× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 560  Almirus van Gréez-sur-Roc

Info afb.

Almirus (ook Almer of Almire) van Gréez-sur-Roc osb, Frankrijk; abt; † ca 560.

Feest 11 september.

Almirus was afkomstig uit Auvergne en moet tegen het einde van de vijfde eeuw geboren zijn. Als jongen kreeg hij zijn scholing bij de monniken van Ménat. Daar raakte hij onder de indruk van Sint Avitus († ca 530; feest 17 juni) en Sint Calais (of Carilefus; † 536; feest 1 juli). Toen zij verhuisden naar het zojuist door Sint Maximinus (of Mesmin; † 520; feest 15 december) gestichte klooster te Micy, La Maine, ging hij met hen mee. Op dat moment was hij waarschijnlijk nog geen twintig jaar oud.

Na enkele jaren besloot hij zich nog verder terug te trekken om in de eenzaamheid als kluizenaar zijn leven aan God toe te wijden. Hij vestigde zich diep in de bossen op de plek, waar tegenwoordig het plaatsje Gréez ligt. Hij bouwde er een bidkapelletje ter ere van de heilige Maagd en vlak daarnaast een cel voor zijn eigen onderdak.

Toch wisten de mensen hem te vinden; zij vroegen hem om raad, om genezing van ziekten en kwalen, of om zijn gebed. Blijkbaar was zijn uitstraling zo inspirerend, dat zich al gauw jongemannen bij hem aansloten. Na korte tijd woonden er zo'n veertig leerlingen om hem heen, verspreid in cellen, armzalige bouwseltjes van takken en leem. Zij wijdden zich aan gebed en handwerk, en ontgonnen het omringende woud. De heilige abt leerde hen vooral orde en regelmaat aan te brengen in hun daagse dag en daar niet lichtzinnig van af te wijken.

De legende vertelt, dat Almirus zelf daarin het goede voorbeeld gaf. Eens was hij met zijn monniken op het land aan het werk, toen er een enorme onweersbui losbarstte. De gezellen vluchtten weg om in een schuurtje te schuilen. Maar Almirus werkte onverstoorbaar door. Terwijl de regen almaar omlaag gutste, begonnen de monniken zich zelfs zorgen te maken, dat het gebied zou overstromen. Ook dat weerhield de heilige abt er niet van om zijn werk rustig af te maken. Toen pas voegde hij zich bij hen. Zijn gezellen stonden verwonderd over zijn trouw aan de leefregel, die op dat moment handwerk voorschreef. Bij nader toezien bleek dat hij geen natte draad aan zijn lijf had. Hij was kurkdroog gebleven.


Bronnen
[102; 390/11p:46; Dries van den Akker s.j./2007.09.05]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen