×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Magnus (of Mang; ook Maginald, Maginold, Magnoald, Magnoaldus of Meinold) van Füssen (ook van Allgäu) osb, Duitsland; stichter met Theodo (ook Theodor of Theodorus) van Kempten; † 772.
Feest 6 september.
Sint Mang moet rond het jaar 700 geboren zijn. Maar het is onduidelijk of hij van origine Ier, Aleman of Retroromaan was. Hij was monnik in klooster Sankt-Gallen, toen hij door bisschop Wikterp van Augsburg († 771; feest 18 april) werd gevraagd in het nog heidense gebied van Allgäu het evangelie te brengen. In gezelschap van zijn medebroeder Theodo trok hij naar de omgeving van Kempten, stichtte er een aantal christengemeenschapjes en legde er de basis voor het latere klooster. Daar liet hij Theodo achter.
Op zijn eentje ging hij naar bisschop Wikterps geboortedorp Epfach, stichtte in het nabijgelegen Waltenhofen een Mariakerkje en trok vervolgens stroomopwaarts langs de Lech het dichtbegroeide woud in, daar waar later de plaats Füssen zou ontstaan. Ook op die plek stichtte hij een klooster. Zo werkte hij vijfentwintig jaar onafgebroken aan de verspreiding van het evangelie. Volgens zeggen wist hij ook de plaatselijke bevolking aan levensonderhoud te helpen door er de ertsmijnbouw op gang te brengen.
Zijn onvermoeibare arbeid heeft ervoor gezorgd, dat er allerlei legendes rond zijn personen geweven zijn. Zo zou hij ooit over de Luechschlucht heen gesprongen zijn, een brede ravijn, waar de rivier zich met donderend geweld naar beneden stort.
Verering & Cultuur
Hij stierf op ruim zeventigjarige leeftijd: 6 september 772 en werd bijgezet in de bidkapel van 'zijn' klooster te Füssen. In 845 opende de toenmalige bisschop Lanto zijn graf. Volgens ooggetuigen was zijn lichaam nog gaaf en ongeschonden, wat in die tijd als een teken van heiligheid werd beschouwd.
In Zuid-Duitsland, Tirol, Zwitserland en de Elzas zijn veel kerken aan hem gewijd. Hij is patroon van Allgäu, Füssen en Kempten; bovendien is hij beschermheilige van het vee. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen ongedierte, met name muizen, rupsen, slangen, slangenbeten en schadelijke insecten op de velden; ook nog tegen oogziekten.
Hij wordt afgebeeld als abt met staf (soms met mijter), terwijl hij onder zijn voet een draak, monster of duivel in bedwang houdt; open of gesloten (evangelie)boek; met een beer (toonde hem volgens de legende de plek waar zich ijzererts bevond).
In het leven van abt Gallus van Sankt-Gallen komem twee gezellen voor die Magnoald en Theodor heten. Daarin lezen we:
'Toen Columbanus met zijn broeders weer verder getrokken was, verliet ook Gallus de plek waar hij tot dan toe met de anderen verbleven had (de bovenloop van de Rijn in de bergen van het huidige Zwitserland). Met een kano en een visnet stak hij het meer over naar de plaats Arbon, waar de priester Willimar woonde. Bij hem klopte hij aan om onderdak. Deze nam hem gastvrij bij zich in huis en droeg de beide geestelijken Magnoald (of Maginold) en Theodorus op om extra zorg aan hem te besteden.'
In de latere middeleeuwen veronderstelde men, dat zij dezelfde waren als de stichters van de kloosters Füssen en Kempten. Deze veronderstelling werd nog versterkt door het feit dat beide kloosters een reliekschrijn bewaarden met een stukje van de abtstaf van Columbanus die de grote heilige aan zijn leerling Gallus had nagelaten. Evenwel: de stichting van beide kloosters valt een eeuw later...
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen