× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 549  Ciaràn van Clonmacnoise

Info afb.

Ciaràn (ook Kieran) van Clonmacnoise, Ierland; kluizenaar & abt; † 549.

Feest 5 maart & 9 september.

Geschiedenis
Ciaràn werd rond 516 geboren in het Ierse Connacht. Zijn vader, Beoit, kwam uit het noorden van Ierland en was wagenmaker; Ciaràn droeg net als Jezus de bijnaam Timmermanszoon; zijn moeder heette Darerca en kwam uit Zuid-Ierland. In de afkomst van zijn beide ouders ligt als het ware al een een voorspelling van de verzoenende rol besloten die hij zal spelen bij het samenbrengen van Noord- en Zuid-Ierland. In zijn kinderjaren stond hij onder de hoede van de diaken Justus; zijn opleiding kreeg hij in de kloostergemeenschap Clonard die indertijd onder leiding stond van abt Finian († ca 549; feest 12 december). Deze bood hem de post aan van leermeester aan de kloosterschool. Hij studeerde ook nog te Aran onder Enda († ca 530; feest 21 maart); deze zou gehuild hebben toen hij hem zijn zegen gaf ten afscheid.

Kieran stichtte Clonmacnoise op de plek waar een landweg de rivier de Shannon kruiste. Juist toen hij er zich wilde vestigen, kwam daar Diarmuid MacCearbhuil in een bootje voorbij. Ciaran riep hem toe:
"Wees zo goed hierheen te komen. Zoals het een vorst betaamt moet u voor mij het terrein afbakenen, waar ik de kerk en een aanlegsteiger mag bouwen."
Diarmuid riep terug:
"Maar ik ben de koning helemaal niet. Dus heb ik ook geen land te vergeven!"
Waarop de heilige de profetische woorden sprak:
"Morgen reeds zult u de koning zijn."
En zo was het.

Volgens de overlevering zou Ciaràn al zeven maanden later op 33-jarige leeftijd (let op de gelijkenis met Jezus!) zijn overleden aan de pest.

Verering & Cultuur
In het beroemde Boek van Lismore staat opgetekend dat zijn dood door zijn collega-abten met grote opluchting werd begroet. Zij waren jaloers op Ciaràn, omdat ze stuk voor stuk maar al te goed beseften, dat zij in heiligheid niet in zijn schaduw konden staan. Daarom hadden zij gevast tégen hem en gebeden dat hij jong zou sterven. Dit vertelt men niet alleen van zijn collega, de heilige Kevin († 618; feest 3 juni), die Ciaràn nog op zijn sterfbed heeft bezocht, maar ook van de grote Columkil van Iona († 597; geest 9 juni); die zou zelfs hebben uitgeroepen: "Geprezen zij God, dat hij zijn heilige Ciaràn van ons heeft weggenomen. Want als hij was blijven leven tot op zijn oude dag, dan zou er geen plek in Ierland overgebleven zijn die niet aan hem zou hebben toebehoord!" Heel Ierland zou zich immers bij hem hebben aangesloten! Tegelijkertijd schreef Columkil een lofzang op Ciaràn. Ook weet men van hem te vertellen dat hij een plag aarde van Ciaràn's graf meenam naar zijn klooster en dat hij die altijd bij zich droeg, als hij op reis ging. Toen hij eens bij de oversteek van een zeestraat tussen twee eilandjes in een draaikolk terecht kwam en dreigde te verdrinken, wierp hij de plag in het water en de zee werd onmiddellijk rustig.

Ciaràn heeft een uiterst krachtig stempel gedrukt op zijn kloostervestiging. Nog eeuwen na zijn dood was Clonmacnoise één levende herinnering aan zijn eerste abt. Het kleine kerkje (Eclais Beg) waarin hij begraven lag, werd een geliefd pelgrimsoord in Ierland. De koeienhuid die hem als bed dienst had gedaan, werd er bewaard als een kostbare reliek. Hij is patroon van het gelijknamige bisdom.
[000; 008; 011; 113; 118p:31»Kieran; 122»Queran; 160p:82.228»Kyaran; 316p:75.76.87.183.217; 339p:218»Cieran]

Van de Bretonse heilige Munis, die een eeuw eerder leefde, wordt verteld dat hij op de terugweg van de paus naar zijn leermeester Sint Patrick († 461; feest 17 maart) in Ierland onderweg ergens de nacht doorbracht op een plek waar zich het graf bevond van een melaatse kluizenaar. Toen hij er waakte en bad, zag hij een groot licht, terwijl engelen er met hem de wacht hielden. Toen hij dit visioen bij thuiskomst aan zijn leermeester vertelde, antwoordde deze dat die plek nog eens bewoond zou worden door een kind van het licht met de naam Kiéran, en dat hij daar grote groepen van heiligen om zich heen zou verzamelen. Het lijkt erop alsof het verhaal hier verwijst naar de grote Ciaràn van Clonmacnoise, maar geheel zeker is dat niet.


Bronnen
[280p:526; Dries van den Akker s.j./2007.09.04]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen