×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Maria (liefkozend genoemd Marietta) Goretti, Corinaldo bij Ancona, Italië; maagd & martelares; † 1902.
Feest 6 juli.
Zij werd in 1890 geboren in het Italiaanse plaatsje Corinaldo bij Ancona. Zij was een vroom meisje. Op haar 12e jaar werd zij slachtoffer van een aanranding. Zij verdedigde zich tot het uiterste tegen haar aanvaller en moest dat met de dood bekopen: zij werd veertien keer met een mes gestoken.
Tijdens haar heiligverklaring in 1950 had zich een onafzienbare menigte verzameld op het Sint-Pietersplein in Rome. Onder hen bevonden zich haar moeder, haar familieleden en zelfs haar moordenaar, Alessandro Serenelli, die intussen op haar voorspraak in de hemel tot inkeer was gekomen.
===
Na de dood van Alessandro Serenelli (6 mei 1970) vond men in een verzegelde enveloppe de volgende brief:
‘Ik ben nu bijna tachtig jaar oud; mijn leven loopt ten einde. Wanneer ik terugkijk op vroeger moet ik bekennen dat ik in mijn jeugd een slechte weg ben gegaan; ik maakte er een puinhoop van. Ik bezag de wereld door de ogen van het nieuws, het vermaak en de slechte voorbeelden die door vele jongeren worden gevolgd zonder na te denken. Er waren ook mensen die hun geloof in praktijk brachten, maar daar schonk ik geen enkele aandacht aan, verblind als ik was door een brute kracht die mij steeds meer bergafwaarts duwde.
Op mijn twintigste beging ik een lustmoord; alleen al als ik eraan terugdenk vervult mij dat nu met afschuw. Maria Goretti is nu een heilige. Zij was de goede engel die de Voorzienigheid op mijn pad had gebracht om mij te redden. Haar woorden van verwijt en vergeving staan mij in mijn ziel gebrand. Zij bad voor mij; zij was een voorspraak voor haar moordenaar. Dertig jaar gevangenschap waren het gevolg. Als ik niet minderjarig was geweest, zou ik levenslang gekregen hebben. Ik berustte in het vonnis dat ik had verdiend. Ik was schuldig.
De kleine Maria was inderdaad mijn licht, mijn beschermster. Met haar hulp gaf ik in de gevangenis zevenentwintig jaar lang blijk van goed gedrag. Ik verlangde ernaar een eerzaam leven te leiden, als de mensengemeenschap mij tenminste nog een kans wilde geven. Zonen van Sint Franciscus, de kleine Kapucijnen van Marche, verwelkomden mij met engelachtige liefde, niet als een knecht, maar als een broeder. Ik heb nu vierentwintig jaar lang hun leven mogen delen. Nu wacht ik in alle zuiverheid op het moment dat ik God zal mogen zien en mijn geliefden van weleer zal mogen omhelzen, en dat ik dichtbij mijn beschermengel mag zijn en haar lieve moeder Assunta.
Ik hoop dat degenen die deze brief van mij zullen lezen, mogen leren van het prilste begin af het kwaad te ontvluchten en altijd het goede te doen. Houd het geloof voor ogen met zijn regels: niet als iets waar je ook zonder zou kunnen, maar veeleer als een ware vertroosting, de enige veilige weg in alle omstandigheden, al zijn die nog zo ellendig. Vrede en alle goeds voor jou.
Alessandro Serenelli.’
[Weergave van een Engelse vertaling door Matthew Green in ‘Magnificat’ juli 2020. Vol.10 No.10]
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen