× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 623  Lupus van Sens

Info afb.

Lupus (ook Bleiz,  Leu of Leû) van Sens, Frankrijk; aartsbisschop; † 623.

Feest 1 september.

Hij wordt geboren in Orléans; zijn vader heet Betto, zijn moeder Austregildis of Aiga; beiden zijn van vorstelijke afkomst. De legende vertelt dat Austregildis tijdens de zwangerschap  door God werd gewaarschuwd dat haar kind ooit een groot licht voor Gods kerk op aarde zou zijn. Dat bracht haar ertoe – in tegenstelling tot wat gebruikelijk was in die tijd - zelf het kind de borst de geven. Dan kreeg hij om zo te zeggen haar vroomheid met de paplepel ingegeven.

Lupus heeft van moeders zijde twee ooms die bisschop zijn: Austrenius van Orléans en Aunarius (ook Anacharius: † 604; feest 25 september) van Auxerre. Zij zien nauwlettend toe op de vorming van de jongen. Trouwens hij voelt zich al op jeugdige leeftijd aangetrokken tot het geestelijk leven. Hij heeft een mooie stem en houdt ervan in de kerk de koorzang mee te zingen. Zijn ooms geven hem toestemming tot het ontvangen van de lagere wijdingen. Nu treedt hij toe tot de monniksgemeenschap op het eiland Lérins voor de Zuid-Franse kust. Maar als bisschop Artemius van Sens sterft († 609; feest 28 april), wordt hij tot zijn opvolger benoemd. Zo wordt hij de negentiende bisschop van Sens.

Intussen is Chlotarius II († 629) koning van Bourgondië geworden. Hij zendt een zekere Farulfus naar Sens als zijn hoogste ambtenaar. Farulfus had verwacht dat de bisschop hem plechtig tegemoet zou treden tot aan de stadspoort, maar in plaats daarvan had Lupus zich opgesteld aan de ingang van de kerk en daar de nieuwe machthebber opgewacht. Farulfus beschouwt dit als een belediging en zint op wraak. Hij krijgt de medewerking van de abt van St-Rémi, Madegisilis, die zelf graag aartsbisschop wil worden. Consequent plaatsen zij Lupus bij de koning in een kwaad daglicht. Zodat deze hem in 614 in de ban doet naar een dorpje in de buurt van stad Eu.

De legende vertelt dat Lupus bij zijn vertrek de bisschopsring van zijn vinger deed en in een gracht gooide. Hij bezwoer dat hij niet eerder zou terugkeren voordat de ring gevonden was. In de plaats van verbanning verkondigt onze bisschop het evangelie met zoveel verve dat de plaatselijke burgemeester Boson, zich tot Christus bekeert. Intussen wenst de bevolking van Sens haar bisschop terug. Nu ontvangt men het bericht dat er in de buurt van Melun een rivierkarper gevangen is die een ring in zijn buik bleek te hebben. Dat brengt de bevolking ertoe de zaak in een stroomversnelling te brengen door de nieuwe bisschop Madegisilis bij een aanslag te doden en hun oude bisschop terug te eisen. De aartsdiaken van de stad roept de hulp in van abt Winbald van Troyes († 623; feest 6 april). Deze begeeft zich naar koning Chlotarius die op dat moment in Rouen resideert. De reis naar Rouen wordt beschreven als een opeenvolging van wonderen. De koning toont zich zeer rouwmoedig, biedt nederig zijn verontschuldigingen aan, laat als bewijs van goede wil een aantal gevangenen vrij, en geeft bevel Lupus bij zich te brengen. De begroeting met Winbald is uitermate hartelijk en roerend. De bisschop blijkt zeer vermagerd wat de koning ertoe brengt nogmaals zijn verontschuldigingen aan te bieden en dringend om vergiffenis te vragen.

Eenmaal terug hervat Lupus zijn taak als zielenherder. Door de herhaalde wisseling van vorsten in die tijd, was er altijd wel ergens oorlog. Zo werd ook Sens eens belegerd door troepen die klaar stonden om de stad te brandschatten en te plunderen. Lupus trok zich terug in de St-Stefanuskapel en met wijd gespreide armen vroeg hij de hemel om uitkomst.

De legende zelf legt verband met Mozes die op de berg bad, terwijl zijn volk beneden slag moest leveren op leven en dood.
[Exodus 17,08-3]

Daarop begon hij de kerkklok te luiden. Het geluid ervan joeg de belagers zoveel schrik aan dat zij het op een lopen zetten. Toen koning Chlotarius ervan hoorde, beval hij de klok over te brengen naar Parijs. Maar dat was tegen de zin van Lupus. En bij aankomst bleek de klok helemaal niet meer dat mooie geluid te geven. Zodat de koning zich genoodzaakt zag het ding terug te sturen. Nu bleek de klank weer even welluidend als eerst.

De legende vertelt nog dat er eens een steen uit de hemel in de kelk viel tijdens het opdragen van de heilige mis. Aanvankelijk bewaarde men hem in de sacristie. Maar koning Chlotarius II († 629) besloot hem als relikwie op te eisen. Veel plezier had hij er niet van. Het ding schitterde zo dat het pijn deed aan zijn ogen.  

Lupus overlijdt in Brinon-sur-Armençon, een dorpje dat hem door erfenis toebehoorde en dat hij aan de kathedraal had geschonken. Hij wordt begraven in de Ste-Colombe-abdij te Sens.

Verering & Cultuur

Chlotarius’ opvolger, Koning Dagobert I († 639), vroeg zijn goudsmid, de latere Sint Eligius († 660; feest  december), een mooie reliekschrijn voor hem te maken. Omdat Lupus’ feest valt op dezelfde dag als St-Gilles worden zij beiden vaak tezamen vereerd. In de landstreek ten zuiden van Parijs, als ook in Parijs zelf, kent men kerken die aan St-Leu-St-Gilles zijn toegewijd. Hij is patroon van de Bretonse stad Lanloup (Côtes-du-Nord). Daar neemt hij de plaats in van zijn illustere naamgenoot van Troyes († 478; feest 29 juli). In de plaatselijke kerk is zijn beeld (Bretons ondertiteld als Sant Bleiz) te zien naast dat van zijn beroemde stadgenote Sint Columba († 273; feest 31 december): zo staan daar naast elkaar ‘sint duif’ en ‘sint wolf’.

Weerspreuk(en)
A la Saint-Loup
La lampe au clou

[Met Sint-Lupusdag
De lamp aan mag]


Bronnen
[Bdt.1925; Gué.1880/10p:397-400; Plg.1987p:447; Rgf.1991; Roy.1986p:41; TSÉ.1994p:59(wsp).222; Dries van den Akker s.j./2010.02.11]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen