× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 530  Mélaine van Rennes

Info afb.

Mélaine (ook Belaine, Malani, Mélan, Melen, Mélen of Melanius) van Rennes, Bretagne, Frankrijk; bisschop; † ca 530.

Feest 6 januari & 2 september (met alle heilige bisschoppen van Rennes) & 11 oktober & 6 november.

Hij zou afkomstig zijn uit het plaatsje Platz (= het huidige Brains-sur-Villaine) bij Redon.

Maar in Plélauff, niet ver van Gouarec, veel noordelijker in Bretagne, houdt men vol dat daar de geboortegrond ligt van de heilige. Ooit wees men er op de ruVnes van een kasteel waar hij het levenslicht zou hebben aanschouwd. Het bos eromheen heet dan ook 'St-Mélainebos'. Bovendien is hij patroon van een parochie te Morlaix. Zoveel is zeker dat Sint Mélaine in die streek bijzondere verering geniet. Maar uit het vervolg zal blijken dat hij zelf het liefste verbleef aan de Villaine.

Als mogelijke geboortejaren worden gegeven 442 en 456. Natuurlijk was hij volgens zijn levensbeschrijvers van adellijke afkomst. Daarmee wordt waarschijnlijk meer gezegd over zijn ziel dan over zijn familie. In ieder geval is er een plaatselijke traditie die weet te vertellen dat hij een herderszoon was die ervan droomde om te leren lezen en schrijven. Hij vertrouwde dus zijn kudde aan een ander toe en verdween op zijn klompen naar de kloosterschool van Rennes, enige tientallen kilometers verderop (!), waar hij op de achterste bank aanschoof. Maar helemaal op zijn gemak zat hij niet. Op een dag begon hij midden onder een les met zijn vingers te knippen om de aandacht van de meester te trekken: "Ik moet naar huis. Mijn moeder roept me." De meester wist even niet hoe hij moest reageren... Daarop zei de jongen dat de meester zijn rechterhand in de zijne moest leggen en met de linkervoet op zijn linkervoet moest gaan staan: "Luistert u zelf maar." En inderdaad, nu hoorde de meester duidelijk een vrouwenstem uit de verte over de weidem schallen: "M'laine! M'laine!!" Ze wachtte hem op met een bos bremtakken in de hand... Zelfs als bisschop zou Mélaine zich deze aframmeling blijven heugen. Reden, waarom - aldus de plaatselijke overlevering - hij verbood dat er ooit nog in de omgeving van Brain bremstruiken zouden groeien:

'D'empès que sa mère le reprint
Genêt en Brain,
Melaine à Brain
Jamais ne vint.'
[Zijn moeder wachtte hem
te Brain met brem.
Aan Brain zou Melaine
Dus nooit meer wennen]
[Roy.1986p:16-17]

Op het moment dat hij tot opvolger van bisschop Amandus († 508; feest 14 november) van Rennes werd benoemd was hij een voorbeeldig monnik. Hij was een even toegewijde herder, trok rond om de laatste sporen van het heidendom uit te roeien en het licht van het evangelie te verspreiden. Volgens de levensbeschrijving die vlak na zijn dood zou zijn opgetekend, maar in feite stamt uit de 9e eeuw (wellicht op basis van oudere documenten?), deed hij tijdens zijn leven al tal van wonderen, alsof in zijn persoon de tijden van Jezus en het evangelie herleefden: blinden gaf hij het gezicht, kreupelen weer kracht in de voeten, stommen het vermogen te spreken, vermoeiden nieuwe energie, zieken gezondheid en zelfs doden weer het leven.

Zo verbleef de heilige eens in de streek rond Vannes, toen een eerbiedwaardige grijsaard zijn hulp inriep: "Mijn zoon is net gestorven!" De bisschop wendde zich tot de aanwezige menigte die nieuwsgierig toekeek: "Mensen van deze streek, wat haalt het uit als ik voor jullie ogen tekenen verricht in naam van Jezus Christus, jullie hechten er toch geen geloof aan." Dat zei hij - aldus zijn biograaf - omdat de mensen van daar nog altijd hardnekkig vasthielden aan de heidense praktijken van hun godsdienst. Maar de aanwezigen riepen terug: "Gaat u er maar van uit, heilige man: als u deze jongen ten leven wekt, zullen we alleen nog maar geloven in de God die u verkondigt!" Daarop keerde Sint Mélaine zich in tot gebed en maakte vervolgens een groot kruisteken over de borst van de dode. Onmiddellijk stond de jongen op, levend en wel. Na dit voorval was er praktisch niemand meer te vinden in die streek die zich niet liet dopen en het katholieke geloof omarmde.

In die tijd heerste er een zekere koning Eusebius over het gebied van Vannes. Bij een strooptocht in de aangrenzende omgeving van Comblessac (Ille-et-Villaine) hield hij verschrikkelijk huis onder de bevolking: hij liet hen de ogen uitsteken en de handen afhakken. Diezelfde avond werd hij getroffen door een geheimzinnige zwaarmoedigheid die gepaard ging met afschuwelijke pijnen. Drie dagen later bleek zijn dochter Aspasia (ook Pompeia geheten) te lijden aan soortgelijke verschijnselen. In zijn nood liet de vorst bisschop Mélaine halen die te Platz verbleef. Deze gaf hem een enorme penitentie en verloste hem en zijn dochter van hun kwaal door tot driemaal toe olie op hun voorhoofd te wrijven en hun de handen op te leggen. Uit dankbaarheid schonk Eusebius het gebied van Comblessac aan de bisschop om er een klooster te vestigen. De plaatselijke Sint-Mélainebrug herinnert er nog steeds aan de heilige bisschop. Eusebius zou later als heilige worden vereerd († 490; feest 29 oktober).

Ook de Frankische koning Clovis († 511) had een bijzondere genegenheid voor hem. Deze was immers kort geleden (496) overgegaan tot het christelijk geloof, en wenste ernst te maken met de verbreiding ervan in zijn rijk. Mélaine maakte deel uit van het door Clovis bijeengeroepen Concilie van Orléans in 511. Blijkbaar is zijn aanwezigheid daar zo prominent dat de wetten die er worden uitgevaardigd, op zijn conto worden geschreven. Zo merkt Toulson op dat hij het was die de regel doorvoerde dat priesters niet langer met een draagbaar altaar van hut naar hut, of dorp naar dorp mochten trekken om er de mis op te dragen, waarbij dan vrouwen de kelk voor de mis klaarmaakten. In feite was dat een canon van het Concilie.

Hij was bevriend met Sint Aubin, bisschop van Angers († 550; feest 1 maart). Telkens als hij behoefte had aan rust of aan de stilte van de eenzaamheid, trok hij zich terug op zijn geliefd landgoed te Platz. Daar zou hij ook gestorven zijn.
Als we af mogen gaan op een lijst van heilige bisschoppen van Rennes (feest 2 september), werd hij opgevolgd door Sint Didier.
[Gby.1991p:207]

Verering & Cultuur
Zijn lichaam werd per boot over de Villaine tegen de stroom op naar Rennes terug vervoerd. Op zijn graf te Rennes werd een prachtige kerk gebouwd van bijzondere hoogte, aldus schreef een halve eeuw later de geschiedschrijver Gregorius van Tours († 594; feest 17 novemer). Maar de kerk ging in vlammen op. Toen men het puin dat op het grafmonument neergestort was, had weggeruimd, bleek dat het graf volkomen onbeschadigd was gebleven.
[GTC.1988nr:54]

We vinden Sint Mélaine terug in een aantal Bretonse plaatsnamen. Bovendien wordt hij in verband gebracht met de ontstaansgeschiedenis van het Lac de Murin vlakbij Brain. Het zou zijn gevormd op het moment dat Noormannen de stad Rennes hadden geplunderd en hun rijke buit per boot over de Villaine naar zee afvoerden. Toen ze langs Platz kwamen, begon de rivier te zwellen en buiten haar oevers te treden en de boten werden op de oevers gesmeten en overspoeld. Sindsdien - zo zegt men - beginnen de klokken van de St-Mélainekerk te luiden, wanneer er een ramp dreigt voor de omgeving.
[DSB.1979p:264;Pzc.2002p:469]

In Ille-et-Villaine is hij naast de kerk van Brain ook patroon van de kerken te Andouille, Les Brulais, Chatillon-sur-Seiche, Cintre, Comblessac, Combourtille, Domalain, Moigne, Montaus, Mouaze, Parc et Thorigne, alsmede van een parochiekerk te Rennes. Eveneens zijn er kerken aan hem gewijd in Morlaix en Moelan (Finistère) en te Plumelin (Morbihan). Hij is zelfs patroon van Mullion in het Britse Cornwall.
In Plélauff wordt hij aangeroepen tegen de koorts. Te Brain heeft hij macht over de boze geesten en wordt zijn voorspraak ingeroepen om een voorspoedige oogst of om regen te verkrijgen. Zijn invloed reikt tot in Spaanstalige landen; daar besprenkelt men zijn beeld, waarbij men zingt:

'San Melanio, buen san Melanio,
mójanos, ya que te mojamos'
[Sint-Melanius, goede Melanius,
maak ons nat, zoals wij jou natmaken].

Hij wordt afgebeeld als bisschop (tabberd, staf, mijter); soms een duivel uitdrijvend; of opgebaard in een bootje dat tegen de stroom opvaart.


Bronnen
[Aut.1986p:22; Bdt.1925p:467; Bri.1953; Cha.1995p:179; DSB.1979p:263; Gby.1991p:182.275.290.304.516; GTC.1988nr:54; Ha1.1838p:34; Lin.1999; Lo1.1837p:14; Pra.1988; Pzc.2002p:469; Rld.1963; Tou1995p:26; Dries van den Akker s.j./2007.08.26]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen