× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1274  Douceline van Digne

Douceline van Digne, Provence, Frankrijk; begijn; † 1274.

Feest 1 september.

Zij werd in 1241 geboren in het Provençaalse plaatsje Digne. Haar vader en moeder, Berengarius van Digne en Huguette van Barjols, leidden een christelijk leven van gebed en naastenliefde. Zij waren niet van adel, maar behoorden tot de opkomende welvarende koopmansstand. Na het overlijden van haar beide ouders zette Douceline hun werken van naastenliefde voort. Soms trok ze zich terug in het clarissenklooster van Genua. Heel haar verdere leven zou ze diepgaand beïnvloed worden door het voorbeeld van Franciscus van Assisi.

Eens ontmoette ze op de terugweg drie geheimzinnige vrouwen in het zwart gekleed, met een witte sluier voor hun gezicht. Zij vroeg hun naar de betekenis ervan, en de drie legden uit dat zij geen kloosterzusters waren, maar het leven van een godgewijde vrouw leidden in de maatschappij. Op hetzelfde moment besefte Douceline dat hier haar roeping lag. Na overleg met haar broer Hugo van Barjols, een franciscaan, werd zij begijn. Daarmee sloeg zij een geheel nieuwe weg in: niet die van kloosterzuster en ook niet die van een vrouw van de wereld. Zo leidde zij eerst te Roubaud en later in Hyères en nog weer later in de stad Marseille, alle drie in de zuidelijke Provence gelegen, een leven van grote armoede en intens gebed. Vele meisjes stroomden toe om leerling van haar te worden en haar leven te delen. Douceline's levensbeschrijving, die kort na haar dood tot stand kwam, zegt: 'Zij waren onderling verbonden met een goddelijke band van liefde.'

Hoe leefden ze? Ze werden verondersteld elke dag het lijden van Heer Jezus te bewenen. Geen moment mochten zij zijn liefde vergeten, die zelfs zover gegaan was dat Hij zijn leven had gegeven. 'Vandaar - aldus Douceline - dat wij als ware weduwen altijd ons hoofd bedekken.' Voor het overige leefden zij een nederig leven van boete en gebed. Toen eens een van de meisjes opmerkte, dat iedereen met minachting op hen neerkeek, moet Douceline geantwoord hebben: 'Ik beschouw het juist als een eervol teken dat de wereld ons minacht en de mensen op ons neerkijken.' Bracht ze de nachten door met geestelijke oefeningen, overdag besteedde ze al haar aandacht aan zieken en hulpbehoevenden.

Toen Douceline eens van de kerk terugkwam, stuitte ze op een arme man die klaarblijkelijk ontzettend veel pijn had. Zijn hele lijf zat onder de verwondingen. Zij verzorgde ze, waste hem, trok hem schone kleren aan en bracht hem onder in een van de naburige huisjes. Daar kreeg hij ook te eten. Maar op de derde dag was hij plotseling verdwenen. Aan het hoofdeind van zijn brits stond nog in de vensterbank voor het raam alle voedsel onaangeroerd dat men hem de afgelopen dagen had gebracht. Ze stelden een onderzoek in, maar de man bleef onvindbaar. Een paar begijnen wisten te vertellen dat er in de nacht van zijn verdwijning vanuit zijn vensterraam een fel licht over het gras had geschenen. De hele tuin leek wel in brand te staan. Wij zeiden nog tegen elkaar: 'Het lijkt wel alsof ze daar alle strofakkels tegelijk hebben aangestoken.'

Douceline stierf in de vooravond van woensdag 1 september 1274. Vlak voor haar dood werd aan haar gevraagd: 'Vrouwe Douceline, wie moet nu de leiding over uw kinderen op zich nemen?' Zij moet geantwoord hebben: 'Onze Heer zelf en vader Franciscus.' Toen vroeg men haar: 'Maar moeder, wie moet dan straks uw plaats innemen?' Waarop zij in alle eenvoud zei: 'Daar zal de Heilige Geest zelf wel voor zorgen.'


Bronnen
[014;017p:35;216p:173-179; Dries van den Akker s.j./2007.08.05]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen