× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca -1050  Jesse van Bethlehem

Info afb.
Onder: Staat Jesse ineens voor je! en De Boom van Jesse

Jesse (ook Isaï) van Bethlehem, Israël; stamvader Huis David; † ca 1050 vóór Christus.

Feest 4 november en 29 december.

Jesse was de vader van koning David, en daarmee de stamvader van het Huis van David, waaruit later Jozef, Maria en Jezus geboren zouden worden.
Hij woonde te Bethlehem. Vandaar dat Jozef en Maria tijdens de volkstelling vlak vóór Jezus' geboorte daarheen gingen. Ze moesten immers in het kader van een volkstelling naar de plaats waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen.
Jesse had acht zoons van wie David de jongste was. Toen de profeet Samuël aan Jesse kwam vertellen dat één van zijn zonen door God uitverkoren was om koning te worden gezalfd over heel Israël, stelde Jesse één voor één zijn zeven oudste en zeer potige zonen aan de profeet voor. Dat waren kerels waarmee je voor de dag kon komen; met een gestalte, een toekomstige koning waardig. Maar geen van hen bleek de aangewezen man. Tenslotte vroeg Samuël of ze dit allemaal waren. Achteloos antwoordde Jesse dat de jongste van het stel, David, ergens op het land verbleef achter de schapen. 'Ga hem halen. Zolang hij niet hier is, kan het feest niet doorgaan.' David was op dat moment nog heel jong, hij had nog geen baard en zijn haar was rossig en krullerig. Op hem had JHWH zijn keus laten vallen. Wel de laatste op we men gerekend zou hebben. Over hem goot de profeet de kostbare koningszalf uit.

Verering & Cultuur
In de late middeleeuwen en aan het begin van de Renaissance (12e/13e eeuw) groeide in de kerk van het westen de belangstelling voor Jezus' menselijke persoon. Vandaar dat ook de aandacht voor zijn voorouders toenam. Geliefd en beroemd is de voorstelling van 'de Boom van Jesse'. We zien een slapende Jesse, meestal liggend op zijn zij en rustend op zijn elleboog; uit zijn zijde ontspruit een (stam)boom; in de vertakkingen ervan zitten talrijke koningen en profeten van Israël; de top wordt gevormd door Maria met het Kind Jezus: Jezus' stamboom.

In de stad Delft wordt sinds de Middeleeuwen Maria van Jesse vereerd. Op Sint-Odulfusdag, 12 juni, 1358 genas ene Machteld van Rijswijk van haar blindheid, terwijl ze de mis bijwoonde op het altaar waar een afbeelding stond van Maria van Jesse. Onmiddellijk ging het beeld op de schouders van de omstanders en werd het in triomf langs de Delftse grachten gedragen. Deze processie werd jaarlijks herhaald totdat er door de Reformatie (1573) een eind aan werd gemaakt. Delftse studenten hebben het gebruik in 1929 in ere hersteld. In de voormalige Jozefkerk, thans Maria-van-Jessekerk, is een bidkapel ingericht waar ook een middeleeuws beeldje staat van de Heilige Maagd. Niet het oorspronkelijke wonderbeeld Machteld, want dit is tijdens de beeldenstorm verloren gegaan. Bovendien houden de katholieken op de zondag die het dichtst bij 12 juni ligt, elk jaar een stille bedetocht door de Delftse binnenstad.


Jesse van Bethlehem
Stel je voor, staat ineens de profeet voor je neus. De buren vragen nog: ‘Er gaat toch niks ergs gebeuren?’ U weet, een profeet ziet altijd wel iets wat niet goed is. Maar nu zei hij: ‘Nee hoor, ik ben gekomen om een offer te brengen. Ga u heiligen.’ Ik was natuurlijk ook uitgenodigd met mijn zoons. De profeet kijkt scherp naar mijn oudste zoon, mijn trots. Alsof hij iets gaat zeggen. Maar nee. Dan naar de tweede… Wat zou hij willen? De derde… Zou er één een stommiteit uitgehaald hebben? Zo neemt hij elk van mijn zeven zoons nauwlettend op, en schudt dan het hoofd. Dan hoor ik hem vragen: ‘Zijn dit al uw jongens?’ Ik antwoord: ‘Nee, de jongste is bij de schapen gebleven.’ ‘Laat hem halen, want zonder hem kunnen we niet beginnen.’ En wat er dan gebeurt. Zodra de profeet de kleine David ziet, neemt hij een hoorn met de kostbaarste olie, en giet die uit over het hoofd van de jongen: ‘Jij zult koning zijn.’

Wat dat teweeg heeft gebracht in ons gezin. Eén van je kinderen wordt koning. En nog wel de jongste. Ja, in de oude boeken staat te lezen dat de Heer geprezen zij zijn naam de jonge Jacob verkoos boven de oudere Ezau. En dat de jonge Jozef koning werd over zijn tien oudere broers. Dat weet ik ook wel. Maar als het gebeurt in je eigen gezin... Wat dat doet met de ouderen. En vooral met de jongen zelf.

Als ik u één goede raad mag geven. Voed uw kinderen nooit op als prinsen en prinsesjes. Het is niet goed voor hun karakter. En ook niet goed voor jezelf. Leer ze liever dat ze zich aan Gods geboden moeten houden. Doe je dat niet, dan zullen ze van Gods gebod niet weten, wanneer jijzelf je kinderen nodig hebt. Lees de verhalen van Jacob en Jozef er maar op na. Ze denken dat ze boven de anderen staan. Dat ze de anderen kunnen commanderen. David ook? Allicht! Een voorbeeld?

Enige tijd na die zalving van de kleine breekt er oorlog uit met het buurvolk, de Filistijnen. Die zijn veel sterker dan wij. Alle jongens worden onder de wapenen geroepen. Ook mijn drie oudste zoons. David is nog te klein. Komt er elke dag zo’n boerenkinkel van een reusachtige Filistijn, Goliath heette die geloof ik, onze soldaten uitdagen: ‘Wie durft met mij te vechten? Wie ons duel wint, wint meteen de hele oorlog.’ Niemand durfde. Op een goede dag stuur ik er de kleine heen met een voedselpakket; kan die meteen kijken hoe ze het maken. Die ziet hoe onze jongens het in hun broek doen, zodra dat monster verschijnt. David zet meteen een grote mond: ‘Wie denkt die kinkel daar wel dat hij is? Dat jullie dat zomaar laten gebeuren. Hij maakt ons en onze God belachelijk.’ Prompt wordt zijn oudste broer kwaad: ‘Wat doe jij hier? Ga gauw terug naar je schapen!’

De kleine laat het niet over zijn kant gaan. Hij vraagt of hij mag vechten. Niemand kan hem tegenhouden; zelfs de koning zelf niet. Hoe die het gedaan heeft weet ik niet, maar mijn kleine David heeft die reus verslagen. Ik natuurlijk apetrots. Hij zal een groot koning worden. Maar niet omdat hij een slimme vechtersbaas is. Nee, omdat ik hem met veel pijn en moeite heb geleerd zich aan Gods geboden te houden. Dus ik moet mij verbeteren. Je mag je kinderen best opvoeden als koningskinderen, prinsen en prinsesjes. Als je ze maar inprent dat God hun koning is, en dat zij zijn kinderen zijn. En dat ze niet hun eigen zin moeten doen, maar dat zij zijn Geboden moeten nakomen.


De Boom van Jesse

Afbeelding
Sinds de middeleeuwen wordt Jezus’ menselijke afstamming voorgesteld als een boom. Aan de wortel ligt een slapende Jesse, de vader van David. Uit zijn zijde komt - letterlijk - een stamboom te voorschijn. In de takken zetelen koningen en profeten. Aanvankelijk wordt de top gevormd door Christus als Albeheerser (Pantokrator); voorbeelden hiervan zijn een 12e eeuws gebrandschilderd raam in de St-Denis nabij Parijs en de 13e eeuwse plafondschildering in de Sint-Michaëlskerk te Hildesheim. Later wordt hij vervangen door Maria met Kind, bv. boven het portaal van de Sankt-Lamberti te Münster (1475) of boven de ingang van de kerk te St-Riquier aan de Somme, Frankrijk, begin 16e eeuw. Soms wordt de top gevormd door de gekruisigde Jezus, zoals bv op een raam in de kerk van de Bretonse plaats Confort.

Jezus’ menselijke kant
Grofweg vanaf het jaar 1000 neemt de belangstelling voor de menselijke kant van Jezus toe. Bernardus van Claivaux († 1153) verdiept zich in Jezus’ lijden. Hij heeft zelfs een visioen, waarin de gekruisigde zich naar hem voorover buigt en hem omhelst. Zelf bidt hij om de moedermelk van Maria, zodat hij dezelfde geest met de paplepel ingegeven krijgt als Jezus. Franciscus van Assisi († 1226) richt een levende kerststal in, omdat hij met eigen ogen wil aanschouwen hoeveel Gods Zoon moest doorstaan toen Hij als Kind op de wereld kwam. Hij zal tegen het eind van zijn leven Jezus’ kruiswonden (stigmata) in zijn lichaam ontvangen. In de kunst zien we dezelfde toename voor Jezus’ menselijke kant. Ontelbaar zijn de afbeeldingen van de engel die aan Maria komt berichten dat zij de Moeder van Gods Zoon zal worden (Maria Boodschap). Hetzelfde geldt voor de kerst- en lijdensafbeeldingen. In die samenhang past de boom van Jesse.

Bijbelse herkomst
In ‘De Boom van Jesse’ worden meerdere Bijbelteksten bijeengebracht. Zoals bekend begint Matteus zijn evangelie met een stamboom van Jezus: deze gaat via David op Abraham terug (Matteus 01,01).Ook de evangelist Lukas heeft zo’n geslachtslijst: deze loopt via David en Abraham zelfs terug tot Adam, zoon van God (Lukas 03, 23-38). Beide lijsten vermelden Davids vader Jesse. Maar geen van beiden laat Jezus stamboom bij hem beginnen, zoals de afbeeldingen uitdrukkelijk wel doen. Zij het dan dat de plafondschildering te Hildesheim Adam en Eva inderdaad nog vóór Jesse afbeeldt.
Waar komt de idee vandaan dat Jezus’ stamboom wortelt in Jesse? Daarvoor moeten wij bij de profeet Jesaja zijn: ‘Een twijg ontspruit aan de stronk van Jesse, een telg ontbloeit aan zijn wortel. De geest van JHWH rust op Hem’ (Jesaja 11,01-02). Deze tekst is vanouds toegepast op Jezus.
Op basis van deze tekst spreekt men in het Duitse taalgebied dan ook niet van de ‘boom’ van Jesse, maar van de ‘wortel’ (‘Wurzel’). Het Latijn geeft ‘virga’ (‘tak’ of ‘twijg’). Dat levert een mooie woordspeling op met het woord ‘maagd’ (‘virgo’): ‘virga virgo’: ‘de twijg is de maagd’.

Voorouders
Wie er als voorouders van Jezus in de boom plaatsnemen, en hoeveel er worden afgebeeld hangt af van de kunstenaar (of diens opdrachtgever), en van de ruimte die hem (of haar) ter beschikking staat. David is herkenbaar aan de harp die hij bij zich heeft. In het evangelie wordt Jezus ‘zoon van David’ genoemd, bv. bij de intocht in Jeruzalem; daarom zal de historische zoon van David, Salomo, als voorafbeelding van Jezus, zelden ontbreken. Profeten zijn herkenbaar aan de spreukbanden die zij bij zich hebben.
De Limburgse glazenier Joep Nicolas vervaardigde rond 1960 een Boom van Jesse in de meest elementaire vorm: uit de zijde van Jesse spruit David (met harp en ster); uit David Maria (met ster, verwijzing naar de vermeende herkomst van Maria’s naam: Sterre der Zee) met het Kind Jezus op haar arm.
Een heel bijzondere afbeelding vinden we op een raam uit 1490 in de St-Lorenzkirche te Nürnberg. We zien een rijk geklede Jesse slapend op zijn bed. Zij gelaatstrekken lijken als twee druppels water op de trekken van God de Vader die het tafereel vanaf de top van het raam overziet! Prachtige vondst om de gelijkenis tussen Jezus’ menselijke voorvader en zijn hemelse Vader zo tot uitdrukking te brengen. De top van de boom wordt gevormd door Moeder en Kind. Maar de kunstenaar heeft daar Sint Catharina naast afgebeeld. In de legende van deze heilige vrouw wordt verteld hoe Jezus zich met haar verlooft door haar een ring aan de vinger te schuiven. Dat moment is hier ingebouwd in de Boom van Jesse. We mogen aannemen dat Catharina de patroonheilige was van een dierbare van de opdrachtgever. Tegelijk staat Catharina voor alle mensen, voor u en mij. In Christus gaat God een verbond aan met zijn mensen. Dat brengt de kunstenaar ertoe om boven de top van de boom nog een element toe te voegen. Hij bekroont zijn boom van Jesse met een soort filigraanwerk van gotische uitgroeisels, zoals we dat op middeleeuwse altaren wel vinden. Achter die uitgroeisels zijn half zichtbaar de gestalte van de Man van Smarten en van Maria als Moeder van Smarten. Gods verbondstrouw met ons gaat zo ver dat Hij ons lijden tot zijn lijden maakt!
Dries van den Akker s.j. pastor en voormalig docent godsdienst


© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen