× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1583  Rodolfo e.a. martelaren van Salsette

Rodolfo (of Rudolfo) Aquaviva sj, Salsette, India; een van de jezuïeten-martelaren van Salsette; † 1583.

Feest 4 februari (met alle jezuïeten mssionaris-martelaren) & † 25 & 26 (Francisco Aranha) & 27 juli.

Rodolfo Aquaviva werd geboren op 2 oktober 1550. Op 17-jarige leeftijd trad hij in bij de jezuïeten. Die stuurden hem in 1578 naar de Portugese Goa, centrum en uitvalsbasis van de Aziatische missiën der jezuïeten.

Niet lang na zijn aankomst werd hij benoemd tot professor in de filosofie. Vanwege zijn eruditie en vriendelijke optreden behoorde hij tot de degenen die werden aangewezen om theologische gesprekken aan te gaan met de Groot Mogul Akbar in Fatehpur. Deze Akbar had de macht over een immens gebied dat zowel Moslims en Hindoes telde. Hij was zeer weetgierig en de jezuïeten hadden goede hoop dat ze hem tot Christus konden bekeren; en met hem heel India. Elke zaterdagavond ontmoette de jezuïetenafvaardiging, die naast pater Aquaviva nog vier andere paters telde, de Groot-Mogul en hield gesprekken met hem. Ze schonk hem een zevendelige uitgave van de bijbel. Hij was diep onder de indruk, kuste elk boek afzonderlijk en legde het op zijn hoofd. Na verloop van tijd bleek hij zelfs overtuigd, dat Christus belangrijker was dan Mohammed. Maar hij wilde niet zijn levenswijze van weelde en vele vrouwen opgeven, zoals Christus dat vraagt. Na drie jaar moest Pater Aquaviva toegeven dat zijn opzet was mislukt. De missie keerde terug naar Goa.

In juli 1583 was pater Aquaviva tot de nieuwe overste van de Indiase missies benoemd. In die hoedanigheid kwam hij naar het schiereiland Salsette om met de daar aanwezige paters te overleggen hoe zij het beste de ongelovige inlanders tot Christus konden bekeren. Bij die gelegenheid besloot pater Aquaviva elke missiepost apart te bezoeken en er een kapel te bouwen; in elk van de zesenzestig dorpjes wilde hij een kruis oprichten. Toen pater Aquaviva op die visitatiereis Cuncolim aandeed, was pater Berno erbij, evenals broeder Francisco Aranha en de paters Alonso Pacheco en Antonio Francisco.

Op 25 juli 1583 arriveerden de vijf jezuïetenpaters in Cuncolim; ze waren in gezelschap van nog zo'n vijftig leken-christenen. Kort tevoren was deze plaats het schouwspel geweest van een Portugese strafexpeditie, waarbij tempels en andere heiligdommen van de Hindoes met de grond gelijk werden gemaakt. Pater berno was erbij geweest; en we mogen aannemen dat hij een actief aandeel had in de verwoestingen.

Even buiten datzelfde Cuncolim werd nu aan de groep christenen te verstaan gegeven dat ze voorlopig het dorp niet inkonden, omdat er ruzie was onder de inwoners zelf; althans dat was wat hun verteld werd. En of ze buiten het dorp wilden wachten tot iemand hen kwam ophalen. Maar er kwam niemand opdagen. Wel hoorden zij vanuit de hutten der dorpelingen angstaanjagende kreten opstijgen. De missionarissen besloten haast te maken, en bakenden snel een plek voor een toekomstige kapel af. Ongelukkigerwijs was dat preies een plek waar voorheen een hindoe-heiligdom had gestaan dat onlangs door de Portugezen was vernield. Toen de christenen op diezelfde plek alvast een kruis oprichtten, was de maat van de woede der inwoners vol. De dorpelingen kwamen op de missionarissen af, en eisten hun dood.

Als eerste stierf pater Aquaviva. Vervolgens viel broeder Aranha ten prooi aan een sabelhouw in zijn hals en een lanssteek in zijn zij. Toen was Pater Berno aan de beurt. Op hem waren de inlanders bijzonder gebrand. Hij was er immers bij geweest toen hun heiligdommen werden verwoest. Maar dat niet alleen: bij diezelfde gelegenheid had hij een heilige mierenhoop ontwijd en een heilige koe gedood. Zijn belagers dreven een ijzeren pin in zijn oog en sloegen hem het rechter oor af. Toen hij in elkaar zakte, wierpen zij zich met zijn allen op hem en takelden hem afschuwelijk toe. Daarna koelden zij hun woede op de paters Pacheco en Francisco. Ook zij werden omgebracht. Tenslotte stortten de aanvallers zich op de groep christenen: zij doodden er een stuk of tien en verwondden de anderen.

De geweldenaren offerden triomfantelijk het bloed van de martelaren aan hun hindoegoden. Toen zij terugkwamen om zich van de lijken meester te maken, bleek er een te ontbreken. Een vrouw wist te vertellen dat zij een in het zwart geklede man in het bos had gezien. Zij zetten de achtervolging in en stuitten op een hevig bloedende en uitgeputte broeder Aranha. Dat maakte nieuwe woede in hen wakker, en zij begonnen hem te schoppen, te slaan en op hem in te steken waar zij maar konden. Maar dat alles had niet de dood tot gevolg. Toen sleepten ze hem mee naar een heiligdommetje en dwongen hem te buigen voor een inlandse godheid. Met bewonderenswaardige moed weigerde de broeder met de woorden: "Ik ben niet zo stom of laf dat ik in plaats van voor mijn eigen God ga buigen voor een stompzinnig stuk hout of steen." Toen werd zijn schedel getroffen door een bijlslag.

Verering & Cultuur

De vijf jezuïeten werden op 30 april 1893 door paus Leo XIII († 1903) zalig verklaard.

[Bri.1953;Cal.0000;Tyl.1984p:233; Dries van den Akker s.j./2005.02.11]

Alonso Pacheco sj, Salsette, India; een van de jezuïeten-martelaren van Salsette; † 1583.
Feest 4 februari (met alle jezuïeten mssionaris-martelaren) & † 25 & 27 juli.

Antonio Francisco sj, Salsette, India; een van de jezuïeten-martelaren van Salsette; † 1583.
Feest 4 februari (met alle jezuïeten mssionaris-martelaren) & † 25 & 27 juli.

Francisco Aranha sj, Salsette, India; een van de jezuïeten-martelaren van Salsette; † 1583.
Feest 4 februari (met alle jezuïeten mssionaris-martelaren) & † 25 & 27 juli.

Pietro Berno sj, Salsette, India; een van de jezuïeten-martelaren van Salsette; † 1583.
Feest 4 februari (met alle jezuïeten mssionaris-martelaren) & † 25 & 27 juli.

Pietro werd geboren in 1553 als zoon van een fruithandelaar uit de Zwisterse plaats Ascona, aan het Lago Maggiore. Hij ging naar het priesterseminarie van zijn eigen bisdom. Maar toen zijn vader om financiële redenen naar Rome verhuisde, meldde hij zich aan op het Collegium Germanicum, waar hij het al gauw tot studieprefect bracht; daarnaast zette hij zijn eigen studies voort. Kort voordat hij priester gewijd zou worden, trad hij op toe tot de jezuïetenorde en begon zijn noviciaat in de Sant'Andrea; dat was op 2 juli 1577. Vier maanden later werd hij aangewezn om als missionaris naar India te gaan. Tezamen met Rodolfo Aquaviva verliet hij Rome. Terwijl Rodolfo meteen doorreisde naar Goa, maakt Pietro eerst in Lissabon zijn noviciaat af. Op 4 april 1579 vertrok hij naar Goa om er op 8 oktober van hetzelfde jaar aan te komen. In het voorjaar van 1580 ontving hij alsnog de priesterwijding.

Omdat hij zich tamelijk vlug de inlandse taal, het Canarees, eigen maakte, en dus geschikt was voor de plaatselijke bevolking te preken en biecht te horen, werd hij naar het plaatsje Margao gezonden op het schiereiland Salsette. Hij was zo sterk als een beer, kon veel werk verzetten en had een opgeruimd karakter. Al gauw won hij de harten van de mensen. Er wordt wel van hem beweerd dat hij in de drie jaar van zijn verblijf daar meer inlanders tot het christelijke geloof wist te brengen dan alle andere missionarissen bij elkaar! Toen de Portugezen een strafexpeditie op de inwoners van Cuncolim afstuurden, was hij erbij; aldus zag hij met eigen ogen hoe tempels en andere heiligdommen van de Hindoes met de grond gelijk werden gemaakt. We mogen aannemen dat hij een actief aandeel had in de verwoestingen. Dat zouden de inwoners ter plaatse niet vergeten.

Intussen was pater Aquaviva tot de nieuwe overste van de missies benoemd.


© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen