelfs nodigde hij haar aan tafel uit tussen de andere kinderen. Maar zij vroeg zelf om alles te laten zoals het was.

Zo kwam het dat zij in grote verlatenheid stierf, 22 jaar oud. Haar vader vond haar op een ochtend dood op haar bed onder de trap. Ze werd begraven in het kerkje van Pibrac. Meteen na haar dood kwamen er mensen bidden op haar graf. Ze werden steevast verhoord. Zodat paus Pius IX haar tenslotte eerst zalig en vervolgens heilig verklaarde, respectievelijk in 1854 en 1867.

Patronaten
Zij is patrones van de herderinnen en van mishandelde kinderen.


Bronnen
[000; 011; 101/102; 104/108; 110; 112; 122; 127; 143p:80; 163p:25.32/33; 166p:151.152; 177p:120; 300p:245; sys]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen