× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 18e eeuw vóór Christus  Jozef-Aartsvader

Info afb.

Jozef Aartsvader, Egypte; † 18e eeuw vóór Chr.(?)

Feest 5 februari & 17 & 31 maart (oosterse kerk) & 29 oktober & 11 & 31 december.

Jozef was de elfde van de twaalf zonen van aartsvader Jakob. Hij was het eerste kind dat Jakob kreeg bij zijn geliefde vrouw Rachel; daarvóór had hij er al zes gehad bij zijn andere vrouw Lea, twee bij zijn slavin Bilha en twee bij Zilpa, een andere slavin. Na Jozef kreeg Rachel nog een tweede zoon: Benjamin. Jakob hield van zijn laatste twee jongens meer dan van de eerste tien. Zij waren dan ook erg jaloers op de jongste twee. Jozef noemden zij verachtelijk "die dromer", omdat hij steeds droomde dat hij de belangrijkste en hoogstgeplaatste was van het hele gezin.

Toen Jozef eens een prachtige veelkleurige mantel kreeg van zijn vader, werden de oudere broers zo jaloers op hem, dat ze hem ergens op een geschikt moment in een put wierpen en later als slaaf verkochten aan een karavaan voorbijtrekkende Egyptenaren. De jongen werd als slaaf doorverkocht aan een vooraanstaand Egyptisch ambtenaar, Potifar geheten. Potifars vrouw werd verliefd op de jonge knappe Hebreeër. Ze probeerde hem te verleiden. Jozef weigerde in te gaan op haar toenaderingspogingen. Daarop was die vrouw zo beledigd dat ze hem op valse beschuldigingen in de gevangenis liet werpen.

Daar ontmoette hij de opperschenker en opperbakker van de farao. Hij wist hun dromen uit te leggen, en voorspelde er hun toekomst uit. Later, toen de farao een droomuitlegger nodig had, herinnerde de opperschenker zich de Hebreeër in de gevangenis. Jozef werd naar het paleis gehaald en legde de Farao zijn dromen uit en voegde er tegelijkertijd een aantal beleidsadviezen aan toe. Als beloning werd hij aangesteld tot onderkoning.
Hij voerde een verstandig beleid. Toen alle omringende landen kreunden onder een zware hongersnood, bleek hij grote voorraden te hebben opgeslagen in zijn schuren. Daardoor aangetrokken kwamen ook zijn broers uit Kanaän om brood te kopen. Zij herkenden hun verkochte broertje niet, maar hij hen wel. Na veel verwikkelingen verzoenden ze zich met elkaar. De hele familie kwam over naar Egypte om daar een welgesteld leven te leiden...
Deze verhalen staan in het bijbelboek Genesis hoofdstuk 37-50.


Bronnen
[106; 139; 140; Dries van den Akker s.j./2007.11.25]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen