×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Cyriakè, Italië; martelares; † 303(?).
Feest 6 & 7 (oosterse kerk) en 27 (met haar ouders) juli.
Zij was een dochter van Dorotheus en Eusebia, die in de tweede helft van de 3e eeuw in Anatolië woonden. Lange tijd bleef hun huwelijk kinderloos totdat er een dochter geboren werd. Ze noemden het Kuriaka of Cyriakè, wat betekent 'aan de Heer toegewijd' (vaak verlatijnst tot Domenica of Dominica met dezelfde betekenis). Sommige onderzoekers menen dat zij die naam ontving, omdat zij op zondag, de dag des Heren ('Dies Dominica'), geboren werd; anderen gaan ervan uit dat de ouders net als Samuels moeder in het Oude Testament (1 Samuel 01) aan God hadden beloofd het kind dat eventueel geboren zou worden aan Hem toe te wijden.
Het kind zelf besloot geheel voor God alleen te leven. Maar omdat zij opgroeide tot een mooie jonge vrouw, stonden er herhaaldelijk huwelijkskandidaten op de stoep. Stuk voor stuk wees zij ze af met een beroep op haar levensideaal. Een van die vrijers was daarover zo verbitterd dat hij besloot haar en haar ouders als christenen aan te geven bij de overheid. Daar stond een beloning op. Want intussen waren Diocletianus (284-305) en Maximianus (285-305) als keizer aangetreden; zij hadden zich ontpopt als fervente christenvervolgers.
Cyriakè's ouders werden gearresteerd, verhoord, gefolterd en naar Melitene verbannen, waar zij tenslotte aan hun verwondingen overleden.
Cyriakè zelf werd doorgestuurd naar keizer Maximianus in de hofstad Nicomedië om door hem persoonlijk ondervraagd en berecht te worden. Op haar bekentenis dat zij christen was en wenste te blijven, werd zij op de grond gesmeten en bewerkt met zwepen, gemaakt van stierepezen. Vervolgens droeg Maximianus haar zaak over aan zijn generaals, eerst Hilarius, en toen deze kort daarop stierf, aan diens opvolger Apollonius. Ze takelden de jonge vrouw afschuwelijk toe. Maar eenmaal terug in de gevangenis kreeg zij bezoek van de Heer Jezus zelf, die haar troostte en genas en sprak: "Wees niet bang voor die folteringen, Dominica, mijn genade zal met je zijn."
Vanaf dat moment kon geen enkele marteling haar nog deren: noch het vuur, of de wilde dieren. Op het zien hiervan namen vele toeschouwers het geloof aan. Zij werden ter plekke onthoofd. Dominica sprak tot Apollonius:
"Het zal je niet lukken om mij van mijn geloof af te brengen. Gooi me in het vuur, en ik heb het voorbeeld van de drie jongelingen in de vuuroven [Daniël 03]; gooi me voor de wilde dieren, en ik heb het voorbeeld van Daniël in de leeuwekuil [Daniël 06]; gooi me in zee, en ik heb het voorbeeld van de profeet Jona [Jona 02,11]; veroordeel me tot het zwaard; dan heb ik het voorbeeld van Johannes de Doper. Voor mij staat sterven gelijk aan leven in Christus."
Daarop veroordeelde Apollonius haar tot de dood door het zwaard. In haar laatste gebed smeekte zij God dat Hij zijn genade wilde geven aan allen die haar herinnering in ere zouden houden.
Verering & Cultuur
In de oosterse kerk wordt zij vereerd als heilige genezer.
Waarschijnlijk is zij dezelfde als Dominica van Tropea (ook van Campania), Calabrië, Italië; martelares; † 303(?).
Feest 6 & 27 (met haar ouders) juli.
Volgens oude kronieken was zij afkomstig uit Campania, de streek rond Rome. Zij werd opgepakt en ter dood veroordeeld omdat zij als christin weigerde te offeren aan de Romeinse goden. Haar beulen wierpen haar voor de wilde dieren, maar die raakten haar in het geheel niet aan. Uiteindelijk werd ze onthoofd.
Men vermoedt dat zij dezelfde is als de heilige Kuriaka of Cyriaca, die in het oosten op 7 juli wordt vereerd. Het Latijnse Dominica heeft dezelfde betekenis als de van het Grieks afgeleide namen Kuriaka of Cyriaca).
[ 139/3p:30; 140/7p:46; 141; 500; Dries van den Akker s.j./2001.07.23]
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen