× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1649  Gabriel Lalemant (martelaren van Canada)

Info afb.
Onder: Overweging door Gabriel

Gabriel Lalemant sj, Ste-Marie, Québec, Canada; missionaris & martelaar; † 1649.

Feest (16 &) †17 maart & 19 oktober (met de andere Canadese martelaren).

Gabriel werd op 10 oktober 1610 in Parijs geboren. Hij kreeg zijn opleiding op het jezuïetencollege en trad zelf in bij de jezuïeten op 24 maart 1630. Bij het afleggen van zijn eerste geloften sprak hij het verlangen uit naar de missie gezonden te worden. Hij had twee ooms die ook in de missie werkten. Maar voorlopig liet men hem zeven jaar lesgeven op het college. Hij had een kwetsbare gezondheid; dat was er misschien de reden van dat men niet op zijn verzoek inging.

Maar in 1646 werd hij uiteindelijk toch naar de Huronenmissie gezonden in Nieuw-Frankrijk (= nagenoeg het hele Noord-Amerikaanse continent). Op 13 juni voer hij af tezamen met nog twee paters en een broeder. Op 20 september bereikten ze Québec. De eerste twee jaar moest hij de Huroonse taal en gebruiken leren. In augustus 1648 sloot hij zich aan bij Huronen die naar Québec waren gekomen om hun bont te verhandelen en nu terugkeerden naar hun nederzettingen in de binnenlanden. Een maand later was hij in Ste-Marie, een belangrijke jezuïetenstatie. Met pater Jean de Brébeuf trok hij rond in de omgeving om Huronennederzettingen te bezoeken. Een betere gids kon hij zich niet wensen. Pater Jean zat immers met tussenpozen al sinds 1625 tussen de indianen.

Maar zo lang als pater de Brébeuf reeds hier verbleef, zo kort zou het verblijf van Pater Lalemant duren. Op 5 maart 1649 had hun rondtocht door het Huronengebied hen gebracht naar de nederzetting van St-Louis. Juist op dat moment werd de missiestatie overvallen door de erfvijanden van de Huronen, de Irokez. Hun wreedheid was berucht. Alle zwakke mensen werden gedood en de sterken bijeengebracht voor de gebruikelijke martelingen. Hoe sterker een slachtoffer bleek, hoe liever de indianen het hadden. Ze zouden zijn bloed drinken en vlees eten en zo zijn zielensterkte in zich opnemen.

Bij de beide paters werden de nagels afgebeten en de vingertoppen afgekloven. Vervolgens werden ze gedwongen naakt door de sneeuw te rennen naar de vier kilometer verderop gelegen missiepost van St-Ignace welke een dag tevoren door de Irokezen onder de voet was gelopen. Daar wachtten de andere Irokezen die op hun beurt hun wrede spelletjes mochten spelen, inclusief de kinderen. Om te beginnen mocht iedereen de gevangenen proberen te raken met stokken en ander slaghout op het moment dat zij de palissade kwamen binnenrennen. Vervolgens werden ze aan palen vastgebonden en begonnen de eigenlijke folteringen. Naar het schijnt was eerst pater de Brébeuf aan de beurt en moest pater Lalemant toezien wat hem straks te wachten stond…

Nadat pater de Brébeuf in de vroege morgen van de 16e maart rond 4 uur was bezweken aan zijn folteringen, begonnen ze om een uur of zes aan pater Lalemant. Eerst legden ze een vuur aan onder zijn voeten en hadden buitengewoon plezier om de dansende bewegingen die hij maakte. Een dag lang werd hij verder onderworpen aan uitgekiende martelingen. Toen de nacht aanbrak leefde hij nog en de volgende dag werd de gruwelijkheid van de martelingen opgevoerd. Na afschuwelijke pijnigingen en onvoorstelbaar wrede folteringen, die we hier niet in détail zullen weergeven, gaf hij uiteindelijk de geest: 17 maart 1649. Alles bijeen had het verblijf van Pater Gabriel Lalement in de indianenmissie nog geen half jaar geduurd.
Toen de Irokezen eenmaal waren afgetrokken, verzamelden medebroeders de resten van hun martelaars en brachten ze als kostbare relieken over naar Ste-Marie. Daar werden ze in alle eerbied begraven vlakbij de deur van de kapel.

Hij werd tezamen met de zeven andere Canadese jezuïetenmartelaren op 21 juni 1925 door paus Pius XI zalig en op 29 juni 1930 heilig verklaard.


Canadese martelaren over 'Wereldmissiedag'
'Bericht van boven' KRO Radio 5 zondag 19 oktober 2008

...speel bestand af...

Vandaag houdt u zich bezig met de betekenis van Wereldmissiedag. In uw tijd hoor je vaak de vraag: 'Waarom missie? Waarom zouden wij die mensen ginds onze waarden en normen opleggen? Laat ze toch gewoon in hun waarde!'. Hoor ik het dan goed? Heeft de boodschap van het evangelie voor u zijn uitzonderlijke waarde verloren? Is het voor u niet duidelijk meer wat Jezus in het evangelie ons is komen brengen?

Die volken in hun waarde laten, zegt u? Sta mij toe iets te vertellen over mijn ervaring. Ik behoor tot de Canadese martelaren. Vandaag is het onze feestdag. Wij waren in de eerste helft van 17e eeuw, uw Gouden Eeuw, lid van de jezuïetenorde. Elk van ons had zich vol vuur en vrijwillig aangeboden om de inlandse bevolking van Nieuw-Frankrijk over God en het evangelie te vertellen. U kent ze als de indianen van Noord-Amerika. Afgezien van de ontberingen die wij ervoor hadden: weet u iets af van de wrede gewoonten die die bevolkingsgroepen hadden, toen wij ze aantroffen? Als een vijandelijke stam werd veroverd, werden vrouwen en kinderen met grimmig genoegen verkracht, vernederd, slaaf gemaakt... De krijgers werden afschuwelijk gemarteld. Want hoe dapperder het slachtoffer bleek, hoe meer zijn geestkracht in jou, de folteraar, overging. Het was een eer om gemarteld te worden. Ook de kinderen mochten daar naar hartelust aan meedoen. Wij hebben daar vol overtuiging Christus gebracht: vergeving, barmhartigheid, naastenliefde, ja desnoods liever zelf de pijn dragen dan geweld doorgeven... Het waren onbekende deugden in die culturen. Ook wij zijn gemarteld, soms op de wreedst denkbare manier. Wij moesten dat zelfs als een eer beschouwen. Onze geestkracht zou onze beulen sterker maken. En, luisteraar - hoe bizar het ook klinkt - van hier uit mogen wij constateren dat dat ook gebeurd is. Er is geen indianenstam meer die leeft zoals wij ze hebben aangetroffen. Ook in hún cultuur zijn christelijke waarde doorgedrongen. Onze geest is inderdaad in hen overgegaan, alleen anders dan zijzelf toen dachten.

Misschien mag ik u een gewetensvraag stellen. En u? Nu u in uw tijd ook wordt geconfronteerd met wrede aanslagen en terreurmethoden? Is er iemand in uw tijd die het antwoord van Jezus laat horen? Zijn er nog die vol vuur over het evangelie kunnen vertellen, en er met hun levenswijze voor instaan? Hoort of ziet u nog medemensen die pleiten voor barmhartigheid, vergevingsgezindheid, naastenliefde? In de politieke discussies of op verjaardagen? Zijn er in uw tijd die op die wrede mensen af durven gaan en hun een heel andere levenswijze voorhouden? Net zoals wij deden in onze tijd?

Misschien zijn er nu onder u, luisteraars, die zullen antwoorden: 'Mooi allemaal, maar denkt u dan echt dat het helpt? Gelooft u echt dat die aanslagplegers daar naar zullen luisteren? Haalt toch allemaal niks uit! Maar bent u dan vergeten hoe het met Jezus zelf is afgelopen? Heeft die dan zoveel succes gezien van zijn optreden? Gedood en door al zijn medestanders in de steek gelaten? Het enige wat restte was het feit dat Hij er zelf in geloofde. En wat dacht u? Dat wij destijds resultaat hebben gezien van onze prediking? Erger nog. Wij meenden onze pas gestichte vestigingen weer te moeten verbranden, toen vijandelijke stammen ons veroverden. Wij wilden niet dat onze heilige voorwerpen in hun goddeloze handen zouden vallen. Wij hebben ons eigen levenswerk moeten vernietigen.

Dus ik vraag het u nogmaals. Waar zijn de gelovigen in uw dagen die vol vuur en overtuiging tegenover terreur, geweld en graaicultuur het antwoord van Jezus plaatsen? Wie praat níet over keihard optreden tegenover asociaal gedrag, maar komt met het evangelie?


Bronnen
[000»07.31»Missi:54; 105; 121]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen