×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Maria van de berg Karmel; 1155.
Feest 16 juli.
De berg Karmel steekt als een kaap uit in de Middellandse Zee. Sinds onheuglijke tijden stond er op de berg Karmel een Mariakapelletje. Dat kwam goed uit, toen kruisvaarder Berthold in 1155 besloot daar een kloosterorde te stichten, die zich vooral zou toeleggen op een gestrenge levenswijze van boete en gebed: de Karmelieten. Daarmee wilde hij het voorbeeld volgen van de profeet Elia.
Volgens de legende was het Elia zelf die aan Berthold was verschenen om hem zijn goede plan in te geven. De vele holen, grotten en spelonken maakten deze berg inderdaad uitstekend geschikt voor een dergelijke levenswijze. Temeer, omdat er midden in een bronnnetje ontspringt.
Berthold was dan ook niet de eerste die zich in een godgewijd leven wilde terugtrekken op deze berg. Het kapelletje getuigde ervan.
Volgens de legende zouden er al Karmelieten hebben gewoond op deze berg vóór Christus, wat historisch gesproken dus onmogelijk is. Immers Jezus' oma van moeders zijde, Anna, zou geboren zijn uit een zekere Esmerentia, die haar godgewijd leven begonnen was temidden van de kluizenaars op deze berg.
Esmerentia leefde bij haar ouders aan de voet van de Berg Karmel, in het kasteel Sephorus. Dat was zo'n solide gebouw dat tot zelfs in de veertiende eeuw van onze jaartelling aan de reiziger De Mandeville ruines werden getoond waarvan gezegd werd dat ze oorspronkelijk dat paleis geweest waren. Haar ouders voedden haar voorbeeldig godsdienstig op. Nog als kind had ze de gelofte afgelegd van eeuwige maagdelijkheid. Zij bracht haar dagen door in gebed met de monniken van de Karmel - de Karmelieten. Die kregen herhaaldelijk visioenen van het bijzondere lot dat haar te wachten stond. Zij kwamen tezamen op de hellingen van de berg; daar kregen zij bezoek van een engel die hun in tegenwoordigheid van Esmerentia het visioen liet zien van een kind dat binnen niet al te lange tijd geboren zou worden en dat de Verlosser van de wereld zou zijn. Daaruit leidden de zieners af dat het de wil van de hemel was dat één van hen afgezonderd moest worden, omdat die uitverkoren was de voorouder van dat kind te mogen zijn. Dat kon dan alleen maar Esmerentia zijn: immers omdat zij nog zo jong was, had zij nog geen laatste geloften afgelegd. Dus - zo luidde de conclusie - moest zij trouwen en een kind ter wereld brengen.
Zij aanvaardde de geweldige verandering in haar leven. Ze keerde naar huis terug en vertelde haar ouders wat er gebeurd was. Die waren behoorlijk onder de indruk, vooral omdat er zulke eerbiedwaardige getuigen aan te pas waren gekomen. Bovendien mochten ze nu via hun dochter hopen op een eervolle nakomeling. Zij begonnen dus voorbereidingen te treffen voor de keuze van een echtgenoot en voor het huwelijk. Vanzelfsprekend kwam een drom kandidaten dingen naar de hand van deze mooie en rijke jonge vrouw. De één na de ander had succes. Want Esmerentia trouwde maar liefst zes keer. Maar als zo'n bruidegom in de huwelijksnacht de drempel van het bruidsvertrek naderde, liet hij zich leiden door 'vleselijke gedachten'. Dat was heel oneerbiedig met het oog op degene die voortgebracht moest worden. Met als gevolg dat de één na de ander het slachtoffer werd van de klappen van Asmodee. Maar tenslotte werd het doorzettingsvermogen van de bruid - en dat van de bruidegommen niet te vergeten! - beloond. Het zevende huwelijk dat zij sloot betrof Stollanus, een edelman, rijk en voorbeeldig godsdienstig. Nu ging verder alles goed. Uit hun gemeenschap werd een dochter geboren, die zij Anna noemden.
Van haar kindertijd weten we weinig af, behalve dan dat zij - net als haar moeder destijds - de gelofte van eeuwige kuisheid aflegde. Ook zij werd van dat voornemen afgebracht door de Karmelieten die aldoor in de buurt waren en haar omringden met aandacht en zorg. Zij ontvingen bovendien visioenen over een bijzondere boom die zijn takken en zoete vruchten wijd uitspreidde. Zij pasten dat toe op haar nageslacht. Op hun advies huwde zij tenslotte met Joachim, een rijke en toegwijde steunpilaar van de Kerk. Zo werd de Anna uit het Karmel-verhaal, de dochter dus van Esmerentia, geïdentificeerd met de Anna uit de apokriefe evangelies, Jezus' oma.
De orde der Karmelieten wijdde zich toe aan Maria van de Berg Karmel. De eerste generatie daar heeft veel last gehad van de Saracenen. In 1291 werden alle monniken uitgemoord. Alleen ene Wilhelmus van San Vico wist aan het bloedbad te ontkomen.
Vanaf dat moment verspreidde de orde zich naar het westen. Het duurde tot in de 18e eeuw, vooraleer de ruïnes op de Karmel konden worden herbouwd. Ook toen bezorgden de Turken nog veel last.
De Karmel is altijd nauw verbonden geweest met de namen van Elia en Maria.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen